Inleiding, oprichting vennootschappen en inbrenge Flashcards

1
Q

Wat is het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV) en wanneer werd het ingevoerd?

A

et Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV) werd ingevoerd op 23 maart 2019. Het bevat diverse bepalingen en trad in werking op 1 mei 2019.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat vervangt het WVV?

A

Het WVV vervangt (i) het Wetboek van Vennootschappen (W.Venn.), (ii) de Wet van 27 juni 1921 betreffende de Verenigingen zonder winstoogmerk, de stichtingen en de Europese politieke partijen en stichtingen, en (iii) de Wet van 31 maart 1898 op de beroepsverenigingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat was het doel van de grote wijzigingen in de vennootschapsnormen binnen het WVV?

A

De grote wijzigingen binnen het WVV waren bedoeld om België te voorzien van een modern en flexibel vennootschapsrecht. Dit stelt ondernemers in staat om de vennootschap naar hun eigen behoeften te vormen zonder geconfronteerd te worden met dwingende regels die niet de economische realiteit weerspiegelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de belangrijkste wijziging in het WVV sinds de invoering?

A

De belangrijkste wijziging sinds de invoering van het WVV is de wet van april 2020, die voornamelijk belangrijk is voor genoteerde vennootschappen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de wet van 29 maart 2023 en waarvoor is deze specifiek van belang?

A

De wet van 29 maart 2023 bevat nieuwe wetgeving die specifiek van belang is voor de grensoverschrijdende herstructureringen van vennootschappen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de 3V en wat is het belang ervan binnen het WVV?

A

De 3V staat voor de integratie van vennootschappen en verenigingen binnen het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV). Het WVV biedt een enkele vennootschapsvorm voor alle doeleinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de belangrijkste verandering van de BVBA in het WVV?

A

De BVBA is omgedoopt tot de BV (SRL) in het WVV.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat houdt de “kapitaalloze BV” in binnen het WVV?

A

De kapitaalloze BV heeft geen minimumkapitaal. Uitkeringen worden gereguleerd via de balans- en liquiditeitstest, en er is nagenoeg volkomen vrijheid op het vlak van de verdeling van lidmaatschapsrechten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn enkele optionele kenmerken van een open BV?

A

Een open BV kan genoteerde obligaties en aandelen hebben, evenals converteerbare obligaties en warrants.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke elementen uit de oude CVBA zijn overgenomen in de BV?

A

Elementen zoals uittreding en uitsluiting zijn overgenomen uit de oude CVBA in de nieuwe BV.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom wordt de BV gezien als de standaard vennootschapsvorm in België onder het WVV?

A

De BV wordt gezien als de standaard vennootschapsvorm vanwege haar flexibiliteit, de mogelijkheid om snel en met weinig kosten op te richten, de gemakkelijke aandeelhoudersafspraken (zoals statutenwijzigingen), en het ontbreken van maatschappelijk kapitaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn enkele gedragsregels gekoppeld aan de BV binnen het WVV?

A

Gedragsregels in de BV omvatten bepalingen over uitkeringen, de alarmbelprocedure, en het ontbreken van een minimumkapitaal bij oprichting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bij de NV zijn er ook belangrijke verschilpunten met het oude vennootschapsrecht

A

Je kan voortaan met een enig bestuurder werken. Vroeger was er altijd een raad van bestuur,
nu kan je hiervan afwijken en je kan een NV laten besturen door een enige bestuurder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarom werden onder het nieuwe WVV aantal vennootschapsvormen afgeschaft?

A

De flexibiliteit van het nieuwe WVV zorgde ervoor dat een aantal vennootschapsvormen onder het oude recht werden afgeschaft om een modern en eenvoudig vennootschapsrecht te creëren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een maatschap en welke kenmerken heeft deze?

A

Een maatschap is een zuiver contract waarin twee ondernemers samenwerken aan een gemeenschappelijk doel, zoals winst maken en deze uitkeren aan de maten. Het heeft geen rechtspersoonlijkheid en vereist unanimiteit tussen de maten. De deelnemers zijn onbeperkt aansprakelijk voor de schulden van de maatschap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een vennootschap onder firma (VOF) en waarom kiest men vaak voor deze vorm?

A

Een VOF is een maatschap die rechtspersoonlijkheid heeft verkregen door de oprichtingsakte neer te leggen bij de ondernemingsrechtbank. Het voordeel is dat de VOF als zelfstandige entiteit in het rechtsverkeer kan optreden. Men kiest vaak voor de VOF om fiscale redenen, omdat alle inkomsten onder de vennootschapsbelasting vallen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is een commanditaire vennootschap (Comm. V.) en hoe verschilt deze van een VOF?

A

Een Comm. V. is een VOF met een onderscheid tussen stille en beherende vennoten. Beherende vennoten zijn onbeperkt aansprakelijk en treden op als zaakvoerders, terwijl stille vennoten enkel participeren door inbreng en beperkt aansprakelijk zijn, waardoor zij alleen hun inbreng kunnen verliezen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoe kunnen schuldeisers hun vorderingen verhalen bij de maatschap, VOF, en Comm. V.?

A

Bij alle drie deze vennootschappen moeten schuldeisers eerst op het vermogen van de vennootschap verhalen. Indien dit ontoereikend is, kunnen ze het privévermogen van de aandeelhouders aanspreken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Welke complexe vennootschapsvormen blijven bestaan onder het nieuwe WVV?

A

Onder het nieuwe WVV blijven de volgende complexe vennootschapsvormen bestaan: NV, BV, en CV.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Waarom werd de coöperatieve vennootschap (CV) behouden onder het nieuwe WVV?

A

De CV werd behouden door een politiek compromis. Hoewel de BV nu zeer flexibel is en veel kenmerken van de oude CVBA heeft overgenomen, kan de CV alleen worden gebruikt door vennootschappen die aan het coöperatieve gedachtegoed voldoen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Welke Europese vennootschapsvormen worden genoemd, maar komen niet aan bod in deze cursus?

A

De Europese vennootschapsvormen die genoemd worden maar niet aan bod komen in deze cursus zijn SE, SCE (Europese CV), en EESV.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Welke vennootschapsvormen zijn afgeschaft onder het nieuwe WVV?

A

onder het nieuwe WVV zijn de CVOA en de Comm. Verzekeraar (CV op aandelen) afgeschaft, maar deze kunnen georganiseerd worden in de overblijvende vennootschapsvormen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is de basisvereiste voor de oprichting van een vennootschap volgens het WVV?

A

Een vennootschap wordt opgericht bij rechtshandeling en in principe door meerdere personen, aangezien het een samenwerkingsverband is. Minstens twee personen moeten participeren in de vennootschap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat gebeurt er wanneer een zelfstandige bakker samenwerkt met een andere bakker?

A

Wanneer een zelfstandige bakker samenwerkt met een andere bakker, ontstaat er een samenwerking die volgens de algemene definitie zal leiden tot de oprichting van een vennootschap. Beiden moeten een inbreng doen (prestaties) die worden vergoed op basis van de gerealiseerde en uitgekeerde winsten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Welke nieuwigheid introduceert het WVV met betrekking tot de oprichting van vennootschappen?

A

Het WVV introduceert de mogelijkheid dat een vennootschap ook door één persoon kan worden opgericht en bestuurd, wat afwijkt van het traditionele idee dat een vennootschap een samenwerkingsverband is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Welke vennootschapsvormen kunnen door één persoon worden opgericht volgens het WVV?

A

Eenhoofdigheid kan voor de BV en NV. Deze kunnen door één persoon worden opgericht en bestuurd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Welke vennootschapsvormen vereisen nog steeds minstens twee personen voor oprichting?

A

Voor een maatschap en een VOF moet men met minstens twee personen zijn die inbrengen doen in de vennootschap en aandelen aanhouden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Wat was de oude regel bij eenhoofdigheid in een NV en hoe is dit veranderd onder het WVV?

A

Vroeger waren bij oprichting van een NV minstens twee personen nodig. Bij eenhoofdigheid die langer dan een jaar aanhield, was de persoon hoofdelijk gehouden samen met de NV voor alle schulden. Onder het WVV is deze regel afgeschaft en kan een NV eenhoofdig zijn zonder verlies van beperkte aansprakelijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Wat is de definitie van een vennootschap volgens artikel 1:1 van het WVV?

A

Een vennootschap wordt opgericht bij een rechtshandeling door één of meer personen, vennoten genaamd, die een inbreng doen. Zij heeft een vermogen en stelt zich de uitoefening van één of meer welbepaalde activiteiten tot voorwerp. Eén van haar doelen is aan haar vennoten een rechtstreeks of onrechtstreeks vermogensvoordeel uit te keren of te bezorgen.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Wat is het gevolg van de afschaffing van de eenhoofdigheidsregel voor NV’s in het WVV?

A

Door de afschaffing van de eenhoofdigheidsregel voor NV’s in het WVV, kan een NV nu eenhoofdig zijn zonder dat er persoonlijke aansprakelijkheid ontstaat voor de enige aandeelhouder, wat voorheen wel het geval was bij langdurige eenhoofdigheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Wat is de definitie van een coöperatieve vennootschap (CV) volgens artikel 6:1 van het WVV?

A

“De coöperatieve vennootschap heeft tot voornaamste doel aan de behoeften van haar aandeelhouders dan wel derde belanghebbende partijen te voldoen en/of hun economische en sociale activiteiten te ontwikkelen, onder meer door met hen overeenkomsten te sluiten over de levering van goederen, de verrichting van diensten of de uitvoering van werken in het kader de activiteit die de coöperatieve vennootschap uitoefent of laat uitoefenen. Zij kan tevens tot doel hebben hun economische en/of sociale activiteiten te bevorderen middels een deelneming in één of meer andere vennootschappen.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Waarom is de toegang tot de coöperatieve vennootschap beperkt onder het WVV?

A

De toegang tot de coöperatieve vennootschap is beperkt om ervoor te zorgen dat deze rechtsvorm alleen gebruikt wordt door vennootschappen die daadwerkelijk aan het coöperatieve gedachtegoed voldoen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Wat zijn enkele voordelen van de CV voor vrije beroepers zoals advocatenkantoren?

A

Enkele voordelen van de CV voor vrije beroepers zijn dat er geen notaris nodig is voor de uitgifte van aandelen en er geen uitgifteverslag nodig is, wat betekent dat er geen visibiliteit is van de prijs die moet worden betaald voor de aandelen om partner te worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Waarom kunnen advocatenkantoren volgens sommige meningen in de vorm van een CV georganiseerd worden?

A

Advocatenkantoren kunnen in de vorm van een CV georganiseerd worden omdat advocaten samenwerken om hun zelfstandige activiteiten beter te kunnen organiseren en iets anders nastreven dan zuivere dividenduitkering. Ze werken samen aan een beter resultaat dan wanneer ze alleen zouden werken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Wat is een voorbeeld van een coöperatieve vennootschap en hoe werkt deze?

A

Een voorbeeld van een coöperatieve vennootschap is MILCOBEL, een coöperatie van melkboeren. Melkveehouders sluiten een contract met MILCOBEL, waarbij ze aandelen van de CV kopen en verplicht zijn al hun melk aan MILCOBEL te verkopen. MILCOBEL verwerkt de melk en creëert meerwaarde die wordt uitgekeerd aan de melkveehouders in de vorm van ristornos in plaats van dividenden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Wat gebeurt er als een CV ten onrechte wordt opgericht?

A

Als een CV ten onrechte wordt opgericht, kunnen belanghebbende derden een ontbindingsvordering instellen. De rechtbank zal dan een regularisatietermijn geven om de vennootschap om te vormen naar een BV of NV.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Waarom maakte de wetgever onderscheid tussen de CV en andere vennootschapsvormen zoals de BV?

A

De wetgever maakte onderscheid tussen de CV en andere vennootschapsvormen zoals de BV om de coöperatieve sector te beschermen en ervoor te zorgen dat deze rechtsvorm alleen door vennootschappen wordt gebruikt die daadwerkelijk het coöperatieve gedachtegoed naleven, zoals het voorbeeld van MILCOBEL laat zien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Wat zijn de belangrijkste activiteiten van een coöperatieve vennootschap volgens artikel 6:1 WVV?

A

De belangrijkste activiteiten van een coöperatieve vennootschap zijn het voldoen aan de behoeften van haar aandeelhouders en/of derde belanghebbende partijen, het ontwikkelen van hun economische en sociale activiteiten, en het sluiten van overeenkomsten over de levering van goederen, verrichting van diensten of uitvoering van werken in het kader van de activiteiten die de coöperatieve vennootschap uitoefent.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Wat is de basisvereiste voor de oprichting van een vzw volgens het WVV?

A

Een vzw moet altijd door twee of meer personen worden opgericht. Er is geen inbreng vereist om lid te worden van een vzw; soms wordt er wel lidgeld gevraagd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Wat is het doel van een vzw?

A

Een vzw streeft een belangeloos doel na. Dit betekent dat de vereniging geen winst nastreeft voor uitkering aan haar leden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

Hoe veranderde de wetgeving omtrent winstgevende activiteiten binnen een vzw onder het nieuwe WVV?

A

Onder de nieuwe wetgeving mag een vzw winstgevende activiteiten ondernemen en zich op de markt begeven zoals een vennootschap. Echter, de gerealiseerde winsten mogen niet rechtstreeks of onrechtstreeks worden uitgekeerd aan de deelnemers van de vzw.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Wat is volgens artikel 4:1 WVV absoluut verboden voor een vzw?

A

Het uitkeren van dividenden aan de deelnemers van de vzw is absoluut verboden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

geef een voorbeeld van een toegestane activiteit binnen een vzw die voordelen biedt aan de leden zonder het verbod op winstuitkering te overtreden.

A

Een vzw tennisclub mag haar leden gratis gebruik laten maken van de tennispleinen, omdat dit in de lijn ligt van het voorwerp van de vereniging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

Wat gebeurt er als een vzw een contract sluit waarbij een oprichter onterecht profiteert van een te hoge vergoeding?

A

Als een vzw een contract sluit waarbij de oprichter onterecht profiteert, zoals bij het verhuren van een ruimte voor een te hoge prijs, is het contract nietig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

Wat was de vroegere regel over winstgevende activiteiten binnen een vzw?

A

Vroeger mocht een vzw alleen winstgevende activiteiten ondernemen als deze ondergeschikt waren aan het belangeloos doel van de vereniging, zoals een eetfestijn organiseren om geld in te zamelen voor kledij voor een sportclub.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

Wat mag een vzw onder het nieuwe WVV wel doen dat voorheen niet was toegestaan?

A

Onder het nieuwe WVV mag een vzw producten verkopen, een winkel uitbaten, en andere commerciële activiteiten ondernemen, zolang de winsten niet worden uitgekeerd aan de leden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

Wat zijn de basiskenmerken van een stichting volgens artikel 1:3 WVV?

A

Een stichting is een rechtspersoon zonder leden, opgericht bij rechtshandeling door één of meer personen, stichters genoemd. Haar vermogen is bestemd om een belangeloos doel na te streven binnen welbepaalde activiteiten. Ze mag geen vermogensvoordeel uitkeren aan de stichters, bestuurders, of enige andere persoon, behalve voor het belangeloos doel zoals bepaald in de statuten. Elke verrichting in strijd met dit verbod is nietig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
48
Q

Wat zijn de twee contexten waarin de private stichting veel wordt gebruikt?

A

De private stichting wordt veel gebruikt voor het creëren van werknemersparticipatie in grote bedrijven en in het kader van successieplanning en overdracht, waar men controlevoorbehoud wil nastreven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
49
Q

Hoe wordt werknemersparticipatie gerealiseerd via een private stichting?

A

In plaats van aandelen direct aan werknemers over te dragen, richt een bedrijf een private stichting op waar aandelen worden ingebracht. De werknemers krijgen certificaten die recht geven op winstdeelname, maar de juridische eigendom van de aandelen blijft bij de stichting. Dit voorkomt dat werknemers aandeelhouders moeten verschijnen op de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
50
Q

Wat is het voordeel van certificering van aandelen in een private stichting?

A

Certificering van aandelen creëert een splitsing tussen de juridische en economische eigendom van aandelen. De juridische eigenaar is de private stichting, terwijl de certificaathouders de economische eigenaars zijn. Dit zorgt ervoor dat dividenden via de private stichting aan de certificaathouders worden doorgegeven zonder dat zij juridische eigenaars van de aandelen worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
51
Q

Wat is het belang van het verbod op winstverdeling in een stichting volgens artikel 1:4 WVV?

A

Het verbod op winstverdeling in een stichting houdt in dat de stichting geen vermogensvoordelen mag uitkeren die de activa laten dalen of de passiva laten stijgen zonder tegenprestatie, behalve binnen het kader van het statutaire belangeloze doel. Dit zorgt ervoor dat de stichting haar vermogen uitsluitend voor het nagestreefde belangeloze doel gebruikt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
52
Q

Waarom zou men kiezen voor een private stichting boven een BV bij het geven van werknemersparticipatie?

A

Men kiest voor een private stichting om te voorkomen dat werknemers stemrecht en zeggenschap krijgen in de vennootschap, wat wel zou gebeuren bij het geven van aandelen in een BV. Dit helpt de oprichter (bijvoorbeeld een pater familias) om de controle over de vennootschap te behouden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
53
Q

Wat gebeurt er als certificaten zijn uitgedeeld met medewerking van de vennootschap?

A

Als certificaten zijn uitgedeeld met medewerking van de vennootschap, krijgen de werknemers wel inzagerecht maar geen stemrecht in de vennootschap. Hierdoor behouden zij een zekere mate van transparantie zonder invloed op het bestuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
54
Q

Geef een voorbeeld van een stichting die een belangeloos doel nastreeft.

A

De Koning Boudewijnstichting is een voorbeeld van een stichting die een belangeloos doel nastreeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
55
Q

Wat was de deadline voor vennootschappen opgericht voor 1 mei 2019 om zich aan te passen aan het WVV?

A

De deadline was 1 januari 2024. Tegen die tijd moesten vennootschappen opgericht voor 1 mei 2019 zich hebben aangepast aan het WVV.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
56
Q

Wat houdt de omzetting van een bvba naar een bv in volgens het WVV?

A

De omzetting van een bvba naar een bv is een gewone statutenwijziging en vereist notariële tussenkomst. Het is geen volledige omzettingsprocedure, dus er is geen financieel plan of herbenoeming van bestuurders nodig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
57
Q

Welke bijzondere meerderheden zijn vereist voor een statutenwijziging in een BV, CV en NV volgens het WVV?

A

Bij statutenwijzigingen zijn bijzondere meerderheden vereist: unanimiteit of de statutaire meerderheid, afhankelijk van de specifieke bepalingen in de statuten van de vennootschap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
58
Q

Wat gebeurt er als een vennootschap haar statuten niet tijdig aanpast aan het WVV?

A

Als de statuten niet tijdig worden aangepast, moet men de statuten buiten beschouwing laten en de dwingende regels uit het WVV toepassen. Als de vennootschap het WVV naleeft, is er geen probleem. Er zijn geen boetes, maar de bestuurders zijn persoonlijk aansprakelijk voor eventuele schade door de laattijdige omzetting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
59
Q

Wat is de sanctie voor bestuurders als ze niet tijdig de statuten aanpassen aan het WVV?

A

Er zijn geen boetes, maar bestuurders zijn persoonlijk aansprakelijk voor de laattijdige omzetting. De aansprakelijkheid betreft eventuele schade die door de niet-tijdige omzetting wordt veroorzaakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
60
Q

Wat is de impact op bestuurders als een bvba zich niet omzet naar een bv?

A

Bestuurders kunnen persoonlijk aansprakelijk worden gesteld voor schade veroorzaakt door de laattijdige omzetting van de vennootschap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
61
Q

Hoe moeten vennootschappen omgaan met statuten die nog niet zijn aangepast aan het WVV?

A

Vennootschappen moeten de dwingende regels van het WVV naleven, zelfs als de statuten nog niet zijn aangepast. In de praktijk betekent dit dat de niet-geactualiseerde statuten buiten beschouwing moeten worden gelaten ten gunste van de dwingende bepalingen van het WVV.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
62
Q

Welke vennootschapsvormen kunnen eenhoofdig worden opgericht volgens het WVV?

A

: Eenhoofdigheid is mogelijk voor een BV en een NV.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
63
Q

Welke vennootschapsvormen vereisen pluraliteit van oprichters en hoeveel vennoten zijn minimaal nodig?

A

Een maatschap, VOF en CommV vereisen pluraliteit van oprichters, waarbij minimaal twee personen nodig zijn. Een CV vereist minimaal drie vennoten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
64
Q

Welke beperkingen gelden voor minderjarigen bij het oprichten van een vennootschap?

A

Minderjarigen hebben toestemming van de vrederechter nodig voor daden van beschikking zoals inbreng in natura, deelname aan een vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid, en oprichtersaansprakelijkheid. Inbreng in geld kan via een voogd zonder toestemming van de vrederechter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
65
Q

Hoe worden lidmaatschapsrechten bepaald bij inbreng van gemeenschapsgelden door echtgenoten?

A

Volgens artikel 1401, §1 BW, als aandelen op naam van een bepaalde echtgenoot zijn ingeschreven en er een beperking op aandelenoverdracht is voorzien, of als de ingeschreven echtgenoot als enige zijn beroep in de vennootschap uitoefent, zijn de lidmaatschapsrechten eigen, maar de vermogenswaarde blijft gemeenschappelijk. Zo niet, zijn de lidmaatschapsrechten gemeenschappelijk.

66
Q

Wat gebeurt er met de aandelen en lidmaatschapsrechten in een algeheelheid of gemeenschap van goederen?

A

In een algeheelheid of gemeenschap van goederen behoren de aandelen tot het gemeenschappelijk vermogen. Bij onverdeeldheid kan de vennootschap vragen dat één persoon wordt aangewezen om het stemrecht uit te oefenen op de AVA. Indien dit niet gebeurt, kan het stemrecht worden geschorst.

67
Q

Wat zijn de implicaties van artikel 1401 oud BW voor aandelen verkregen tijdens het huwelijk?

A

Artikel 1401 oud BW bepaalt dat lidmaatschapsrechten tot het eigen vermogen behoren indien de aandelen op naam zijn ingeschreven van één echtgenoot en er een beperking op aandelenoverdracht is, of als de ingeschreven echtgenoot als enige zijn beroep in de vennootschap uitoefent. Dit biedt bescherming aan de echtgenoot zodat hij/zij stemrechten kan uitoefenen, ook als de aandelen tot de onverdeeldheid behoren.

68
Q

Waarom is het belangrijk om in het WVV te regelen dat één persoon het stemrecht uitoefent bij onverdeelde aandelen?

A

Dit is belangrijk om te voorkomen dat de vennootschap wordt geconfronteerd met tegenstrijdige stemmen van onverdeelde aandeelhouders op de AVA, wat de besluitvorming kan bemoeilijken.

69
Q

Wat zijn de verschillende vormen van inbreng bij de oprichting van een vennootschap?

A

Inbreng kan plaatsvinden in geld, in natura (zoals goederen of intellectuele eigendomsrechten), of van nijverheid (toekomstige prestaties). Daarnaast kan de inbreng in eigendom of in genot worden gedaan

70
Q

Wat is het verschil tussen plaatsing en volstorting van een inbreng?

A

Plaatsing van een inbreng is de belofte om iets in te brengen (bijvoorbeeld geld of goederen). Volstorting is de (gedeeltelijke) effectieve nakoming van die belofte.

71
Q

Welke vormen van inbreng vereisen een financieel plan bij de oprichting van een BV of NV?

A

Zowel inbreng in geld als in natura vereisen een financieel plan bij de oprichting van een BV of NV.

72
Q

Wat houdt het verbod van het leeuwenbeding in volgens artikelen 4:2, 5:14, en 7:16 WVV?

A

Het verbod van het leeuwenbeding houdt in dat er geen contractuele overeenkomst mag zijn die ertoe leidt dat één of meerdere vennoten volledig van de winst worden uitgesloten. Het uitsluiten van verlies is echter wel toegestaan.

73
Q

Hoe kunnen winsten verdeeld worden in een maatschap, VOF, en CommV?

A

In een maatschap, VOF, en CommV is de winstverdeling vrij. De vennoten kunnen zelf bepalen hoe de winsten worden verdeeld.

74
Q

Hoe kunnen winsten verdeeld worden in een BV en NV, en welke beperkingen gelden hierbij?

A

In een BV en NV geldt het principe van evenredigheid voor de winstverdeling, maar men kan hiervan afwijken in de statuten. Echter, het verbod van het leeuwenbeding blijft van toepassing, waardoor niemand volledig van de winst mag worden uitgesloten.

75
Q

Wat is het doel van een vennootschap met winstoogmerk, en hoe verschilt dit van het voorwerp van de vennootschap?

A

Het doel van een vennootschap met winstoogmerk is winst maken en deze verdelen onder de aandeelhouders. Dit is te onderscheiden van het voorwerp, dat de specifieke activiteiten beschrijft die de vennootschap zal uitvoeren.

76
Q

Wat gebeurt er als een aandeelhouder inbreng doet in genot en het ingebracht goed defect raakt?

A

Als een aandeelhouder inbreng doet in genot en het ingebracht goed defect raakt, heeft dit impact op de vrijwaringsregels. Het kan mogelijk worden gezien als wanprestatie, omdat de aandeelhouder het genot niet meer kan bieden.

77
Q

Waarom moeten aandeelhouders iets inbrengen bij de oprichting van een vennootschap?

A

Aandeelhouders moeten iets inbrengen om ervoor te zorgen dat de vennootschap vermogen heeft, wat het exclusieve verhaalsobject is voor schuldeisers. Hierdoor kunnen medecontractanten van de vennootschap zich enkel verhalen op het vermogen van de vennootschap en niet op het privévermogen van de aandeelhouders (met enkele uitzonderingen).

78
Q

Wat zijn de vormvoorwaarden voor de oprichting van een maatschap volgens het WVV?

A

Een maatschap is vormvrij op te richten. Hoewel meestal een geschrift aanwezig is, is dit niet verplicht. Vaak ontstaan maatschappen in een niet-geformaliseerd kader, en als de rechter vaststelt dat twee partijen samenwerken, kunnen beide maten aansprakelijk worden gesteld voor schulden.

79
Q

Welke oprichtingsvereisten gelden voor vennootschappen met rechtspersoonlijkheid en onbeperkte aansprakelijkheid?

A

De oprichting van vennootschappen met rechtspersoonlijkheid en onbeperkte aansprakelijkheid vereist een geschrift, dat onderhands of authentiek kan zijn. Bij inbreng van onroerend goed is een notariële akte verplicht.

80
Q

Wat zijn de vereisten voor de oprichting van vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid?

A

Voor de oprichting van vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid is een notariële akte verplicht.

81
Q

Wat zijn de doelen van de openbaarmaking bij de oprichting van een vennootschap?

A

De doelen van de openbaarmaking zijn:

Neerlegging van een uittreksel om rechtspersoonlijkheid te verkrijgen (art. 2:8 WVV).
Publicatie in het Belgisch Staatsblad om tegenwerpelijk te zijn aan derden (art. 2:18 WVV).
82
Q

Wat houdt de verplichting tot openbaarmaking in bij de oprichting van een vennootschap?

A

De verplichting tot openbaarmaking houdt in dat de vennootschap jaarlijks aan de overheid moet laten weten wie de uiteindelijke belanghebbende (UBO) is. Dit is in het kader van witwasbestrijding. Daarnaast moet er een aandelenregister bijgehouden worden waarin de uitgegeven aandelen worden opgenomen, zowel in papieren als elektronische vorm.

83
Q

Wat is het aandelenregister en wat moet het bevatten?

A

Het aandelenregister is een register waarin alle uitgegeven aandelen van de vennootschap worden opgenomen. Dit kan in papieren of elektronische vorm zijn.

84
Q

Waarom is een notariële akte verplicht voor de oprichting van vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid?

A

Een notariële akte is verplicht voor de oprichting van vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid om te zorgen voor rechtsgeldigheid en officiële vastlegging van de oprichtingsakte, wat extra zekerheid biedt aan alle betrokken partijen en derden.

85
Q

Hoe verschilt de oprichting van een vennootschap met rechtspersoonlijkheid van een maatschap qua vormvereisten?

A

Voor de oprichting van een vennootschap met rechtspersoonlijkheid is een geschrift nodig, dat onderhands of authentiek kan zijn, en bij inbreng van onroerend goed is een notariële akte vereist. Een maatschap daarentegen is vormvrij en hoeft niet per se een geschrift te hebben, hoewel dit meestal wel aanwezig is.

86
Q

Wat is het verschil tussen de precontractuele en contractuele fase in samenwerkingsverbanden?

A

De precontractuele fase omvat het initiëren en onderhandelen van samenwerking, zoals het opstellen van een term sheet of een Letter of Intent (LOI). De contractuele fase begint zodra er een bindende overeenkomst is gesloten, zoals een bindende voorovereenkomst tot oprichting van een vennootschap.

87
Q

Wat is een term sheet en een LOI in de context van samenwerkingsverbanden?

A

Een term sheet is een document dat de basisvoorwaarden en kaders van een mogelijke samenwerking schetst. Een LOI (Letter of Intent) is een intentieverklaring waarin de betrokken partijen hun voornemen om een samenwerking aan te gaan, formaliseren. Beide documenten zijn vaak niet juridisch bindend voor gedwongen uitvoering in natura.

88
Q

Wat houdt preconstitutief handelen in volgens artikel 2:2 WVV?

A

Preconstitutief handelen houdt in dat oprichters handelingen kunnen verrichten in naam en voor rekening van een vennootschap in oprichting. Oprichters zijn persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk voor deze handelingen totdat de vennootschap binnen drie maanden na het verkrijgen van rechtspersoonlijkheid de verbintenis overneemt. De overname moet plaatsvinden binnen twee jaar na het ontstaan van de verbintenis.

89
Q

Wat is een voorvennootschap en hoe verschilt deze van preconstitutief handelen?

A

Een voorvennootschap, vaak beschouwd als een maatschap, ontstaat wanneer partijen beginnen samen te werken en activiteiten ontwikkelen in afwachting van de oprichting van een vennootschap. Bij preconstitutief handelen worden handelingen verricht in naam van de toekomstige vennootschap, met de oprichters persoonlijk aansprakelijk totdat de vennootschap de handelingen overneemt.

90
Q

Welke risico’s zijn verbonden aan preconstitutief handelen?

A

De oprichters zijn persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk voor de verplichtingen die ze aangaan in naam van de vennootschap in oprichting totdat de vennootschap deze verplichtingen overneemt binnen de gestelde termijn. Indien de overname niet tijdig gebeurt, blijven de oprichters aansprakelijk.

91
Q

Wat is de remedie voor aansprakelijkheid bij preconstitutief handelen als de vennootschap de verbintenis overneemt?

A

Als de vennootschap binnen twee jaar na het ontstaan van de verbintenis en binnen drie maanden na het verkrijgen van rechtspersoonlijkheid de verbintenis overneemt, wordt de verbintenis geacht rechtstreeks door de vennootschap te zijn aangegaan, en worden de oprichters bevrijd van hun aansprakelijkheid.

92
Q

Wat gebeurt er als de vennootschap een preconstitutief aangegane verbintenis niet binnen de gestelde termijn overneemt?

A

Als de vennootschap de verbintenis niet binnen drie maanden na het verkrijgen van rechtspersoonlijkheid overneemt, blijven de oprichters persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk. De vennootschap kan de schuld alsnog overnemen, waardoor de schuldeiser een extra partij heeft om de schuld op te verhalen, maar de oprichters worden niet automatisch bevrijd van hun aansprakelijkheid.

93
Q

Wat is de rol van de notariële akte bij de oprichting van een vennootschap?

A

De notariële akte is verplicht bij de oprichting van vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid. Zolang de notariële akte niet is verleden, bestaat de vennootschap officieel nog niet, zelfs als er al een bindend contract is gesloten.

94
Q

Wat is het doel van inbreng bij de oprichting van een BV of NV?

A

Het doel van inbreng bij de oprichting van een BV of NV is de creatie van vennootschapsvermogen.

95
Q

Wat zijn de vereisten voor inbreng bij de oprichting van een BV of NV?

A

De inbreng moet volledig en onvoorwaardelijk geplaatst worden. Onvolledige plaatsing leidt tot oprichtersaansprakelijkheid. Opschortende en ontbindende voorwaarden worden als niet geschreven beschouwd.

96
Q

Wat is het verschil tussen plaatsing en volstorting van een inbreng?

A

Plaatsing is de belofte om iets in te brengen, terwijl volstorting de daadwerkelijke nakoming van die belofte is.

97
Q

: Welke soorten inbreng zijn er voor BV en NV?

A

Er zijn inbrengen in eigendom of in genot. Specifieke soorten inbrengen zijn:

Inbreng in geld: vereist een bankattest.
Inbreng in natura: vereist verslaggeving.
Inbreng van nijverheid (alleen bij BV): vereist verslaggeving.
98
Q

Wat is een bankattest en wanneer is het nodig?

A

Een bankattest is een document dat bevestigt dat de inbreng in geld is gestort. Het is nodig voor de oprichting van een BV of NV.

99
Q

Wat is vereist bij een inbreng in natura?

A

Bij een inbreng in natura is een verslag vereist dat de waarde van de inbreng bevestigt. Dit moet worden opgemaakt door een bedrijfsrevisor of een accountant.

100
Q

: Wat houdt inbreng van nijverheid in en welke vennootschapsvorm kent deze inbreng?

A

: Inbreng van nijverheid betekent dat een aandeelhouder belooft toekomstige prestaties te leveren aan de vennootschap, zoals werken voor de vennootschap. Deze inbreng is specifiek voor de BV en vereist verslaggeving.

101
Q

Wat is het financieel plan en waarom is het belangrijk bij de oprichting van een BV of NV?

A

Het financieel plan is een document dat de financiële haalbaarheid van de vennootschap aantoont. Het is belangrijk omdat het helpt bij het waarborgen van de oprichtersaansprakelijkheid en ondersteunt de beoordeling van de levensvatbaarheid van de vennootschap.

102
Q

Wat zijn de vereisten voor de tegenwerpelijkheid van inbrengen aan derden?

A

Om gestorte inbrengen tegenwerpelijk te maken aan derden, moeten formaliteiten worden nageleefd zoals de opmaak van een bankattest voor inbrengen in geld en de juiste verslaggeving voor inbrengen in natura. Bij onroerende goederen moet de inbreng notarieel worden vastgelegd.

103
Q

Wat is oprichtersaansprakelijkheid en wanneer treedt deze in werking?

A

Oprichtersaansprakelijkheid houdt in dat de oprichters aansprakelijk zijn voor de tekortkomingen bij de oprichting van de vennootschap, zoals onvolledige plaatsing van inbrengen. Deze aansprakelijkheid treedt in werking bij onvolledige of voorwaardelijke inbreng.

104
Q

Wat is de vereiste omvang van de plaatsing voor de oprichting van een NV?

A

Voor de oprichting van een NV is een minimumkapitaal van 61.500 EUR vereist voor plaatsing.

105
Q

Wat is de vereiste omvang van de plaatsing voor de oprichting van een BV onder het WVV?

A

Voor de oprichting van een BV is er geen wettelijk minimumkapitaal meer vereist, maar er moet wel een voldoende toereikend aanvangsvermogen zijn.

106
Q

Wat is de sanctie voor een NV als de plaatsing niet volledig voldoet aan de vereiste omvang?

A

: De sanctie voor een NV bij niet-voldoening aan de vereiste plaatsing is oprichtersaansprakelijkheid, maar niet de nietigheid van de vennootschap.

107
Q

Wat zijn de volstortingsvereisten voor een NV?

A

Voor een NV moet het minimumkapitaal van 61.500 EUR volgestort worden, waarbij minstens 1/4 van elk aandeel direct volgestort moet zijn. Inbreng in natura moet binnen vijf jaar volledig volgestort worden.

108
Q

Wat zijn de volstortingsvereisten voor een BV?

A

Voor een BV moeten de inbrengen volledig volgestort worden, tenzij de oprichtingsakte of statuten anders bepalen. Een bankattest is vereist om de volstorting te verifiëren.

109
Q

Wat gebeurt er bij niet-volstorting van aandelen in een NV of BV?

A

Bij niet-volstorting van aandelen kunnen stemrecht en dividendrecht onafhankelijk van de volstortingsgraad worden uitgeoefend. Het bestuur kan discretionair beslissen over volstorting, en bij in gebreke blijven kunnen stemrecht en dividendrecht worden opgeschort en kan interest van rechtswege worden gevorderd.

110
Q

Wat is het verschil tussen volledig volgestorte en niet-volgestorte aandelen?

A

Volledig volgestorte aandelen zijn aandelen waarvan de volledige waarde is ingebracht. Niet-volgestorte aandelen hebben dezelfde rechten, maar de houder heeft nog een schuld tegenover de vennootschap. Bij niet-volstorting kan de vennootschap schorsing van stemrecht en dividendrecht en rentevorderingen opleggen.

111
Q

Waarom is het belangrijk om in de statuten van een BV specifieke afspraken over volstorting te maken?

A

Het is belangrijk omdat dit de verplichting tot volstorting van inbreng kan aanpassen en een bankattest kan vermijden. De statuten kunnen bepalen of en wanneer de inbreng volledig volgestort moet worden.

112
Q

Wat gebeurt er als het bestuur besluit tot volstorting van niet-volgestorte aandelen en de aandeelhouder voldoet niet aan deze oproep?

A

Als de aandeelhouder niet voldoet aan de oproep tot volstorting, kunnen het stemrecht en dividendrecht worden opgeschort en kan interest van rechtswege worden gevorderd zolang de aandeelhouder in gebreke blijft.

113
Q

Wat is een bankattest volgens artikel 5:9 en 7:12 WVV?

A

Een bankattest is een document dat bevestigt dat geld is gestort op een bijzondere bankrekening op naam van de vennootschap in oprichting. Het geldt alleen voor geld dat bij oprichting wordt gestort, niet voor latere bijstortingen.

114
Q

Wat moet er gebeuren als de vennootschap niet wordt opgericht binnen een maand na storting?

A

Als de vennootschap niet wordt opgericht binnen een maand na storting, kan de deposant het gestorte geld terugvorderen.

115
Q

Waar moet de bank gevestigd zijn die het bankattest afgeeft?

A

De bank moet een kredietinstelling zijn uit de Europese Economische Ruimte (EER).
Flashcard 4:

116
Q

Wat wordt er vermeld in de oprichtingsakte met betrekking tot het bankattest?

A

In de oprichtingsakte worden de storting, het rekeningnummer en de bank vermeld die het bankattest heeft afgegeven.

117
Q

Wie mag beschikken over het geld dat op de bijzondere bankrekening is gestort?

A

Het geld kan alleen worden gebruikt door personen die de vennootschap kunnen verbinden, zoals de oprichters.

118
Q

Is het geld op de bijzondere bankrekening beslagbaar door schuldeisers van de oprichters?

A

Nee, het geld op de bijzondere bankrekening is niet beslagbaar door schuldeisers van de oprichters.

119
Q

Hoe kan het gebruik van een bankattest problematisch zijn voor buitenlandse oprichters?

A

Het gebruik van een bankattest kan problematisch zijn voor buitenlandse oprichters vanwege extra formaliteiten, zoals de noodzaak van een geblokkeerde rekening, die mogelijk moeilijker te beheren zijn vanuit het buitenland.

120
Q

Wat is een praktische reden voor het gebruik van een bankattest bij de oprichting van een vennootschap?

A

Een praktische reden voor het gebruik van een bankattest is om aan te tonen dat de inbreng in geld daadwerkelijk is gestort en om de oprichting van de vennootschap te formaliseren, wat zekerheid biedt voor alle betrokken partijen.

121
Q

Wat moet een inbrengverslag bevatten volgens artikel 5:7 en 7:7 WVV?

A

Een inbrengverslag moet een beschrijving van de inbreng, een motivering van het belang voor de vennootschap, en een vermelding van de waarde van de inbreng bevatten, inclusief eventuele afwijkingen van het controleverslag.

122
Q

: Wat is de rol van een bedrijfsrevisor bij inbreng in natura?

A

De bedrijfsrevisor onderzoekt de waarderingsmethoden en waarderingen die door de oprichters zijn toegepast. Het doel is om de voorgestelde ruilverhouding tussen inbreng en aandelen per aandeelhouder en de samenstelling van het eigen vermogen te evalueren. Dit verslag is niet-bindend.

123
Q

In welke drie gevallen is verslaggeving niet nodig bij inbreng in natura?

