inleiding management en organisaties Flashcards

1
Q

wat is een manager

A

een manager werkt met behulp van medewerkers en coördineert, om de doelstellingen van een bedrijf te realiseren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn de 4 organisatieniveau’s

A

topmanagers, middlemanagers, lagere managers en uitvoerend personeel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

leg uit efficiëntie

A

taken goed uitvoeren met zo weinig mogelijk verspilling van middelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

leg uit effectiviteit

A

de dingen doen die leiden tot het behalen van de doelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn de 4 managementfuncties?

A

plannen, organiseren, leidinggeven, controleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn de 3 managementrollen?

A

intermenselijke-, informatieve- en beslissingsrol.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn de 3 managmentvaardigheden?

A

conceptuele, menselijke en technische vaardigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is een organisatie?

A

een geheel waarin mensen op een doelbewuste manier worden samengebracht om specifieke doelstellingen te bereiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly