integriteit Flashcards
Voorwaarden voor goede en integere wetenschapsbeoefening:
Eerlijkheid
- Zorgvuldigheid
- Transparantie
- Onafhankelijkheid
- Verantwoordelijkheid
Data fabricage
verzinnen van data (bewuste schending)
Plagiaat:
werk van anderen kopiëren (bewuste schending)
Data falsificatie is het bewust
Niet rapporteren van bepaalde bevindingen
- Aanpassen van data
- Foutief interpreteren van de data
Opzettelijke falsificatie heeft te maken met
eerlijkheid
Onopzettelijke fouten hebben te maken met
zorgvuldigheid
Confirmation bias:
resultaten die niet overeenkomen met verwachting worden (on)opzettelijk genegeerd door de onderzoeker
P-hacking:
Zoeken naar significante verbanden in de data zonder vooraf hypotheses op te stellen. Bij veel variabelen vinden onderzoekers meestal wel iets significants (transparantie)
HARKing
(Hypothesizing After Results are Known): Achteraf formuleren van hypotheses en doen alsof deze vooraf waren opgesteld (eerlijkheid)
Retractie:
vorm van zelfcorrectie achteraf
Post Publicatie Peer Review (PPPR):
online discussieplatform over publicaties (verantwoordelijkheid en transparantie)
Pre-registratie:
vooraf verplicht indienen onderzoeksprotocol. Publicatie onafhankelijk van uitkomst.
Replicatie
als vast onderdeel van de onderzoekscyclus
Reactiviteit in kwalitatief onderzoek
Gedrag wordt beïnvloed door:
Aanwezigheid van een onderzoeker
- Het feit dat participanten weten dat ze geobserveerd worden
Reactiviteit bij kwantitatieve metingen (surveys)
Sociale wenselijkheid:
- Respondenten geven antwoorden op survey-vragen waarmee ze zich beter voordoen dan ze zijn
- Respondenten antwoorden op manier waarvan ze denken dat dat goed is
Bedreiging van begripsvaliditeit!
Ecologische validiteit:
De vergelijkbaarheid van de experimentele setting met de ‘real world’. (Vaak gezien als aspect van externe validiteit)§
Berekening power alleen mogelijk bij
aselecte steekproef
Voorwaarden bij t-toets:
De steekproef is een aselecte steekproef
- Afhankelijke variabele is van interval/ ratio meetniveau
- De twee groepen zijn onafhankelijk
- Scores in beide groepen zijn normaal verdeeld
- Scores in beide groepen hebben gelijke spreiding
Als de steekproef niet aselect is
eeft invloed op externe validiteit
Power
De twee groepen zijn niet onafhankelijk
Oplossing: Voer een t-toets uit voor afhankelijke groepen
Scores in beide groepen zijn niet normaal verdeeld
Oplossing:
Bij kleine afwijkingen – gewoon t-toets gebruiken
- Bij grote steekproeven – gewoon t-toets gebruiken
- Bij kleine steekproeven én grote afwijkingen: gebruik een alternatief
Hebben scores in beide groepen gelijke spreiding?
Oplossing:
Spreiding controleren (kan met toets en kan met grafiek)
Voorwaarden bij correlatie-toets:
De steekproef is een aselecte steekproef
- Beide variabelen zijn van interval/ ratio meetniveau
- De relatie is een lineaire relatie
Pearson correlatie
De Pearson correlatiecoëfficiënt meet de sterkte en de richting tussen twee interval/ratio variabelen
Wat als het verband niet lineair is?
Spearman correlatie!
Speciale correlatie voor ordinaal meetniveau
Spearman correlatie
De Spearman correlatiecoëfficiënt meet de sterkte en de richting tussen twee ordinale variabelen
De twee variabelen kunnen:
- oorspronkelijk al ordinaal gemeten zijn; of
- ordinaal gemaakt zijn d.m.v. rangscores om een non-lineaire relatie recht te trekken
De correlatiecoëfficiënt wordt berekend met dezelfde formule als Pearson correlatie, maar nu met rangscores
Nadeel gericht toetsen:
Als het verband/verschil in tegengestelde richting blijkt te zijn, kan je H0 toch niet verwerpen, al lijkt 𝑝 < 𝛼
Nadeel ongericht toetsen:
- Minder power!
- Niet theorie-gestuurd