JP Week 8 Flashcards
WTN (2000)
- Storting op aandelen -
Er is geen sprake van storting op aandelen indien het betrokken bedrag weliswaar op een ten name van de BV i.o. in oprichting gevoerde bankrekening is bijgeschreven, doch de tegenwaarde daarvan tezelfdertijd ten laste van een eveneens ten name van de BV i.o. in oprichting gevoerde bankrekening is afgeschreven,
Een dergelijk gebrek zou geheeld kunnen worden indien de vennootschap na haar oprichting weiger om de vóór haar oprichting t.a.v. bankrekening 1 verrichte rechtshandelingen te bekrachtigen, zodat de afschrijving ten laste van die rekening geen gevolg heeft.
Bas-C (2003)
- Storting op aandelen -
Anders dan in de bankverklaring is vermeld, is het bedrag van het banksaldo niet ontstaan ten titel van storting, maar omdat een derde een bedrag heeft overgemaakt als vergoeding voor verrichte werkzaamheden.
Het vervolgens bestemmen van het bedrag van 40.000 door de oprichter als storting op aandelen kan niet gelden als door of namens de oprichter ter beschikking stellen aan de vennootschap als hiervoor bedoeld.
Door de bekrachtiging werd Bas-C BV i.o. partij bij de ovk waarvoor vergoeding werd betaald, zodat zij ook rechthebbende werd op het door de derde overgeboekte bedrag.
Deze bekrachtiging had mede tot gevolg dat kwam vast te staan dat het bedrag van 40.000 dat de oprichter als stortingskapitaal had aangewezen, door hem aan het vermogen van Bas-C BV is onttrokken en dus niet door hem aan de vennootschap ter beschikking is gesteld. De volstorting heeft dus plaatsgevonden. met gebruikmaking van de middelen die tot het vermogen van de vennootschap moet worden gerekend.
Omdat het bedrag van de storting is verkregen door het eerst aan het (toekomstige) vermogen van Bas-C BV te onttrekken is niet voldaan aan het bepaalde in 2:178 lid 2.
Milieu Management Diensten (2003)
- Storting op aandelen -
De rechtsvordering tot volstorting van de aandelen komt toe aan de vennootschap. Art. 2:193 verschaft de curator uitsluitend een (beschikkings)bevoegdheid m.b.t. dit recht.
De vordering tot volstorting is een rechtsvordering tot nakoming van een verbintenis uit ovk tot geven. Daardoor is de vijfjaarstermijn van toepassing.
De stelling dat de verjaringstermijn t.o.v. de curator op een later tijdstip begint beloop dan de dag waarop de vordering opeisbaar is geworden kan in haar algemeenheid niet als juist worden aanvaard.
Rb. Arnhem 14 december 2005
- Storting op aandelen -
Geen sprake geweest van volstorting van geplaatste aandelen en er is niet voldaan de strekking van de desbetreffende bepalingen (2:178/191) die beogen kapitaalbescherming te bieden.
Indien de bank dit wist, heeft zij onrechtmatig gehandeld jegens de crediteuren omdat zij een verklaring afgaf waarvan zij wist althans behoorde te weten dat het bedrag juist niet een afzonderlijk door de oprichter gestort bedrag was dat ter beschikking van de schuldeisers kwam te staan.
Hiervan is in casu sprake, nu alle opdrachten voor alle relevante handelingen in één bespreking werden gegeven. De schade is niet tweemaal 18.000 want er is een ondeugdelijk kasrondje geweest en niet twee van elkaar losstaande ongeldige stortingen. De bank wordt veroordeeld tot betalen van 18.000.
Muller q.q/Rabobank Katwijk a/d Rijn (2004)
- Steunverlening -
Restrictieve uitleg van het verbod van 2:207c lid 1 (nu voor NV: 2:98).
Een zekerheidsstelling door een BV voor haar eigen lening verstrekt, valt niet onder het verbod van 2:207c lid 1. Dat is ook niet het geval in een situatie waarin een dergelijke lening vervolgens wordt doorgeleend aan een derde tot verkrijging van aandelen in het kapitaal van de BV.
De zekerheidsstelling door de BV in een doorleenconstructie val dus niet onder het verbod van 2:207c. De zekerheden die door de vennootschap aan de Rabobank zijn verstrekt, zijn geldig.
Hof Uniwest (1992)
- Rechten verbonden aan aandelen -
Een besluit tot he reserveren van de winst werd vernietigd en de vennootschap werd veroordeeld tot het betalen van dividend. Een meerderheidsaandeelhouder frustreerde het besluit tot uitkering van de winst. De winst werd over een tweetal jaren geheel gereserveerd. De meederheidsaandeelhouder was van mening dat zijn medeaandeelhouders concurrerende handelingen d.m.v. een nieuwe onderneming verrichten.
Het hof overwoog dat die handelingen zich niet afspeelden in de sfeer van de rechtspersoon zoals bedoeld in 2:8. Daarnaast overwoog het hof dat indien de aan de concurrerende aandeelhouders verweten gedragingen tot financieel nadeel voor de vennootschap zouden hebben geleid, die aandeelhouder daarvan ook zelf nadeel zouden hebben ondervonden. Een dergelijk nadeel kan slechts worden opgelost via een vordering tot schadevergoeding en niet door vaststelling van een lager dividend dan waarop aandeelhouders in redelijkheid aanspraak kunnen maken.
DSM (2007)
- Rechten verbonden aan aandelen -
1) Statutaire afwijking van de hoofdregel dat aan de aandelen in verhouding tot hun bedrag gelijke rechten en verplichtingen zijn verbonden. Art. 2:92 lid 1 overzicht zich niet tegen een regeling de statuten waarbij aan geregistreerde aandeelhouders onder bepaalde voorwaarden een financiële uitkering wordt toegekend, mits deze regeling geen schending oplevert van het in 2:92 lid 2 neergelegde gelijkheidsbeginsel.
2) Onmiddellijke voorzieningen. Van de bevoegdheid van de OK tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen voordat een onderzoek wordt gelast, kan slechts gebruik worden gemaakt indien daartoe in verband met de toestand van de rechtspersoon of in het belang van het onderzoek voldoende zwaarwegende redenen bestaan. Niet valt in te zien waarom in het onderhavige geval de uitkomst van de besluitvorming van de AVA niet kan worden afgewacht./