June 2017 Flashcards
1
Q
Schep Zaag Schroevendraaier Boor Wiel Touw Ladder De banden zijn zwart. Ik heb een boormachine en een schroevendraaier nodig.
A
Shovel Saw Screwdriver Drill Tyre Rope Ladder The tyres are black. I need a drill and a screwdriver.
2
Q
Blad Boom Rivier Paddestoel Bos Boswachter Die boom vind ik mooi. Ik houd niet van paddestoelen. Zie je die rivier daar?
A
Leaf Tree River Mushroom Forest Forester I like that tree. I don't like mushrooms. Do you see the river there?
3
Q
Bloem Gras Tuin Zaad Plant Tuiner Die tuin vind ik mooi. Deze bloem vind ik mooi.
A
Flower Grass Garden Seed Plant Gardener I like that garden. I like this flower.
4
Q
Muskiet Vlinder Bij Spin Libelle Mier De spin is lelijk. De vlinder is mooi.
A
Mosquito Butterfly Bee Spider Dragonfly Ant The spider is ugly. The butterfly is beautiful.
5
Q
Baby Mensen Jongen Meisje Man Vrouw Ik ben een man. Jij bent een vrouw. De baby houdt van melk.
A
Baby People Boy Girl Man Woman I am a man. You are a woman. The baby likes milk.
6
Q
Moeder Vader Zus Broer Kind Familie Dit is mijn moeder. Dit is mijn vader.
A
Mother Father Sister Brother Child Family This is my mother. This is my father.
7
Q
Vrouw Echtgenoot Vrouw Vijand Vriend Buur Gast Dit is mijn vriend. Dit is mijn man. Dit is mijn vrouw.
A
Woman Husband Wife Enemy Friend Neighbour Guest This is my friend. This is my husband. This is my wife.
8
Q
Liefde Haat Ik houd van Jij houdt van Hij houdt van Zij houdt van Wij houden van Zij houden van Ik hou van jou. Hou je van me?
A
Love Hate I love You love He loves She loves We love They love I love you. Do you love me?
9
Q
Geluk Verdriet Beleefdheid Vertrouwen Ongerustheid Jaloezie Ik wens geluk. Zij hopen op geluk.
A
Happiness Sadness Politeness Trust Worry Jealousy I wish for happiness. They wish for happiness.
10
Q
Lachen Huilen Vragen Grappen Onderhandelen Vertalen Ik vraag de richting. Wij vertalen boeken. Ik maak grappen met mijn vrienden.
A
Laugh Cry Ask Joke Negotiate Translate I ask for directions. We translate books. I joke with my friends.
11
Q
Kinderen Cartoon Speelgoed Bal Speeltuin Wandelwagen Waar zijn mijn kinderen? Waar is het speelgoed?
A
Children Cartoon Toy Ball Playground Pram Where are my children? Where are the toys?
12
Q
School Leraar Klaslokaal Toets Huiswerk Student Peter is student. Hij gaat naar school.
A
School Teacher Classroom Test Homework Student Peter is a student. He goes to school.
13
Q
Leren Praten Ik leer Jij leert Zij leert Hij leert Wij leren Zij leren Ik leer Engels te spreken. Zij leert Chinees te spreken.
A
Learn Speak I learn You learn She learns He learns We learn They learn I learn to speak English. She learns to speak Chinese.
14
Q
paleis koning magie monster verhaal vertalen bed Ik heb een bed nodig. Wanneer vertrekt de koning?
A
palace king magic monster storytelling bed I need a bed. When is the king leaving?
15
Q
regen bliksem wind weer donder temperatuur Hoe is het weer vandaag? Wanneer houdt deze regen eens op?
A
rain lightning wind weather thunder temperature How is the weather today? When will this rain stop?