Anticonceptie en ongewenste zwangerschap Flashcards
Wat zijn de 8 belangrijkste vormen van anticonceptie?
- condoom
- pil: progesteron en oestrogeen
- ring
- pleister
- prikpil: prgesteron
- implanon staafje
- IUD = spiraaltje: koper/hormonen: progesteron
- sterilisatie
Er zijn verschillende methoden om een zwangerschap te beëindigen. Welke mogelijkheden je hebt, hangt af van hoe lang je zwanger bent. Hoe zit dit in elkaar?
Tussen 12 dagen en maximaal 16 dagen over tijd: overtijdbehandeling:
De baarmoedermond wordt verdoofd en de bevruchte eicel wordt met een dun buisje weggezogen uit de baarmoeder. Je voelt dan een korte, hevige kramp.
Een overtijdbehandeling duurt enkele minuten.
Tot 8 weken na het begin van je laatste ongesteldheid:
Abortus met medicijnen:
- mifepriston slik je in het ziekenhuis/kliniek –> het zorgt ervoor dat de zwangerschap niet verder groeit en het vruchtje loskomt van de baarmoeder.
- misoprostol krijg je mee naar huis –> het zijn 4 tabletten voor in de vagina. Je brengt deze tabletten 8 tot 72 uur later (thuis) in jouw vagina, net als een tampon.
Na het inbrengen krijg je bloedverlies en buikkrampen. Je kunt ook misselijk zijn en diarree krijgen. Met het bloedverlies komt de zwangerschap mee. Meestal is dit niet te zien. Het bloedverlies kan een paar dagen tot 2 weken duren.
Tussen 8 en 12 weken na het begin van je laatste ongesteldheid:
Nu is zuigcurettage nog mogelijk. Dit kan met plaatselijke verdoving (met een prik) of onder narcose.
Met een buisje wordt de baarmoeder leeggezogen. Je kunt een korte, hevige pijn voelen, ongeveer zoals krampen als je ongesteld bent. De behandeling duurt ongeveer 10 minuten.
Vanaf 12 weken na het begin van je laatste ongesteldheid:
Vanaf nu is abortus alleen nog mogelijk door de vrucht met operatie-instrumenten weg te halen. Deze behandeling duurt ongeveer 30 minuten.
Hoe wordt de menstruatiecyclus gereguleerd?
Begin bij de hypothalamus en eindig bij de productie van progesteron bij innesteling.
De menstruatiecyclus wordt gereguleerd door hormonen. Om precies te zijn door de hypothalamus-hypofyse-ovarium-as. De hypothalamus geeft GnRH af aan de hypofyse. De hypofyse geeft op zijn beurt FSH en LH af. De hormoonregulatie kan grofweg in twee delen worden verdeeld: de folliculaire fase en de luteale fase. Tussen de fases vindt de eisprong plaats.
Tijdens de folliculaire fase ontwikkelen zich follikels in de ovaria onder invloed van FSH. De ontwikkeling van de follikels houdt in dat de granulosacellen van follikels groeien. De granulosacellen geven oestradiol af. Als de oestradiolconcentratie een bepaalde waarde heeft bereikt wordt er door de hypofysevoorkwab een grote hoeveelheid LH afgegeven. Er ontwikkelen zich meerdere follikels in de folliculaire fase, een zogenaamd cohort, die elk een eicel bevatten. Als het grootste follikel ongeveer een diameter van 17-20 mm bereikt heeft, zal de hypofyse LH produceren, waarna de follikel ongeveer 36-48 uur laten zal springen. De eisprong wordt ook wel de ovulatie genoemd. Het geproduceerde oestrogeen zorgt ook voor de ontwikkeling van het endometrium in de baarmoeder.
Na de ovulatie veranderen de granulosacellen in granulosa luteïencellen. Deze cellen zullen onder invloed van LH, progesteron produceren. Het follikel zonder eicel heet ook wel het gele lichaam (corpus luteum). Het corpus luteum produceert nog enkele dagen progesteron. Progesteron en oestrogeen zorgen voor verandering van het baarmoederslijmvlies zodat de slijmklieren secreet maken en afgeven, waardoor de innesteling mogelijk is. Als er geen bevruchting volgt, zal het gele lichaam ten gronde gaan en daarmee ook de hormoonproductie, waardoor het baarmoederslijmvlies afgebroken wordt en een bloeding optreedt. Indien er wel een innesteling volgt, zal de syncytiotrofoblast het zwangerschapshormoon hCG produceren. Dit hormoon zorgt voor het in leven blijven van het corpus luteum, waardoor progesteron geproduceerd blijft worden tot ongeveer 7-8 weken van de zwangerschap. Hierna neemt de placenta de productie van progesteron over.
Uit welke twee lagen bestaat het endometrium?
- Een basale kiemlaag (die van cyclus tot cyclus constant blijft)
- Een oppervlakkige functionele laag (die verloren gaat tijdens iedere menstruele cyclus) –> functie: accommodatie van de zich innestelende blastocyst, gevolg door de vorming van de maternale component van de placenta
Hoe werkt de anticonceptie pil?
