Introductie Flashcards

1
Q

Wat gebeurt er in de primaire hemostase?

A

-Vasoconstrictie door schade endotheel
-Von Willebrand afgifte door endotheelcel
-Trombocyt adhesie
-Trombocyt activatie
-Trombocyt aggregratie
-> bloedplaatjes plug

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de hemostatische balans?

A

Een balans tussen fibrinolyse (bloeden) en stolling (trombose)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat doet VWF met FVIII?

A

Het beschermt het F8 doordat het F8 kan binden aan het VWF. Een laag VWF zorgt dus voor een laag F8 in de circulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe wordt VWF opgeslagen?

A

In weibel-palade bodies als helixen van dimeren VWF.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe wordt VWF uitgescheiden en hoe worden het lange strengen in de bloedbaan?

A

Door verschillende stimuli en (2nd messengers).
-Trombine (Ca)
-Histamine (Ca)
-VEGF (Ca/DAG)
-Adrenaline (cAMP)
-desmopressin ofwel DDAVP (cAMP)

De helix ‘rolt uit’ door de flow van het bloed, daarom is de vasoconstrictie handig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe binden bloedplaatjes aan VWF?

A

Aan de bloedplaatjes zitten receptoren (GP1b) die binden aan de A1 site op het VWF

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke typen Von Willebrand ziekte zijn er en hoe uiten ze zich vooral?

A

Type 1: kwantitatieve deficientie
Type 2: kwalitatieve deficientie
Type 3: Geen VWF

Vooral slijmvliesbloedingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is VWD type 2A?

A

Kortere multimeren door defecte synthese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is WVD type 2B?

A

Kortere multimeren door verhoogde plaatjes adhesie aan het A1 domein/spontane binding trombos waardoor het VWF wordt geknipt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is WVD type 2M?

A

Verminderde plaatjes adhesie of collageen binding door fout in A1 of A3 (voor collageen) domein

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is VWD type 2N?

A

Minder Factor 8 door defecte binding van Factor 8 aan het VWF

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat doet ADAMTS13?

A

Het knipt VWF steeds een beetje weg zodat je niet ongewenste bloedstolling krijgt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke binding is voor het collageen bij de trombocyt en hoe sterk is deze?

A

GPVI, niet heel sterk maar wel voldoende

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke binding is voor het VWF bij de trombocyt en hoe sterk is deze?

A

GPIb-IX-V, deze is sterk voor binding bij snelle stromingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het Bernard-Soulier syndroom?

A

Verhoogde bloedingen door mutatie in GPIb-IX-V

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe worden de bloedplaatjes geactiveerd en wat gebeurt er met het bloedplaatje?

A

Door secretie van alpha en delta granules vol met belangrijke stoffen.

Het bloedplaatje krijgt soort sprieten

17
Q

Wat zijn storage pool disorders?

A

Ziektes die zorgen voor een defect in de secretie van alpha en delta granules. Niet alleen probleem in bloedplaatjes maar overal in het lichaam

18
Q

Waar zijn de Alpha granules goed voor?

A

Voor koppeling en aggregratie van andere bloedplaatjes

19
Q

Waar zijn de Beta granules goed voor?

A

Voor versterking van andere trombocyten en zichzelf

20
Q

Hoe worden bloedplaatjes aan elkaar gekoppeld?

A

Via alphaIIb-Beta3-integrines en fibrinogeen en VWF als koppeling

21
Q

Wat is Glanzmann thrombasthenia?

A

Defectief alphaIIb-Beta3-integrine. Zorgt voor tandvleesbloedingen, neusbloedingen en heftige menstruatie.

22
Q

Hoe wordt een zymogeen geactiveerd?

A

Een zymogeen wordt door een enzym icm een cofactor bewerkt tot een werkzaam enzym. Dit gebeurt op een fosfolipide laag met calcium

23
Q

Hoe wordt thrombine aangezet?

A

Door Tissue factor dat vrijkomt te liggen in de subendotheliale matrix als er schade is.

24
Q

Wat doet thrombine met fibrinogeen?

A

Het haalt de bescharmkapjes van de bindingsplaatsen van het fibrine af waardor dit kan polymeriseren.

25
Wat is de fibrinolyse en hoe werkt het?
Het oplossen van de fibrine. In het endotheel wordt plasminogeen activator gemaakt en in de lever plasminogeen. Daaruit volgt plasmine, dat fibrine afbreekt
26
Waar wordt fibrinogeen gemaakt?
In de lever
27
Wat doet TFPI
Remmer van gemaakt door het endotheel. Remt het Xa en proteine s comple en het TF
28
Wat doet activated protein C en wat is de factor V leiden mutatie?
Het inactiveert de co-factoren FVa en FVIIIa. Factor 5 Leiden mutatie betekent dat je ongevoelig bent voor APC
29
Wat is antithrombine?
Een remmer van FIXa en Xa en thrombine
30
Wat is heparine en wat remt het?
Cofactor van antithrombine. Remt Fxa, FVIIa, FIXa, FXIa, FXIIa
31
Hoe wordt proteine C geactiveerd?
Proteine C bind op endotheelreceptor, trombine aan TM en dit activeerd proteine C
32
Wat remt LMWH heparine?
FXa specifiek