Inleiding & UWI Flashcards

1
Q

Wat is de pathofysiologie van een urineweginfectie?

A

Bacteriën: een noodzakelijke voorwaarde:

  • in 80-90% van de gevallen E.coli = eigen flora
  • soms: proteus, klebsiella, staphylococcus of pseudomonas
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn risico’s voor het krijgen van een urineweginfectie?

A

Vergemakkelijking van contaminatie van blaasurine:

  1. korte urethra
  2. geslachtsverkeer
  3. partus
  4. urologische instrumentatie
  5. kolonisatie van de vagina (vaker bij atrofie, postmenopauzaal)

Stagnatie van urine:

  1. reflux van urine van de blaas naar ureters
  2. hypoplastische nieren
  3. cystenieren
  4. bedlegerigheid
  5. zwangerschap
  6. anatomische en functionele afwijkingen van ureter, blaas en urethra
  7. prostaathypertrofie
  8. nierstenen

Vermindering van de weerstand tegen infecties:

  1. diabetes mellitus
  2. beïnvloeding bacteriële flora door behandeling met antibiotica
  3. behandeling met glucocorticoïden of cytostatica

Overige factoren:

  1. virulentie van bacteriën (adhesieve eigenschappen bepalen risico op pyelonefritis)
  2. antibacteriële werking van prostaatvocht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe wordt een urineweginfectie gediagnosticeerd?

A

Met urineonderzoek: het sample:

  • verse urine (<2 uur oud)
  • gewassen midstream
  • tenminste enkele uren in de blaas verbleven: bacteriën hebben de tijd gekregen om de omzetting van nitraat naar nitriet te maken
  • vervoerd in steriel of huishoudelijk goed schoongemaakt potje

Urine onderzoek:

  • urinestick
  • dipslide: korte kweek
  • sediment onder microscoop bekijken
  • urinekweek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de belangrijkste kenmerken van een urineweginfectie?

A
  • pollakisurie: veel kleine beetjes plassen
  • strangurie: langzaam en pijnlijke urinelozing/aandrang
  • dysurie: pijn of ongemak bij het plassen
  • macroscopisch hematurie: het bloed is zichtbaar met het blote oog
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bij kinderen met een urineweginfectie ontbreken vaak de typische mictieklachten. Het niet herkennen van urineweginfecties kan echter (met name bij jonge kinderen) ernstige consequenties hebben. Waaraan moet bij dergelijke kinderen worden gedacht?

A

Bij een niet opgemerkte of onvoldoende behandeld blaasontsteking kan een nierbekkenontsteking ontstaan. Nierbekkenontsteking is vele malen ernstiger dan blaasontsteking. Regelmatige terugkerende of chronische nierbekkenontsteking kan zelfs leiden tot nierschade. Een nierbekkenontsteking kan pijn in een of beide zijden van de rug veroorzaken, met uitstraling naar de geslachtsorganen. verder kan de persoon plotseling ziek worden met hoge koorts, last hebben van koude rillingen, misselijkheid en braken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarop berust de nitriettest uit het urinestick-onderzoek?

A

Bacteriën zetten nitraat om in nitriet. Een verhoogde nitrietconcentratie kan daarom ontstaan door de aanwezigheid van bacteriën.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe ziet het diagnostisch schema van urineweginfecties er bij gezonde, niet-zwangere vrouwen met mictieklachten, zonder koorts eruit?

A

Zie richtlijn: https://richtlijnen.nhg.org/standaarden/urineweginfecties#volledige-tekst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe ziet de behandeling van urineweginfecties er in het algemeen uit?

A

Gezonde, niet zwangere vrouwen die niet eerder een pyelonefritis hebben doorgemaakt: overweeg afwachtend beleid.

In andere gevallen –> antibiotica.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe ziet de antibioticabehandeling eruit bij gezonde, niet-zwangere vrouwen?

A

1e keus: nitrofurantoïne, 2 keer per dag 100 mg, 5 dagen.

2e keus: fosfomycine: 1 keer innemen, 2 uur na het avondeten of voor de nacht na het legen van de blaas.

3e keus: trimethoprim: 1 keer per dag 300 mg voor de nacht, 3 dagen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe verschilt het beleid van een urineweginfectie bij een zwangere vrouw ten opzichte van een gezonde, niet zwangere vrouw?

A

Bij zwangere vrouwen wordt er nooit een afwachtend beleid gehanteerd maar meteen begonnen met antibiotica, omdat zwangere vrouwen een hogere kans hebben op een nierbekkenontsteking. Ook wordt er bij zwangere vrouwen een urinekweek gedaan om de veroorzakende bacterie te identificeren. Bij de kweek wordt gezocht naar groep-B-streptokokken, vanwege de indicatie voor antibiotische profylaxe tijdens de partus.

Antibioticabeleid:
1e keus: nitrofurantoïne, 2 keer per dag 100 mg, 7 dagen.

2e keus: amoxicilline/clavulaanzuur 3 keer per dag 500/125 mg, 5 dagen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe ziet het beleid van een urineweginfectie eruit bij mannen?

A

Mannen behoren tot de risicogroep.

Antibioticabeleid:
1e keus: nitrofurantoïne, 2 keer per dag 100 mg, 7 dagen.

2e keus: trimethoprim, 1 keer per dag 300 mg voor de nacht, 7 dagen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe ziet het beleid van een urineweginfectie eruit bij vrouwen met DM, een verminderde weerstand of een afwijking aan de nieren of urinewegen?

A

Deze groep behoort tot de risicogroep.

Antibioticabeleid:
1e keus: nitrofurantoïne, 2 keer per dag 100 mg, 7 dagen.

2e keus: fosfomycine: 1 keer innemen, 2 uur na het avondeten of voor de nacht na het legen van de blaas.

3e keus: trimethoprim, 1 keer per dag 300 mg voor de nacht, 7 dagen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe ziet het beleid van een urineweginfectie eruit bij kinderen?

A

Kinderen behoren tot de risicogroep.

Antibioticabeleid:
1e keus: nitrofurantoïne, 5-6 mg/kg lichaamsgewicht in 4 giften, 5 dagen.

2e keus: amoxicilline/clavulaanzuur, 50/12,5 mg/kg in 3 giften, 3 dagen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly