Jurisprudentie GR Flashcards
Bij opvolging onder bijzondere titel gaan de persoonlijke verplichtingen niet mee over op de volgende eigenaar.
Blaauboer/Berlips
Leerstuk van bestanddeelvorming: er is sprake van bestanddeelvorming, als:
1. Er een constructieve afstemming is.
2. Een goed als onvolledig of onvoltooid kan worden verklaard zonder installatie.
Depex Curatoren/Bergel
Onroerend/roerend goed en natrekking. Een gebouw is onroerend, als:
1. Het gebouw naar aard en inrichting bestemd is duurzaam ter plaatse te blijven (verplaatsingsmogelijkheid is niet aan de orde).
2. Het duidelijk naar buiten kenbaar is dat het de bedoeling is dat het gebouw duurzaam ter plaatse blijft.
Portacabin
Je kunt iemand beschikkingsbevoegdheid verlenen door middel van een consignatieovereenkomst, maar dan moet je wel binnen de grenzen van je bevoegdheid blijven.
Uitzondering: art. 3:86 lid 1.
Mesdag II
Bestanddeelvorming door middel van vermenging. Beschadiging van betekenis uit een der zaken is een zuiver fysiek criterium, niet vermogensrechtelijk.
Glencore II
Digitale documenten zijn geen zaken.
Eigendom digitale goederen
Oneigenlijke vermenging. Het is dus niet meer te onderscheiden en niet te identificeren. Voor revindicatie is identificeerbaarheid vereist. Lukt dat niet heb je pech. Bewijsvermoedens geïntroduceerd: de houder wordt vermoed bezitter te zijn. De bezitter wordt vermoed rechthebbende te zijn.
Teixeira de Mattos
Definitie van een toekomstige vordering: als het ontstaan van vorderingen afhankelijk is van een toekomstige onzekere omstandigheid, dan is de vordering toekomstig
WUH/Emmerig
Eigendomsvoorbehoud bij zaakvorming. Een kuiken in niet een vrucht (nieuwe zaak). Voor zaakvorming is menselijke arbeid vereist, maar machinaal gebruik van natuurkrachten mag ook. Eigendomsvoorbehoud vervalt na zaakvorming, omdat dwingend recht zich hiertegen verzet.
Kuikenbroederij
Vervallen pandrecht door eigenlijke vermenging en het ontstaan van een nieuwe zaak. Er was sprake van vermenging en er was geen nieuwe hoofdzaak aan te wijzen. Oude pandrecht verviel, maar er ontstond van rechtswege een nieuw pandrecht op een aandeel van de nieuwe zaak.
Glencore I
Als uitgangspunt geldt dat bedingen die de overdraagbaarheid van een vorderingsrecht beperken, dat zij uitsluitend verbintenisrechtelijke werking hebben, tenzij uit de formulering blijkt dat daarmee goedenrechtelijke werking is beoogd.
Vbr. Werking: Het is X verboden de vordering over te dragen.
Gr. Werking: De vordering zelf is niet overdraagbaar. bij overdracht is deze overdracht niet geldig.
Coface/Intergamma
Afhankelijke rechten gaan mee met het goed. Nevenrechten gaan mee met de vordering. Verkrijgende verjaring op grond van 3:105 BW kan een grondslag vormen voor een onrechtmatige daad. Het is namelijk te kwader trouw in bezit genomen.
Landjepik I
Een beding dat de overdraagbaarheid van een goed uitsluit met goedenrechtelijke werking, sluit ook de verpandbaarheid uit.
Rabobank/Ten Berge
Typenfixierung: Een vruchtgebruik geeft een recht om goederen die aan een ander toebehoren, te gebruiken en daarvan de vruchten te genieten volgens 3:201. De vruchten kunnen worden geïnd en niet het goed dat aan het vruchtgebruik is onderworpen.
Telekom/KPN
Derdenbescherming en goede trouw. De verkrijger in het geval van eigendomsvoorbehoud, is al te goeder trouw als hij geen reden had om te twijfelen aan een normale afwikkeling van de (voorgaande) transactie tussen leverancier en afnemer.
Hoogovens/Matex