6.1 De Germanen en Karel de Grote Flashcards

1
Q

Hoe ontstonden de Germaanse staten?

A
  • Doordat de Romijnen tijdens de laatste eeuwen van het Romeinse rijk niet meer op konden tegen de vele volken (o.a. Hunnen en Germenan) die het Rijk binnen vielen.
  • De meeste volken trokken zich terug, maar de Germanen bleven.
  • Zo ontstond een lappendeken van Germaanse staten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe verhielden die Germaanse staten zich tot elkaar?

A

De Germaanse volken hadden ieder hun eigen staat. Maar ze hadden veel gemeenschappelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat hadden de Germaanse volken gemeenschappelijk?

A
  • De talen leken op elkaar.
  • Ze leefden vooral van landbouw en leefden in dorpen.
  • Er was een gelaagde samenleving.
  • Elk volk was verdeeld in verschillende stammen.
  • In iedere stam had de vergadering van vrije mannen de meeste macht.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe was de Germaanse samenleving opgebouwd?

A

Bovenaan stonden de vrije mannen, vrijgelatenen vormden de middelste laag en slaven de onderste laag. (Vrouwen en kinderen waren volledig ondergeschikt aan hun man/vader).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe was de machtsverdeling binnen de stammen?

A

In iedere stam had de vergadering van vrije mannen de meeste macht. In oorlogstijd echter werd er een aanvoerder gekozen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welk Germaans volk wordt als het belangrijkst gezien?

A

De Franken werden het belangrijkste Germaanse volk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welk land is naar de Franken genoemd?

A

Het huidige Frankrijk is naar hen genoemd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wie was Karel de Grote?

A

Karel de Grote was de belangrijkste koning van de Franken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer leefde Karel de Grote?

A

742-814

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar staat Karel de Grote bekend om?

A
  • Hij deed veel voor Onderwijs en Wetenschap
  • Hij liet het schrift verbeteren.
  • Hij voerde oorlogen om zijn land te vergroten en om het Christendom te verspreiden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat had Karel de Grote voor het onderwijs gedaan?

A
  • Hij liet geestelijken overal in kloosters en kerken scholen oprichten voor kinderen van edelen en andere veelbelovende kinderen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat had Karel de Grote voor de wetenschap gedaan?

A

Aan het hof nodigde hij geleerden uit die Griekse en Romeinse handschriften bestudeerden. Om zo te leren van de Romeinen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Geef een voorbeeld van wat Karel de Groote wilde leren van de Romeinen?

A

Hij wilde o.a. leren van hun wetten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat had Karel de Grote gedaan om het handschrift te verbeteren?

A

Naast de Hoofdletters voerde hij de kleine letters in.

De Romeinen schreven alles met hoofdletters.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wanneer werd Karel de Grote tot Keizer gekroond?

A

In 800 werd Karel de Grote tot keizer gekroond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Door wie en waar werd Karel de Grote tot Keizer gekroond?

A

Karel de Grote door de Paus in Rome tot keizer gekroond

17
Q

Waarom werd Karel de Grote tot Keizer gekroond?

A

Omdat hij van West-Europa (d.m.v. vele oorlogen) weer een groot rijk had gemaakt.

18
Q

Waarom viel na de dood van Karel de Grote het rijk uiteen?

A

1) de gewoonte van de Germanen om het rijk te verdelen onder alle zonen van de vorst;
2) de oorlogen die de opvolgers van Karel de Grote onder elkaar voerden;
3) de aanvallen van volken zoals de Noormannen vanuit het Noorden en de moslims vanuit het zuiden.