Inleiding: begrippen Flashcards
Pareto-verbetering
een verandering die ertoe leidt dat de welvaart van minstens één individu toeneemt zonder dat de welvaart van een ander individu afneemt
Pareto efficiënte allocatie
een toestand in de economie of samenleving is Pareto-efficiënt indien het niet mogelijk is een verandering door te voeren waarbij de welvaart van één individu toeneemt zonder dat de welvaart van ten minste één ander individu afneemt
Allocatie
ervoor zorgen dat de hoogst mogelijke economische welvaart wordt bereikt
In theorie is er Pareto-efficiënte allocatie via de markt, maar welvaartsverlies door: (4)
- Marktwerking: er moet een markt zijn: privaat eigendom + contracten afdwingen
- Marktfalen: asymmetrische informatie + marktmacht
- Externaliteiten: negatief (vervuiling) + positief (extra onderwijs: meer innovatie)
- Publieke goederen
Wat is distributie?
Het verdelen van de welvaart, dit is rechtvaardiger dan allocatie
Redenen voor distributie?
- Mensen hebben normen en waarden (intrinsiek belang aan gelijke verdeling + wil maatschappij die dit respecteert)
- Sociale rechtvaarigheidstheorieën: streven naar gelijkheid is rationeel (Rawls’ veil of ignorance (risk aversie, verzekeringsargument) + sociaal contract Rousseau & Locke)
- Allocatieve efficiëntie: ongelijke verdeling is niet meest efficiënt (vb criminaliteit, onderwijs, maatschappelijk vertrouwen)
- Democratie (geld is macht, omkoperij –> democratie + ongelijkheid en populisme)
Wat is stabilisatie?
Conjunctuurschommelingen onder controle houden: bij laagconjunctuur de economie stimuleren, bij hoogconjunctuur de economie afremmen
Waarom gebruikt men economische modellen?
- experimenteren niet mogelijk/wenselijk
- het verleden is soms niet betrouwbaar
- economisch systeem is groot en complex
- model laat toe logisch en consistent te redeneren
Wat zijn convexe voorkeuren?
Hoe meer je van iets hebt, hoe minder je geïnteresseerd bent in nog extra van hetzelfde
Assumpties betreffende de agenten in de ruileconomie
- ze hebben convexe voorkeuren
- ze handelen rationeel
- ze handelen in hun eigenbelang
- ze zijn perfect geïnformeerd
- informatie = symmetrisch
- geen marktmacht
Assumpties betreffende de goederen in de ruileconomie
- geen publieke goederen
- geen externaliteiten
Wat is de endowment?
de beginsituatie, wat je krijgt om te starten
Twee theorema’s van de welvaartseconomie
- De allocatie van goederen in een competitief evenwicht is Pareto-efficiënt
- Met convexe voorkeuren kan elke Pareto-efficiënte allocatie bereikt worden als competitief evenwicht
Leg het eerste theorema uit
Door de marktwerking komt men vanzelf in een Pareto efficiënte situatie
Leg het tweede theorema uit
- Laat ‘mama’ (overheid) op voorhand ingrijpen en zo kan je elke mogelijke Pareto efficiënte situatie bereiken
- De overheid kiest de startsituatie/endowment en daardoor kan herverdeeld worden, maar allocatie brengt hen wel tot een Pareto-efficiënt punt = decentralisatie