Iconografie in de moderne kunst Flashcards
HC7
Wat is een conventioneel onderwerp?
Een onderwerp dat gebonden is aan conventies en iconografische tradities; christelijk, klassieke mythologie en geschiedenis, personificaties en allegorieën, post-klassieke literatuur
Leg uit hoe een conventioneel onderwerp zich naar een algemeen onderwerp kan ontwikkelen in de moderne kunst?
Men neemt een beeldtraditie (bijv. een pose), daar wordt dan misschien een spin-off van gemaakt. Hier ontwikkeld zich dan een nieuwe beeldtraditie doordat deze een nieuwe context, een nieuwe combinatie of een nieuwer algemeen onderwerp uitlicht. Vaak wordt deze geboorte van de nieuwe beeldtraditie goed identificeerbaar in de titel of in het gebruik van een veralgemeniserend beeld.
Dit kan in het oeuvre van 1 kunstenaar plaatsvinden.
Hierbij geeft algemeenheid de mogelijkheid voor nieuw betekenis en subjectiviteit.
LET OP; titel en betekenis kunnen misleidend zijn
Op welke manier maakt moderne kunst het kunsthistorici moeilijker om de iconografie te identificeren?
Titels en betekenissen van kunstwerken kunnen misleidend zijn. Kunstenaars kunnen iets poseren of spelen met een mythologisering, bestaande iconografie en beeldtaal. Soms staat er simpelweg bij een werk dat het ‘geen kunst’ is.
Het doorwerken van oude tradities in moderne onderwerpen leidt vaak tot het spelen met bestaande beeldtradities en het abstraheren van bijvoorbeeld klassieke mythologie. Leg uit op welke manier dit gebeurt.
Er wordt gebruik gemaakt van de herkenbaarheid van een attribuut. Hier speelt de kunstenaar in op ons associatief vermogen.
Het werk kan worden onderscheiden in componenten door bijv. verschillende disciplines te gebruiken. Op deze manier is het nog wel mogelijk om de losse componenten iconografisch te analyseren.
Het gebruik van tekst in het werk kan een interpretatie van het werk sturen.
Het creëeren van een eigen creatief en associatief universum (een eigen beeldtaal).
Dit ‘eigen verhaal creëeren’ wordt vaak geïnspireerd op conventionele onderwerpen en bestaande beeldtradities.
Iconografische traditie van conventionele onderwerpen valt weg, wat betekend dit voor de interpretatie?
De nieuwe selectieve verhoudingen, of complete breuk met beeldtradities leidt tot zeer algemene of zeer persoonlijke interpretaties. Dit maakt kunst een nog individuelere aangelegenheid.
Het doorwerken van oude tradities in moderne onderwerpen leidt vaak tot het spelen met bestaande beeldtradities en het abstraheren van bijvoorbeeld christelijke verhalen. Leg uit op welke manier dit gebeurt.
Er wordt een nieuw origineel gecreëerd door het maken van kopieën. (Andy Warhol)
Het plaatsen in een andere/moderne context bijv. door het gebruik van hedendaagse kleding en diversiteit.
Slechts de essentie van het verhaal uitbeelden, dit speelt met anonimiteit en identificatie. (Houten laatste avondmaal)
De toeschouwer laten deelnemen roept vragen op over de positie van de toeschouwer en kunstenaar ten opzichte van het werk.
Het gebruik van christelijke verhalen in moderne kunst en onderwerpen lijdt tot een verandering ten opzichte van het christelijke onderwerp. Leg dit uit.
Het kan leiden tot een minder christelijke betekenis van een christelijk onderwerp.
De status van de maker verreisd boven die van opdrachtgever God.
Hoe veranderd de positie van kunstenaars in de moderne tijd?
Kunstenaars krijgen of streven naar een sterstatus (Andy Warhol).
Er ontstaat een marketingachtergrond (pop-art)
Iconisering in moderne tijd en media
Panofsky stelde dat
‘Het elimineren van secundaire of conventionele onderwerpen zorgt voor een overgang van motieven naar inhoud die de betekenis bepalen’
Wat bedoelde hij hiermee?
En wat is een argument hiertegen?
Hij bedoelde hiermee dat op het moment dat er iconografie niet meer de betekenis van een werk kan bepalen op het moment dat er geen secundaire/conventionele onderwerpen spelen (oftewel er geen herkenbare motieven en thema’s op basis hiervan).
Maar
Werken zonder conventionele of secundaire onderwerpen hebben nog steeds een stijl en/of iconografische traditie, neem stillevens of landschap stillevens als voorbeeld.
Beeldtradities hoeven niet op een schriftelijke bron (bijbel/ovidius) gebaseerd te zijn
Het ontstaan van beeldtradities in abstracte kunst laat zien dat er in iedergeval een stijl te identificeren is. Want de ene bastractie is de andere niet.
Wat is mythbusting, en welke kunstenaar wordt hiermee geassocieerd?
Zelfmythologisering; het verzinnen van een eigen verhaal. Dit is meestal wel afgeleid van daadwerkelijke beeldtradities en bronnen. Deze worden ‘hervormd’ tot een eigen verhaal.
Ook kan men hedendaagse iconen (zoals Nietzsche) neerzetten als metafoor of symbool. > ‘allegorisering’
de Chirico deed aan zelfmythologisering in zijn oeuvre. Ook verzon hij een verhaal rondom zijn persoonlijke leven.
Op welke manier doen kunstenaars als de Chirico aan ‘mythbusting’? (hoe werkt het) En wat betekende dit voor het ontstaan van beeldtradities?
Door het samenbrengen van elementen om betekenis te creëren; 1 bekend element en meerdere ‘onbetekenisvolle’ element > toekennen van eigentijdse betekenis
Het selectief teruggrijpen op andere stijlen en kunstenaars.
Men creëerde op deze manier een beeldtraditie binnen het eigen werk. Zo werd de kunstenaar zelf een ‘bron’ (zoals de bijbel of Ovidius) voor andere kunstenaars.
Kounellis ging anders te werk dan de Chirico. Leg uit hoe hij deed aan zelf-mystificeren en wat voor rol ‘betekenis’ speelde in zijn werk.
Kounellis verdoezelde juist zijn persoonlijke verhaal. Dit deed hij ook in zijn werk. Hij liet de betekenis in het midden.
De betekenis van zijn werk, het opschrift, of lijkende symbolen blijven onbekend zelfs en vooral in de context.
Hij maakte dus WEL gebruik van beeldtraditie; pakken element uit ander werk en deze plaatsen in een nieuwe context.
Hij deed zoiets met een reden maar waarom hij het deed of wat het betekende werd nooit uitgelegd.