Jurisprudentie EUR Flashcards

1
Q

Definitie heffing van gelijke werking (30 VWEU): iedere geldelijke last die wegens grensoverschrijding op goederen wordt gelegd.
Definitie goederen: alle op geld waardeerbare zaken welke voorwerp kunnen vormen van handelstransacties.

A

Commissie/Italië

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Uitzondering op 30 VWEU: heffingen ter zake van sanitaire keuringen die verplicht zijn door EU-recht voor export, op uniforme wijze, zijn geen heffingen van gelijke werking. Geldt enkel indien de heffing de werkelijke kosten van de keuring niet overschrijdt.

A

Bauhaus/Nederland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Het is niet toegestaan om zogenaamde magazijnrechten te heffen over de goederen die worden opgeslagen. Deze worden aangemerkt als heffingen van gelijke werking als douanerechten in de zin van art. 30 VWEU.

A

Commissie/Luxemburg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Een belastingstelsel kan slechts verenigbaar zijn met art. 30 VWEU, indien vaststaat dat het zodanig is ingericht dat het in alle gevallen is uitgesloten dat ingevoerde producten zwaarder worden belast dan binnenlandse producten.

A

Haahr Petroleum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hef Hof oordeelt dat art. 30 en art. 110 VWEU elkaar uitsluiten. Een heffing valt niet langer onder art. 30, als deze deel uitmaakt van een algemeen stelsel van binnenlandse belastingen. Dit valt voortaan onder art. 110 VWEU.

A

Outokumpu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Iedere handelsregeling van lidstaten die de intracommunautaire handel al dan rechtstreeks, daadwerkelijk of potentieel kan belemmeren, is als maatregel van gelijke werking of kwantitatieve beperking te beschouwen. Er zijn rechtvaardigingen opgenomen in art. 36 VWEU, waarvan het belangrijkste deel is: “mogen echter geen middel tot willekeurige discriminatie noch een verkapte beperking van de handel tussen de lidstaten vormen”.

A

Dassonville

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

gebracht, dan moeten andere lidstaten die rechtmatigheid ook erkennen. Indien een lidstaat hier aanvullende eisen op stelt, is er sprake van maatregelen van gelijke werking.
 Uitzondering: de Rule of Reason: Schending van art. 34 VWEU worden gerechtvaardigd door “dwingende redenen van algemeen belang”. Deze maatregel moet echter wel noodzakelijk en proportioneel zijn om de dwingende redenen te bewerkstelligen.

A

Cassis de Dijon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Producteisen (regels met betrekking tot de samenstelling van het product) blijven maatregelen van gelijke werking. Echter, bepaalde verkoopmodaliteiten (omstandigheden/ wijze waarop product wordt verkocht) moeten niet op die manier worden gezien, voor zover ze van toepassing zijn op alle marktdeelnemers en voor zover ze niet rechtens (direct) en niet feitelijk (indirect) discrimineert.

A

Keck

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De staat beschikt over beoordelingsvrijheid, en kan daardoor een legitiem belang zoals het recht op demonstratie en vrijheid van meningsuiting voor laten gaan op het verbod op heffingen van gelijke werking.

A

Schmidberger/Oostenrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Een algeheel gebruiksverbod wordt gezien als een maatregel die het effect heeft de toegang tot de markt te belemmeren. Deze is dus een maatregel van gelijke werking, en schendt daarom art. 34 VWEU.

A

Mickelsson en Roos

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De nationale maatregel om verkoop van lenzen via het internet te verbieden is een verkoopmodaliteit die de handel tussen lidstaten al dan niet rechtstreeks, daadwerkelijk of potentieel kan belemmeren. Er moet gekeken worden naar de eisen uit het Keck-arrest: zo is de bepaling wél van toepassing op alle marktdeelnemers, maar heeft deze niet dezelfde invloed op nationale marktdeelnemers als op deelnemers uit andere lidstaten. Daarom is er sprake van een maatregel van gelijke werking in de zin van art. 34 VWEU.

A

Ker-Optika

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Definitie begrip werknemer (art. 45 VWEU): kijk naar de objectieve criteria die kenmerkend zijn voor de arbeidsverhouding, drie hoofdkenmerken:
- Iemand die gedurende een bepaalde tijd voor een ander en
- Onder diens gezag prestaties levert en
- Als tegenprestaties een vergoeding ontvangt.
Dat het slechts gaat om een klein aantal uur en een kleine vergoeding maakt hierin geen verschil. Het begrip “betrekking in overheidsdienst” (art. 45 lid 4 VWEU) definieert het Hof met twee cumulatieve voorwaarden:
- De formele voorwaarde: de werkzaamheden moeten de vervulling van publiekrechtelijke taken inhouden.
- De materiële voorwaarde: zij moet gepaard gaan met uitoefening van overheidsgezag en medewerking aan de bescherming van algemene belangen van de staat.

A

Lawrie-Blum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Ruime uitleg art. 45 VWEU: onderdanen van de lidstaten hebben het recht om binnen gastlidstaten zich vrij te verplaatsen en daar te verblijven ten einde er werk te zoeken. Daarbij moet hen een redelijke termijn worden gegund (ong. zes maanden).

A

Antonissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Art. 45 VWEU heeft, inclusief het non-discriminatiebeginsel, naast verticale ook horizontale werking.

A

Angonese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Het verlagen van kinderbijslag op grond van de nationaliteit van migrerende werknemers ongerechtvaardigde indirecte discriminatie betreft. Schending op van art. 45 VWEU.

A

Commissie/Oostenrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Lidstaten dienen elkaars diploma’s en studies te erkennen (art. 53 VWEU). Wel kan er worden geëist dat er extra cursussen worden gevolgd, bijvoorbeeld als het gaat om een specifieke bedrijfstak. Er moet wel worden gekeken of dit nodig is, op basis van individuele omstandigheden.

A

Vlassopoulou

17
Q

Het aspect ‘tijdelijk’ in art. 57 VWEU moet worden bepaald aan de hand van drie aspecten: frequentie, periodiciteit en continuïteit. Bij recht van vestiging gaat het echter om de uitoefening van een beroepswerkzaamheid op duurzame wijze.

A

Gebhard

18
Q

Een medische behandeling in het buitenland valt onder de vrijheid van diensten in de zin van art. 56 VWEU. Het vereiste van voorafgaande toestemming om een vergoeding te kunnen ontvangen vormt een belemmering.

A

Kohll

19
Q

De vrijheid van diensten impliceert in beginsel dat toeristen zich vrijelijk naar andere lidstaten kunnen begeven, zonder dat het nationale strafrecht dit recht kunnen beperken. Echter kan dit gerechtvaardigd worden als het draait om de openbare orde, waarbij rekening moet worden gehouden van de persoonlijke gedragingen en het gevaar wat de verdachte op had geleverd voor de openbare orde.

A

Donatella Calfa

20
Q

Kinderen van een EU-burger die zich in een lidstaat hebben gevestigd terwijl hun ouder in die lidstaat rechten van verblijf als migrerend werknemer uitoefende, mogen daar verblijven om er algemeen onderwijs te volgen. Het feit dat van gescheiden ouders slechts één migrerend werknemer is, of dat de kinderen zelf geen EU-burgers zijn, heeft daar geen enkele invloed op. EU-burgers kunnen zich rechtstreeks beroepen op het recht van vrij reizen en verblijven uit art. 21 VWEU.

A

Baumbast

21
Q

De ondergrens van het begrip werknemer: het moet gaan om reële en daadwerkelijke arbeid, met uitsluiting van werkzaamheden van zo geringe omvang dat zij louter marginaal en bijkomstig zijn.

A

Trojani

22
Q

Ouders kunnen een afgeleid verblijfsrecht en een arbeidsvergunning ontlenen aan het feit dat hun kinderen beschikken over EU-burgerschap. Dit, omdat het weigeren hiervan de betrokken kinderen de belangrijkste EU-rechten ontzegt (art. 20 VWEU).

A

Zambrano

23
Q

Werkloosheidsuitkering mag worden geweigerd, indien iemand niet op zoek is naar werk, en daarbij niet valt onder art. 24 Richtlijn 2004/38, omdat deze niet voldoet aan de voorwaarden gesteld in art. 7 van de Richtlijn 2004/38.

A

Dano

24
Q

Indien er sprake is van een huwelijk tussen twee mensen van hetzelfde geslacht, kwalificeren deze twee mensen als ‘echtgenoten’ in de zin van art. 2 lid 2 van de Richtlijn 2004/38.

A

Coman

25
Q

EU-burgers mogen amateursport in wedstrijdverband beoefenen in gastlidstaten op grond van art. 18 en 21 VWEU.

A

Topfit

26
Q

Een onderling afgestemde feitelijke gedraging (OAFG) is (al snel) een strekkingsbeperking. Er moet sprake zijn van:
1. Afstemming;
2. Marktgedrag, hieraan wordt voldaan indien een onderneming na afstemming actief blijft op de markt.
3. Causaal verband, hier wordt echter vanuit gegaan, tenzij er tegenbewijs wordt geleverd.

A

T-Mobile

27
Q

Een non-concurrentiebeding in een huurovereenkomst is geen strekkingsbeding, maar een beding waarvan de gevolgen op de referentiemarkten moeten worden onderzocht.

A

Maxima Latvija

28
Q

Alle overeenkomsten tussen ondernemingen, zo ook een zogenaamd selectief distributiestelsel, beïnvloeden noodzakelijkerwijs de mededinging binnen de interne markt. Echter valt dit niet onder het verbod van art. 101 VWEU, indien het gaat om objectieve criteria van kwalitatieve aard (in dit geval het primaire doel om het luxe-imago te beschermen) die uniform worden vastgesteld voor alle potentiële verkopende partijen.

A

Coty Germany

29
Q

Verordening 1/2003 art. 23:
- Inbreuk procedurele regels: max 1% van de omzet (lid 1);
- Inbreuk materiële regels: max 10% van de omzet (lid 2).

A

Antitrust: commissie/truckbouwers (persbericht)

30
Q

Relevante productmarkt: voldoende onderscheid tussen gelijksoortige producten. Hulpmiddel: SSNIP-test (indien prijsverhoging van 5-10%, zouden consumenten dan overstappen, en zouden concurrenten de prijs aanpassen? Zo ja: zelfde productmarkt). Relevante geografische markt: gebied waarbinnen de concurrentievoorwaarden voldoende homogeen zijn en van aangrenzende gebieden kan worden onderscheiden.

A

United Brands

31
Q

Leveringsweigering is machtsmisbruik indien: De input onontbeerlijk is (objectief noodzakelijk), er uitsluitingseffect ontstaat (van daadwerkelijke mededinging downstream markt) omdat er geen alternatief is, en er geen objectieve rechtvaardiging bestaat.

A

Bronner

32
Q

Een onderneming met een economische machtspositie hoeft niet noodzakelijkerwijs van deze positie misbruik te maken, door haar handelspartners ongelijk te behandelen. Het moet duidelijk zijn dat het doel daadwerkelijk afbreuk doen aan de mededingingspositie van de partners is, om te kunnen spreken van misbruik van de machtspositie

A

MEO

33
Q

Koppelverkoop van de Google Search app is misbruik van machtspositie (102 VWEU). Koppelverkoop is misbruik als:
- Machtspositie op koppelende productmarkt;
- Koppelende en gekoppelde product zijn 2 afzonderlijke producten;
- Afnemers worden gedwongen om gekoppelde product met koppelend product af te nemen;
- Koppelverkoop moet tot concurrentieverstorende afscherming dreigen te leiden.

A

Google Android

34
Q

Voorkomen parallele handel - Misbruik van machtspositie, art. 102 VWEU

A

Antitrust: commissie/AB Inbev (persbericht)