inleiding iconografie Flashcards

hc1

1
Q

Wat is het iconografische systeem dat Erwin Panofsky ontwikkelde?

A

Panofsky is de vader van de iconografie, zijn systeem bestond uit:
1. Pre-iconografische beschrijving
2. Iconografische beschrijving
3. Iconografische analyse
4. Iconologie (plaatsen in context van de tijd)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef de definitie(s) van iconografie

A

De tak van kunstgeschiedenis die thema’s, onderwerpen, motieven, symbolen en hun diepere betekenis in de beeldende kunst bestudeert.
Alles wat behoort tot de uitbeelding van thema’s, onderwerpen en motieven in de beeldende kunst.
-> Het lezen, interpreteren van kunst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom werd iconografie ontwikkeld?

A

Iconografie werd origineel ontwikkeld voor de beeldende kunst van de middeleeuwen maar is ook inzetbaar in de latere/moderne kunst en andere uitingen van visuele cultuur (bijv. film)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een onderwerp?

A

Iets wat verschillende facetten van hetzelfde thema weergeeft zoals motieven en (historische) figuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een motief?

A

Iconografie van het specifieke thema (bijv. christus kruishout)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een attribuut? Welke soorten attributen bestaan er?

A

voorwerpen die aan een figuur worden toegevoegd ter onderscheiding
- algemene attributen
- persoonlijke attributen
Een attribuut kan zich door de geschiedenis heen ontwikkelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe kan men een heilige identificeren aan een attribuut?

A

 Nimbus/aureool, (heilig)
 Mandorla (heiligheid)
 Palmtak (heilig, overwinningsteken, martelaren) (Jeruzalem vaarders)
 Kruisje vasthouden (heilig)
- een zegenend gebaar maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

In welke situatie is een nimbus geen algemeen attribuut?

A

In het geval van een kruisnimbus (god en Jezus)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe herkent men de heilige Agnes

A

Aan haar lam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een symbool?

A

een begrip (of voorstelling daarvan) dat een ander begrip vervangt en samenvat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar staat De Duif symbool voor?

A

De Heilige geest; Johannes zag een geest afdalen als een duif

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar staat het lam Gods symbool voor?

A

symbool christus
* Offerdier (opofferende jezus die zonden op zich neemt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar staat de pelikaan symbool voor?

A

christus
* Vaak boven op het kruis
* Eigen borst doorborend, bloed aan kinderen gevend (christus geeft bloed aan de mensheid)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
  • Gevleugelde mens;
  • Gevleugelde leeuw;
  • Gevleugelde rund;
  • Adelaar;
    Voor wie staan deze dieren symbool?
A

 Vier evangelisten
* Gevleugelde mens; Mattheus
* Gevleugelde leeuw; Marcus
* Gevleugelde rund; Lucas
* Adelaar; Johannes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de Majestas domini?

A

christus in mandorla met vier evangelisten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een personificatie?

A

symbool bestaande uit een menselijke figuur die staat voor een abstract idee, begrip of concept

17
Q

Wat zijn de drie christelijke deugden en waaraan zijn deze herkenbaar?

A
  • Geloof (fides); boek/bijbel, kruis
  • Hoop (spes); anker
  • Liefde (caritas); moederfiguur, kinderen
18
Q

Wat zijn de vier kardinale deugden en waaraan zijn deze herkenbaar?

A
  • Voorzichtigheid (prudentia); slangen, meerdere gezichten
  • Gerechtigheid (justitia); weegschaal, zwaard
  • Kracht (fortitudo); zuil, krachtige uitstraling
  • Gematigdheid (temperantia); schenken, matigend
19
Q

Wat is een conventioneel onderwerp?

A

Onderwerp gebonden aan conventies/iconografische tradities
- Westerse kunst va oudheid
Christelijk
Klassieke mythologie en geschiedenis
Personificaties en allegorieën
Post-klassieke literatuur (roman)

20
Q

De titel of bijnaam van een kunstwerk verhoudt zich vaak tot een conventioneel onderwerp. Waarom wordt dit gedaan?

A

De titel wordt vaak gegeven als richtlijn door de kunstenaar of het ontstaan van een bijnaam groeit in de kunstwereld.

21
Q

Wat is een raamthema (rahmenthemen/encompassing themes)?

A

Uitbeelden van nieuwe onderwerpen aansluitend bij al bestaande verwante onderwerpen, wat de iconografieën met elkaar verbindt.
- Raamthema; venster naar ander thema
Te rangschrikken en onderzoeken

22
Q

Wat zijn voorbeelden van het Raamthema; de leraar met de leerling?

A
  • Christus met zijn discipelen
  • Griekse filosofengroep beelden
23
Q

Wat houdt het Raamthema; de hemelvaart, in?

A
  • Omgeven door engelen
  • Sarcofaag met overleden persoon; imago clipeata
  • Luchtreis, de hemel in getild
24
Q

Op welke manier kan een scene uit een roman tot een raamthema leiden?

A

Wanneer beeldtaal wordt gebaseerd op afbeeldingen van vergelijkbare verhalen

25
Q

Wat is een voorbeeld van het Raamthema; stervende man?

A
  • Bewening van Christus
26
Q

Hoe ontwikkeld beeldtaal of een iconografische traditie zich?

A
  • Houden aan tradities zodat mensen een beeld herkennen
  • Afbeeldingen beïnvloeden elkaar in visuele tradities
    o Interpretatief model
    o Visuele paralellen vinden (raamthema)
    Dit kan men in verband brengen met elkaar;
    o Manier van kijken
    o Bewijs vinden dat de kunstenaar “beïnvloed zou kunnen zijn”