De pil beschermt tegen zwangerschap als u seks heeft en niet zwanger wilt worden. De pil beschermt niet tegen soa’s! De pil is een vorm van anticonceptie met hormonen, namelijk oestrogeen en progestageen. De pil houdt de eisprong tegen en maakt het slijm van de baarmoedermond minder doorgankelijk voor zaadcellen. Ook wordt het baarmoederslijmvlies minder geschikt voor innesteling van een bevruchte eicel.
Voor het gebruikt van de pil neem je 3 weken elke dag 1 pil op ongeveer 1 vast tijdstip. Na de drie weken volgt een pilvrije week waarin de menstruatie plaatsvindt. Daarna begint de volgende strip pillen.
Hoe zit het met een kinderwens en de pil?
Het is niet nodig om bij een kinderwens te controleren of alles nog werkt. Na het stoppen van de pil kan het soms wel een paar maanden duren voordat de eisprong (en de menstruatie) weer op gang komt. Een vrouw mag direct zwanger worden na het stoppen met de pil.
Welke generaties van de pil bestaan er en wat zijn de eigenschappen van deze generaties?
- eerste generatie: sinds de jaren 60, hoge dosis of macrodosis oestrogenen (50 µg) en het progestativum norethisteron, nog enkele merken van deze pil te koop.
- tweede generatie: sinds de jaren 70, nog steeds verkrijgbaar, de gebruikte progestativa zijn levonorgestrel en norgestrel, door het gebruikt hiervan volstaat een lagere dosis oestrogenen (< 50 µg) zodat de gebruiksters minder bijwerkingen ondervinden. Deze pillen worden daarom pillen met een minidosis genoemd.
- derde generatie: sinds de jaren 80 en 90, ze bevatten een lage dosis oestrogenen (<35 µg) dankzij de nieuwe progestativa die worden gebruikt: desogestrel, gestodeen en norgestimaat. De gecombineerde werking van twee soorten hormonen heeft een positief effect op de beperking van acne, maar houdt in vergelijking met pillen van de tweede generatie een verhoogd risico op veneuze trombo-embolie is.
- vierde generatie: onderscheiden zich van andere generaties door de nieuwe synthetische progestagenen die ze bevatten, drospirenon als meest voorkomende. Ze verhogen net als de pillen van de derde generatie het risico op veneuze aandoeningen (waaronder aderontsteking).
Wat zijn oorzaken van vaginaal bloedverlies tijdens pilgebruik?
- atrofie endometrium
- schommelingen in de hoeveelheid hormonen in het bloed. Waarschijnlijk werken de hormonen oestrogeen en progestageen dan minder regelmatig
- roken
- een ontsteking van de baarmoedermond
- afwijking van de baarmoedermond of hotle
- comorbiditeit
- wisselwerking met andere medicijnen
- poliepen
- myomen in de uterus
Wat is belangrijk om een pil gebruikster te vertellen als er antibiotica wordt voorgeschreven? Welke andere medicijnen hebben interacties met de pil?
Het zou kunnen dat antibiotica de werking van de pil verminderd. Het is dus verstandig om een pilgebruikster hierover in te lichten en eventueel een dubbele dosering van de pil te geven of een eerste generatie pil te overwegen. Verder hebben ook medicijnen tegen epilepsie, medicijnen tegen schimmelinfecties en middelen tegen tuberculose een effect op de orale anticonceptiepil. Anti-epileptica leidt tot hogere enzym activiteit, waardoor stoffen sneller worden afgebroken.
Wat is een contra-indicatie voor een spiraaltje?
SOA
Wat is het verschil tussen een koperspiraal en levenorgestrelhoudend IUD?
Koperspiraal:
- bijwerkingen: buikpijn
- minder effectief
- werkt 5-10 jaar
Levonorgestrel:
- effectiever
- minder bijwerkingen
- meer complicaties > trombose effect
- werkt 5 jaar
Op welk moment van de cyclus kan het beste een spiraaltje ingebracht worden?
Tijdens de menstruatie –> meer betrouwbaar + je weet dat de patiënt niet zwanger is + het cervix kanaal is iets meer open
Hoe betrouwbaar is borstvoeding als methode om conceptie te voorkomen?
Borstvoeding is een functionele methode om conceptie te voorkomen. Borstvoeding is echter niet voor langere tijd 100% betrouwbaar. De lactatie Amenorroe methode gaat ervan uit dat vrouwen die borstvoeding geven de eerste 6 maanden niet vruchtbaar zijn. Voorwaarden daarbij zijn dat de vrouw nog niet ongesteld is geweest, dag en nacht uitsluitend borstvoeding geeft en dat er maximaal 4 uur tussen de voedingen zit. De betrouwbaarheid is 97-99% wanneer aan alle factoren wordt voldaan.
Welke vormen van anticonceptie kunnen wel en welke kunnen niet worden gebruikt in combinatie met borstvoeding?
Wel: oestrogeenvrije pil, prikpil, anticonceptiestaafje of spiraaltje
Niet: combinatiepil, anticonceptiepleister of anticonceptiering
Wat kan je doen als je onbeschermde seks hebt gehad en niet zwanger wilt worden?
Je kan zonder receptor bij de apotheek en drogist de morning-afterpil kopen. Slik de morning-afterpil het liefst binnen 12 uur na de seks, in ieder geval binnen 3 dagen. De morning-afterpil beschermd niet tegen soa’s.