KA11: De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid. Flashcards
Wat betekent ‘autarkisch’? En wat heeft dit begrip met dit kenmerkende aspect te maken?
Zelfverzorgend. Het overgrote deel van het Karolingische Rijk woonde en werkte in kleine nederzettingen of buurtschappen die autarkisch waren.
Hoe werd de individuele status van iemand bepaald?
Door grondbezit. Iemand mocht zijn stem laten horen in de buurtschap, waar onder leiding van een buurrechter waarin gemeenschapszaken werden besproken en geschillen werden uitgepraat.
Tegenover dit recht stonden ook plichten. Welke?
- verplicht vergaderen,
- meehelpen bij de verdediging van het buurtschap, *buurzin tonen,
- houden aan ongeschreven regels (bijdrage aan dorpsvrede).
Wie was de boer Gedalcans?
Een horige boer op het domein Nully, behorend bij het klooster ‘Saint-Germain des Pres’ te Parijs. In een opgestelde inventaris van het klooster weten we veel over de nederzetting, maar vooral ook wat de horigen verschuldigd waren aan o.a. het klooster.
Wat zijn horigen?
Aan de grond gebonden boeren. Grootgrondbezitter moest boeren aan grond binden om positie te handhaven. Weinig arbeidskrachten door geringe populatie.
Waarom hadden zij geen zeggenschap over hun eigen bestaan?
Omdat zij op een domein woonden, rondom de vroonhof van hun heer.
Wat is het doel van een hof of domeinstelsel?
De eigenaar voldoende inkomsten laten krijgen en spullen produceert voor eigen gebruik. In de wereld met weinig geldverkeer en waar transport en communicatiemiddelen ontbraken.
Hoe was de grond verdeeld op een domein?
Vroonland of Saalland (deel voor de heer zelf) en stukje eigen land.
Wat moesten de horigen doen?
In ruil voor dat eigen stukje land moesten ze ook op het vroonland werken, eigen productie afstaan en op gezette tijden een vast omschreven product leveren (mandje eieren met pasen)
Wat weten over de leef- en denkwereld van de boeren?
Geef daar een voorbeeld van.
Vrij weinig. Alleen de geestelijken hebben wat opgeschreven.
Gedicht Adalbero 1027, bisschop van Loan.
Volgens Adalbero had God de mensheid verdeeld in drie standen en dan twee groepen. Welke?
- Oratores (zij die bidden)
- bellatores (zij die strijden)
- laboratores (zij die werken)
De vrije en de onvrije.
Hoe werd er over de drie standen gedacht?
Eerste twee standen worden geprezen. De laatste (hoewel met lichte compassie) wordt gezien als wilden, lomperiken die in toom moeten worden gehouden.
Wat is het Capitulare de Villis?
Een verordening over de domeinen, een soort handleiding voor de beheerders van de uitgestrekte domeinen. Opgeschreven in 812 in Aken in opdracht van Karel de Grote. Het maakt duidelijk hoe afhankelijk de vorst is van zijn kroondomeinen.
Wat is een mansus?
Een vrije hoeve, niet op een domein aanwezig.
Waarom weten we daar vrij weinig van?
Omdat hier geen administratie over is bijgehouden.