Inleiding & UWI Flashcards
Wat is de pathofysiologie van een urineweginfectie?
Bacteriën: een noodzakelijke voorwaarde:
- in 80-90% van de gevallen E.coli = eigen flora
- soms: proteus, klebsiella, staphylococcus of pseudomonas
Wat zijn risico’s voor het krijgen van een urineweginfectie?
Vergemakkelijking van contaminatie van blaasurine:
- korte urethra
- geslachtsverkeer
- partus
- urologische instrumentatie
- kolonisatie van de vagina (vaker bij atrofie, postmenopauzaal)
Stagnatie van urine:
- reflux van urine van de blaas naar ureters
- hypoplastische nieren
- cystenieren
- bedlegerigheid
- zwangerschap
- anatomische en functionele afwijkingen van ureter, blaas en urethra
- prostaathypertrofie
- nierstenen
Vermindering van de weerstand tegen infecties:
- diabetes mellitus
- beïnvloeding bacteriële flora door behandeling met antibiotica
- behandeling met glucocorticoïden of cytostatica
Overige factoren:
- virulentie van bacteriën (adhesieve eigenschappen bepalen risico op pyelonefritis)
- antibacteriële werking van prostaatvocht
Hoe wordt een urineweginfectie gediagnosticeerd?
Met urineonderzoek: het sample:
- verse urine (<2 uur oud)
- gewassen midstream
- tenminste enkele uren in de blaas verbleven: bacteriën hebben de tijd gekregen om de omzetting van nitraat naar nitriet te maken
- vervoerd in steriel of huishoudelijk goed schoongemaakt potje
Urine onderzoek:
- urinestick
- dipslide: korte kweek
- sediment onder microscoop bekijken
- urinekweek
Wat zijn de belangrijkste kenmerken van een urineweginfectie?
- pollakisurie: veel kleine beetjes plassen
- strangurie: langzaam en pijnlijke urinelozing/aandrang
- dysurie: pijn of ongemak bij het plassen
- macroscopisch hematurie: het bloed is zichtbaar met het blote oog
Bij kinderen met een urineweginfectie ontbreken vaak de typische mictieklachten. Het niet herkennen van urineweginfecties kan echter (met name bij jonge kinderen) ernstige consequenties hebben. Waaraan moet bij dergelijke kinderen worden gedacht?
Bij een niet opgemerkte of onvoldoende behandeld blaasontsteking kan een nierbekkenontsteking ontstaan. Nierbekkenontsteking is vele malen ernstiger dan blaasontsteking. Regelmatige terugkerende of chronische nierbekkenontsteking kan zelfs leiden tot nierschade. Een nierbekkenontsteking kan pijn in een of beide zijden van de rug veroorzaken, met uitstraling naar de geslachtsorganen. verder kan de persoon plotseling ziek worden met hoge koorts, last hebben van koude rillingen, misselijkheid en braken.
Waarop berust de nitriettest uit het urinestick-onderzoek?
Bacteriën zetten nitraat om in nitriet. Een verhoogde nitrietconcentratie kan daarom ontstaan door de aanwezigheid van bacteriën.
Hoe ziet het diagnostisch schema van urineweginfecties er bij gezonde, niet-zwangere vrouwen met mictieklachten, zonder koorts eruit?
Zie richtlijn: https://richtlijnen.nhg.org/standaarden/urineweginfecties#volledige-tekst
Hoe ziet de behandeling van urineweginfecties er in het algemeen uit?
Gezonde, niet zwangere vrouwen die niet eerder een pyelonefritis hebben doorgemaakt: overweeg afwachtend beleid.
In andere gevallen –> antibiotica.
Hoe ziet de antibioticabehandeling eruit bij gezonde, niet-zwangere vrouwen?
1e keus: nitrofurantoïne, 2 keer per dag 100 mg, 5 dagen.
2e keus: fosfomycine: 1 keer innemen, 2 uur na het avondeten of voor de nacht na het legen van de blaas.
3e keus: trimethoprim: 1 keer per dag 300 mg voor de nacht, 3 dagen.
Hoe verschilt het beleid van een urineweginfectie bij een zwangere vrouw ten opzichte van een gezonde, niet zwangere vrouw?
Bij zwangere vrouwen wordt er nooit een afwachtend beleid gehanteerd maar meteen begonnen met antibiotica, omdat zwangere vrouwen een hogere kans hebben op een nierbekkenontsteking. Ook wordt er bij zwangere vrouwen een urinekweek gedaan om de veroorzakende bacterie te identificeren. Bij de kweek wordt gezocht naar groep-B-streptokokken, vanwege de indicatie voor antibiotische profylaxe tijdens de partus.
Antibioticabeleid:
1e keus: nitrofurantoïne, 2 keer per dag 100 mg, 7 dagen.
2e keus: amoxicilline/clavulaanzuur 3 keer per dag 500/125 mg, 5 dagen.
Hoe ziet het beleid van een urineweginfectie eruit bij mannen?
Mannen behoren tot de risicogroep.
Antibioticabeleid:
1e keus: nitrofurantoïne, 2 keer per dag 100 mg, 7 dagen.
2e keus: trimethoprim, 1 keer per dag 300 mg voor de nacht, 7 dagen.
Hoe ziet het beleid van een urineweginfectie eruit bij vrouwen met DM, een verminderde weerstand of een afwijking aan de nieren of urinewegen?
Deze groep behoort tot de risicogroep.
Antibioticabeleid:
1e keus: nitrofurantoïne, 2 keer per dag 100 mg, 7 dagen.
2e keus: fosfomycine: 1 keer innemen, 2 uur na het avondeten of voor de nacht na het legen van de blaas.
3e keus: trimethoprim, 1 keer per dag 300 mg voor de nacht, 7 dagen.
Hoe ziet het beleid van een urineweginfectie eruit bij kinderen?
Kinderen behoren tot de risicogroep.
Antibioticabeleid:
1e keus: nitrofurantoïne, 5-6 mg/kg lichaamsgewicht in 4 giften, 5 dagen.
2e keus: amoxicilline/clavulaanzuur, 50/12,5 mg/kg in 3 giften, 3 dagen.