K4_PTA_Politiek_H9&H10 Flashcards

1
Q

Wanneer is EU opgericht, en hoeveel landen nu?

A
  1. Opgericht in 1992

2. Op dit moment 27 landen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de voorwaarden om te mogen toetreden tot de Europese Unie (EU)

A

Kandidaat-land moet

  1. functionele rechtsstaat zijn
  2. democratische bestuursvorm hebben
  3. goed functionerende markteconomie hebben
  4. mensenrechten garanderen
  5. in Europa liggen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de doelstellingen van de EU?

A
  1. Vrede
  2. Welzijn
  3. Garanderen Europese waarden: vrijheid, gelijkheid, veiligheid
  4. Economische samenwerking (o.a. vrij verkeer van goederen, diensten, kapitaal en personen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de beleidsterreinen van de EU

A
  1. Buitenlands beleid: [o.a. asiel- en integratiebeleid.
  2. Milieuwetgeving (o.a. emissie-eisen)
  3. Jusitie (o.a. misdaad- en terreurbestrijding)
  4. Economische samenwerking (o.a. de Euro, spelregels voor goed functionerende markteconomie)
    5, Bescherming rechten van consumenten (o.a. garantietermijnen)
  5. Garanderen voedselveiligheid (o.a. E-nummers voor ingrediënten)
  6. Stimuleren Europees Burgerschap (rechten als vrij reizen, wonen, werken en studeren binne EU-lidstaten)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke kritiek is er op de EU

A
  1. Sommige landen vinden dat de EU de zelfstandigheid van de lidstaten beperkt
  2. Burgers vinden politieke besluitvorming binnen de EU niet transparant genoeg
  3. Lidstaten met veel inwoners hebben meer macht en invloed dan landen met weinig inwoners
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het Europees Parlement en hoe is het georganiseerd

A
  1. Volksvertegenwoordiging van de EU
  2. Taken:
    - (Mede)wetgevende taak: beslissen over Europese Wetgeving. (let op: ook Raad van de Europese Unie moet goedkeuren!)
    - Controlerende taak: Controleren van de Europese Commissie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de Europese Commissie?

A

Het dagelijks bestuur van de EU: 1 eurocommissaris per land.
Taken:
- (Mede)wetgevende taak. Komt met voorstellen voor wetten/maatregelen
- Uitvoerende taak: uitvoeren van de wetten/maatregelen
- Controleren of lidstaten de wetten en maatregelen toepassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de Raad van de Europese Unie?

A
  1. Ook wel Raad van Ministers genoemd
  2. Bestaat uit ministers van alles taten van een bepaald beleidsterrein (bv landbouw), 1 minister per land.
  3. Taak:
    goed-/of afkeuren van wetsvoorstellen (samen met Europees Parlement)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de Europese Raad

A

Het is een overleg tussen de regeringsleiders van de EU en dit bepaalt de algemene politieke beleidslijnen en de ontwikkeling van de EU.

Voor NL zit Mark Rutte in de Raad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn 5 knelpunten in de Nederlandse democratie

A
  1. partijen moeten compromissen sluiten, dit leidt soms tot onbegrip onder kiezers.
  2. Burgers ervaren een kloof tussen kiezers en politici
    - weinig interesse in politiek
    - weinig kennis over politiek
    - gevoel dat politici niet luisteren
  3. Achterban van partijen is minder vast, meer zwevende kiezers
  4. Er is een versplinterd politiek landschap. Er zijn veel partijen met relatief weinig zetels, dit maakt coalitievorming moeilijker.
  5. Politieke partijen hebben minder aandacht voor de lange termijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de 4 invalshoeken van maatschappijkunde?

A
  1. politiek juridische
  2. sociaal-economische
  3. sociaal-culturele
  4. veranderings- en vergelijkende invalshoek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke vragen horen bij Politiek-juridische invalshoek?

A

dit gaat over politiek en regelgeving:

  1. Wat staat er precies in de wet, of komt er in te staan (beïnvloeding beleid, macht )
  2. aan welke regels moet de uitvoering zich houden:
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn belangrijke begrippen bij Politiek-juridische invalshoek

A
Algemeen belang
Belangen, belangengroepen
Dictatuur
Gezag, Grondrechten, Grondwet
Lobby
Macht, machtsmiddelen
Overheid, overheidsbeleid
politieke agenda, politieke besluitvorming, politiek probleem, politieke partijen
Rechtsstaat, Regels
Verzorgingsstaat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke vragen horen bij de Sociaal-economische invalshoek?

A

Dit gaat over groepen en geld (ongelijkheid in bezit)

  1. de belangen van een groep
  2. relatie van die groep met geld, en tegenstelling met een andere groep mbt geld.

Geld hangt samen met arbeid, handel en andere dingen. Zie begrippen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn belangrijke begrippen bij de sociaal-economische invalshoek?

A
Arbeidsverhoudingen, arbeidsverdeling
Commerciele belangen
Functies van arbeid
Maatschappelijke positie, Maatschappelijke ladder
Sociale ongelijkheid, sociale mobiliteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke vragen horen bij de Sociaal-culturele invalshoek?

A

Dit gaat over groepen en hun gewoontes. Bv hoofddoekje.

  1. Opvattingen, waarden normen van een groep
  2. Politieke stroming die hierbij pas
  3. De rol van de groep in de samenleving
17
Q

Wat zijn belangrijke begrippen bij de sociaal-culturele invalshoek?

A
Beeldvorming
Censuur, cultuur
dominante cultuur, discriminatie
Grondrechten
Integratie, identiteit
Manipulatie, massamedia, massacommunicatie, mensenrechten, multiculturele samenleving
Normen
Objectiviteit
18
Q

Veranderings- en vergelijkende invalshoek

A

Dit gaat over vergelijken, wat is er anders of veranderd?:
mbt
vroeger
andere samenlevingen