A

Verslaggeving is niet nodig bij:

Inbreng van genoteerde effecten of geldmarktinstrumenten, te waarderen tegen de gewogen gemiddelde koers van de afgelopen drie maanden.
Waardering van het ingebrachte goed door een bedrijfsrevisor in de afgelopen zes maanden.
Bestanddeel uit een gecontroleerde jaarrekening zonder voorbehoud, mits er een verklaring van het bestuursorgaan binnen een maand na de effectieve datum van de inbreng is.
124
Q

Waarom is er verhoogde aandacht voor inbreng in natura vanuit het perspectief van schuldeisers?

A

Schuldeisers hebben verhoogde aandacht voor inbreng in natura omdat de waarde die aan de inbreng wordt gehecht, zoals een vrachtwagen, invloed heeft op het maatschappelijk kapitaal en de positie van schuldeisers. Een overwaardering kan hun rechtmatige verwachtingen en verhaalsmogelijkheden schaden.

125
Q

Wat kan een risico zijn bij de waardering van een inbreng in natura?

A

Een risico is dat de waarde van de inbreng, zoals een vrachtwagen, te hoog wordt ingeschat. Als de werkelijke waarde lager is, kunnen schuldeisers en andere aandeelhouders benadeeld worden, wat leidt tot oprichtersaansprakelijkheid voor de oprichters.

126
Q

Wat moet gebeuren als er afgeweken wordt van de waardering in het controleverslag?

A

Als er afgeweken wordt van de waardering in het controleverslag, moet deze afwijking vermeld worden in het inbrengverslag, inclusief een verantwoording van de afwijking.

127
Q

Wat is de sanctie bij kennelijke overwaardering van een inbreng in natura?

A

Bij kennelijke overwaardering van een inbreng in natura kunnen oprichters aansprakelijk worden gesteld voor het verschil tussen de opgegeven waarde en de werkelijke waarde.

128
Q

Waarom kunnen uitzonderingen op de verslaggeving bij inbreng in natura nuttig zijn?

A

: Uitzonderingen kunnen nuttig zijn omdat het inschakelen van een bedrijfsrevisor duur kan zijn in verhouding tot de waarde van de ingebrachte goederen, of omdat sommige waarderingen objectief en eenvoudig te bepalen zijn, zoals beurskoerswaarden.

129
Q

Wat houdt de regeling van quasi-inbreng in volgens artikel 7:8-10 WVV?

A

Quasi-inbreng is van toepassing wanneer een vennootschap binnen twee jaar na het verkrijgen van haar rechtspersoonlijkheid een goed verwerft van een oprichter, bestuurder of aandeelhouder tegen een vergoeding van ten minste 10% van het geplaatste kapitaal. Hierbij is een controleverslag door een bedrijfsrevisor of commissaris vereist, evenals een bijzonder verslag van het bestuur en voorafgaande goedkeuring door de algemene vergadering.

130
Q

: Wanneer is de regeling van quasi-inbreng niet van toepassing?

A

De regeling is niet van toepassing op verkrijgingen in het gewone bedrijf van de vennootschap tegen marktvoorwaarden en enkele bekende uitzonderingen.

131
Q

Waarom is de regeling van quasi-inbreng ingevoerd?

A

De regeling is ingevoerd om te voorkomen dat verslaggeving wordt omzeild. Het zorgt ervoor dat binnen twee jaar na oprichting van een vennootschap, de verwerving van goederen van oprichters, bestuurders of aandeelhouders als inbreng in natura wordt behandeld.

132
Q

Wat is het verschil in de regeling van quasi-inbreng tussen een NV en een BV?

A

De regeling van quasi-inbreng is afgeschaft voor de BV om flexibiliteit te vergroten. Voor een NV blijft de regeling van toepassing en vereist verslaggeving en goedkeuring.

133
Q

Hoe kan men de regeling van quasi-inbreng omzeilen in een BV?

A

Men kan de regeling omzeilen door een inbreng in geld te doen bij oprichting en daarna met dat geld een goed te kopen van een aandeelhouder. Dit vermijdt de verslaggeving en goedkeuring die nodig zouden zijn bij een inbreng in natura.

134
Q

Wat zijn de risico’s bij het omzeilen van de regeling van quasi-inbreng in een BV?

A

Er is een risico op bestuurdersaansprakelijkheid en belangenconflicten. Als het goed wordt gekocht van een bestuurder van de vennootschap, moet rekening worden gehouden met de belangenconflictenregeling.

135
Q

Wat is een belangenconflict en hoe wordt dit geregeld?

A

Een belangenconflict ontstaat wanneer een bestuurder persoonlijke belangen heeft die botsen met de belangen van de vennootschap. Bij de aankoop van een goed van een bestuurder moet het belangenconflict volgens de regels worden behandeld om te waarborgen dat de vennootschap niet benadeeld wordt.

136
Q

Wat zijn de vereisten voor de vrijgave van een bankattest in het kader van een inbreng in geld?

A

De vrijgave van een bankattest mag alleen door personen die de vennootschap kunnen verbinden en het geld op de bijzondere bankrekening is niet beslagbaar door schuldeisers van de oprichters.

137
Q

: Wat is een inbreng van nijverheid in een vennootschap?

A

Een inbreng van nijverheid betreft de verbintenis om arbeid of diensten te presteren in ruil voor aandelen in de vennootschap. Het is een inbreng van toekomstige prestaties.

138
Q

Hoe wordt een inbreng van nijverheid behandeld in een NV volgens artikel 7:6 WVV?

A

In een NV kan een inbreng van nijverheid alleen worden vergoed met winstbewijzen, niet met aandelen. Deze winstbewijzen zijn effecten die buiten het maatschappelijk kapitaal vallen en vereisen geen controleverslaggeving.

139
Q

Hoe wordt een inbreng van nijverheid behandeld in een BV volgens artikel 5:10 WVV?

A

In een BV wordt een inbreng van nijverheid beschouwd als een inbreng in natura. Dit vereist een controleverslag en een inbrengverslag omdat er geen maatschappelijk kapitaal is.

140
Q

Waarom wordt een inbreng van nijverheid in de praktijk zelden gebruikt?

A

Een inbreng van nijverheid wordt zelden gebruikt vanwege de onzekere fiscale en boekhoudkundige behandeling, en de discussie tussen de boekhoudkundige normen (IBN) en bedrijfsrevisoren (IBR) over hoe dit fiscaal moet worden behandeld.

141
Q

Welke suppletieve regels zijn van toepassing bij een inbreng van nijverheid?

A

Suppletieve regels omvatten het concurrentieverbod (art. 1:9, §2, 3° WVV), de gevolgen van definitieve onmogelijkheid (zoals overlijden of onbekwaamheid, art. 5:10 WVV) en tijdelijke onmogelijkheid (schorsing).

142
Q

Wat houdt het concurrentieverbod in bij een inbreng van nijverheid?

A

Het concurrentieverbod betekent dat iemand die een inbreng van nijverheid doet in een BV of NV geen professionele activiteiten meer mag uitvoeren buiten de vennootschap. Dit kan problematisch zijn als de persoon wel economische activiteiten wil blijven doen.

143
Q

Wat gebeurt er bij definitieve onmogelijkheid van het leveren van arbeid of diensten bij een inbreng van nijverheid?

A

Bij definitieve onmogelijkheid, zoals overlijden of onbekwaamverklaring, vervallen de aandelen die zijn verkregen door de inbreng van nijverheid. Dit moet zorgvuldig worden gespecificeerd in de statuten om te voorkomen dat alle aandelen vervallen.

144
Q

Waarom is het belangrijk om in de statuten zorgvuldig om te gaan met bepalingen over inbreng van nijverheid?

A

Het is belangrijk omdat de wettelijke suppletieve regels vaak niet overeenkomen met de werkelijke intenties van de partijen. Bijvoorbeeld, men kan specifieke bepalingen opnemen om economische activiteiten buiten de vennootschap toe te staan of om de gevolgen van definitieve onmogelijkheid goed te regelen

145
Q

Wat is het doel van een financieel plan bij de oprichting van een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid?

A

Het doel van een financieel plan is om aan te tonen dat de vennootschap over voldoende aanvangsvermogen beschikt om minimaal twee jaar te overleven na oprichting. Dit is belangrijk voor de oprichtersaansprakelijkheid.

146
Q

Wat gebeurt er als een vennootschap binnen drie jaar na oprichting failliet gaat?

A

Als een vennootschap binnen drie jaar na oprichting failliet gaat, kan de curator het financieel plan opvragen bij de notaris. Als blijkt dat er vanaf het begin onvoldoende aanvangsvermogen was, kan de beperkte aansprakelijkheid van de oprichters worden opgeheven.

147
Q

Wat moet een financieel plan minimaal bevatten om te voldoen aan de vereisten volgens het WVV?

A

Een financieel plan moet minstens zes elementen bevatten, waaronder projecties en inschattingen van de financiële behoeften en middelen voor de eerste twee jaar van de vennootschap.

148
Q

Is het verplicht om een externe deskundige in te schakelen bij het opstellen van een financieel plan?

A

Het inschakelen van een externe deskundige, zoals een accountant of boekhouder, is niet verplicht bij het opstellen van een financieel plan. Als dit wel gebeurt, moet de naam van de deskundige in het plan worden vermeld.

149
Q

Wat is de rol van de notaris bij het financieel plan?

A

De rol van de notaris is om de externe wettigheid van het financieel plan te controleren, maar niet de inhoudelijke juistheid. De notaris moet het plan ondertekenen met “ne varietur” en hoeft het niet neer te leggen of aan te hechten.

150
Q

Welke risico’s lopen oprichters als het financieel plan niet aantoont dat er voldoende aanvangsvermogen is?

A

Als het financieel plan niet aantoont dat er voldoende aanvangsvermogen is, kunnen oprichters persoonlijk aansprakelijk worden gesteld bij een faillissement binnen drie jaar na oprichting. Dit geldt als er vanaf het begin duidelijk onvoldoende vermogen was.

151
Q

Hoe kunnen oprichters proberen het economisch risico van de vennootschap af te wenden op andere partijen?

A

Oprichters kunnen economisch risico afwenden door slechts een klein bedrag in te brengen als kapitaal en de rest als krediet aan de vennootschap te verstrekken, vaak met een pandrecht op de handelszaak. Dit kan echter als rechtsmisbruik worden beschouwd en leiden tot aansprakelijkheid.

152
Q

Waarom zei Geens dat bepaalde schulden van de vennootschap aan aandeelhouders automatisch achtergesteld moeten zijn?

A

Geens zei dat bepaalde schulden van de vennootschap aan aandeelhouders automatisch achtergesteld moeten zijn om te voorkomen dat oprichters economisch risico afwenden op andere schuldeisers en om te zorgen dat aandeelhouders hun werkelijke intentie om voldoende kapitaal in te brengen niet kunnen verbergen.

153
Q

Wat is de bestaansreden van oprichtersaansprakelijkheid volgens het WVV?

A

De bestaansreden van oprichtersaansprakelijkheid is om gebreken in de oprichting en vermogensvorming op te vangen met aansprakelijkheid in plaats van nietigheid van de vennootschap. Dit zorgt voor een remedie voor fouten of tekortkomingen tijdens de oprichting

154
Q

Wat zijn de belangrijkste gronden voor oprichtersaansprakelijkheid volgens artikelen 5:15-17 en 7:17-21 WVV?

A

De belangrijkste gronden voor oprichtersaansprakelijkheid zijn kennelijk ontoereikend aanvangsvermogen, kennelijke overwaardering van inbrengen in natura, vertegenwoordiging of sterkmaking, en ongeldige inschrijving.

155
Q

Wat is de verjaringstermijn voor oprichtersaansprakelijkheid?

A

De verjaringstermijn voor oprichtersaansprakelijkheid is vijf jaar.

156
Q

Wie wordt beschouwd als oprichter in een BV of NV volgens het WVV?

A

De oprichter is in principe degene die verschijnt voor de notaris bij de oprichting. Uitzonderingen zijn opstellers van de ontwerpakte bij oprichting met inschrijvingen; loutere inschrijvers die maximaal 2/3 van het kapitaal verwerven, geen oprichtersvoordelen genieten, en alleen inbreng in geld doen, worden niet als oprichter beschouwd.

157
Q

Wat zijn de voorwaarden voor iemand om als loutere inschrijver te worden beschouwd en niet aansprakelijk te zijn als oprichter?

A

Een loutere inschrijver mag maximaal 2/3 van de aandelen/kapitaal verwerven, geen oprichtersvoordelen genieten, en alleen inbreng in geld doen. Deze personen dragen geen oprichtersaansprakelijkheid.

158
Q

Wat gebeurt er als een vennootschap binnen drie jaar na oprichting failliet gaat en er sprake is van kennelijk ontoereikend aanvangsvermogen

A

Als een vennootschap binnen drie jaar na oprichting failliet gaat en er is sprake van kennelijk ontoereikend aanvangsvermogen, kunnen de oprichters persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld voor de schulden van de vennootschap.

159
Q

Wat is het gevolg van kennelijke overwaardering van inbrengen in natura?

A

Bij kennelijke overwaardering van inbrengen in natura, vooral als er wordt afgeweken van het controleverslag, kunnen de oprichters aansprakelijk worden gesteld voor het verschil tussen de opgegeven waarde en de werkelijke waarde.

160
Q

Kan iemand die zijn aandelen verkoopt aan een derde partij nog steeds aansprakelijk worden gesteld als oprichter?

A

Ja, iemand die zijn aandelen verkoopt blijft oprichter en kan nog steeds aansprakelijk worden gesteld bij faillissement binnen drie jaar na oprichting en bij kennelijk ontoereikend aanvangsvermogen.