Kapitel 1 - Grammatica (das Verb + "NAAR") Flashcards
Wat is de vervoeging van het werkwoord gehen (gaan)?
gehe
gehst
geht
gehen
geht
gehen
naar het platteland
auf das Land
Wat is de vervoeging van het werkwoord lernen (leren)?
lerne
lernst
lernt
lernen
lernt
lernen
Wat is de vervoeging van het werkwoord fahren (rijden)?
fahre
fährst
fährt
fahren
fahrt
fahren
naar de Verenigde Staten
naar de USA
in die Vereinigten Staaten
in die USA
naar het theater
in das Theater
Wanneer gebruiken we “an”?
(+ Akk.)
water
Wanneer gebruiken we “zu”?
(+ Dat.)
- personen
- namen van instituten
- thuis zijn
Wat is de vervoeging van het werkwoord waschen (wassen)?
wasche
wäschst
wäscht
waschen
wascht
waschen
naar de luchthaven
zu dem Flughafen
Wanneer gebruiken we “auf”?
(+ Akk.)
- naar het platteland, feesten, tennisveld
naar de bergen / naar de Alpen
in die Bergen, in die Alpen
Wat is de vervoeging van het werkwoord geben (geven)?
gebe
gibst
gibt
gebt
geben
naar Iran
in den Iran / nach Iran
naar huis gaan
nach Hause gehen
Wat is de vervoeging van het werkwoord atmen (ademen)?
atme
atmest
atmet
atmen
atmet
atmen
Wat is de vervoeging van het werkwoord bewegen?
bewege
bewegst
bewegt
bewegen
bewegt
bewegen
naar de brug
zu der Brücke
naar de sportschool
in das Fitnessstudio
naar onder / boven / links / rechts
nach unten / oben / links / rechts
Wat is de vervoeging van het werkwoord wandern (wandelen)?
wandere
wanderst
wandert
wandern
wandert
wandern
naar het zuiden / noorden / westen / oosten
in den Süden / Norden / Westen / Osten
naar Nederland
in die Niederlande
Wat is de vervoeging van het werkwoord sein (zijn)?
bin
bist
ist
sind
seid
sind
Wat is de vervoeging van het werkwoord halten (houden)?
halte
hältst
hält
halten
haltet
halten
Wat is de vervoeging van het werkwoord laufen (lopen)?
laufe
läufst
läuft
laufen
lauft
laufen
naar het museum
in das Museum
naar het kasteel
zu dem Schloss
naar de Rein rijden
an den Rhein fahren
naar een concert
auf ein Konzert
Wat is de vervoeging van het werkwoord sprechen (spreken)?
spreche
sprichst
spricht
sprechen
sprecht
sprechen