Inleiding Flashcards

1
Q

Wat zijn de middeleeuwen?

A

Na het uiteenvallen van het West Romeinse Rijk ( 496 na Christus) volgt er een periode van ongeveer 1000 jaar, die we in Europa de Middeleeuwen noemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wanneer waren de middeleeuwen?

A
  • Het tijdvak van de Middeleeuwen laat men meestal van 500 tot 1500 duren.
  • Volgens sommigen eindigde de Middeleeuwen in de 13e eeuw, volgens anderen pas in de 16e eeuw.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom heet deze periode de middeleeuwen

A

Geleerden uit de 15e eeuw hebben deze naam bedacht omdat ze grote bewondering hadden voorde Griekse en Romeinse cultuur. Ze vonden hun eigen tijd. Hun eigen tijd vonden ze ook belangrijk maar de tijd daartussen stelde weinig voor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke reputatie verandering ondergingen de middeleeuwen na de 19e eeuw?

A

Vanaf de 19e eeuw gingen de mensen anders denken over de Middeleeuwen.
Het woord Middeleeuwen bleef wel bestaan, maar het klonk niet meer negatief.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe worden de middeleeuwen verdeeld?

A

De Middeleeuwen worden verdeeld in de Vroege en Late Middeleeuwen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer was de overgang van de Vroege naar Late Middeleeuwen?

A

De overgang valt in de 11e eeuw.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe lang duurden de middeleeuwen?

A

ongeveer 1000 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly