KA'S 5-10 (exl. 46&49) Flashcards

1
Q

5

A
  • Het begin van de Europese overzeese expansie
  • Het veranderende mens- en wereldbeeld en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling
  • De hernieuwde orientatie op het erfgoed van de klassieke oudheid
  • De protestantse reformatie dat splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had
  • Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van de Nederlandse staat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

6

A
  • Het streven van vorsten naar absolute macht
  • De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloeit in economische en cultureel opzicht van de Nederlandse republiek
  • Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie
  • De wetenschappelijke revolutie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

7

A
  • Rationeel optimisme en verlicht denken werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: Godsdienst, Politiek, Economie en Sociale Verhoudingen
  • Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijke bestuur op eigentijdse, verlichte wijze, vorm te geven. (verlicht absolutisme)
  • Uitbouw van de Europese overheersing, met name de Trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme
  • De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrecht en staatsburgerschap
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

8

A
  • De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving
  • Discussies over de sociale kwestie
  • De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie
  • De opkomst van emancipatie bewegingen
  • Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces
  • De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme, feminisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

9

A
  • De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie
  • Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën: het communisme en fascisme/nationaalsocialisme
  • De crisis van het wereldkapitalisme
  • Het voeren van twee wereldoorlogen
  • De Duitse bezetting van Nederland
  • Racisme en discriminatie die leidden tot een genocide, in het bijzonder op de Joden
  • Verwoesting op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering
  • Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

10

A
  • De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog
  • De dekolonisatie die een eind maakt aan de westerse hegemonie in de wereld
  • De eenwording van Europa
  • De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen
  • De ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenleving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly