Injury and repair Flashcards
Wat is het aanhechtingsepitheel?
Hechting tussen cellen en lamina basalis met behulp van hemidesmosomen (bv. bij de verkleving tussen tand en tandvlees)
Wondgenezing verloopt in 3 verschillende fases, welke zijn dit?:
- Ontstekingsreactie/Reactiefase: de korst wordt gevormd
- Proliferatie/Regeneratiefase: nieuw weefsel wordt gevormd
- Remodelleringsfase: origineel weefsel wordt gevormd (zenuwweefsel kan niet herstellen)
Wat gebeurt er in de ontstekingsfase/reactiefase?
Dit is de eerste reactie op weefselschade, deze fase duur 1-5 dagen. Op de plek van de bloeding wordt een korst gevormd het immuunsysteem reageert (witte bloedcellen)
Hierin reageert het lichaam door witte bloedcellen naar de wond toe te sturen (chemotaxis= door het vrijkomen van de ontstekingsstoffen die door het beschadigde weefsel worden afgegeven, komen de witte bloedcellen er op af). Specifiek de fagocyten doden de indringers en ruimen ze op, wat er voor zorgt dat het weefsel zich kan herstellen. De eiwitten die uit het bloedvat stromen vormen een klontje wat zorgt voor het stoppen van het bloeden van de wond.
Wat gebeurt er in de proliferatie/regeneratiefase?
Deze fase duurt 5-21 dagen. De cellen (met name fibroblasten) gaan vermenigvuldigen en er wordt nieuw weefsel gevormd. Haarvaten (capillairen) worden groeien in = granulatieweefsel
Er vindt activatie en proliferatie (extreem veel delen) van fibroblasten plaats. Dit zijn cellen van het bindweefsel. Ook ontstaan er nieuwe haarvaatjes die afstammen van vaten die niet beschadigd zijn en in de buurt van de wond. Daarnaast ontstaat er granulatieweefsel. Dit is nieuw weefsel wat het beschadigde weefsel vervangt. Het eerder gevormde bloed klontje wordt door de macrofagen opgegeten -> wond dicht.
Wat is granulatieweefsel?
Nieuw weefsel dat de wond afsluit
Wat gebeurt
er in de remodelleringsfase (2)?
21 dagen tot één jaar (afhankelijk van type weefsel en ernst van de wond)
Het weefsel krijgt of zijn originele structuur terug (regeneration) of krijgt een litteken weefsel (fibrosis).
De 5 klinische kenmerken van een ontsteking:
- Warmte (calor)
- Roodheid (rubor)
- Zwelling (tumor)
- Pijn (dolor)
- Functie verlies (functio laesa)
Waarom is de ontstekingsfase zo belangrijk en wat is het doel?
Omdat in deze fase het lichaam reageert op weefselschade met als doel dit te herstellen
De lokale ontstekingsreactie =
Inflammatory response
Welke 3 ontstekingsmediatoren/ontstekingsstoffen zijn er?
- Histamine
- Prostaglandine
- Bradykinine
Wat komt er vrij bij inflammatory response en welke effecten hebben dit op de bloedvaten?
Er komen ontstekingsmediatoren/ontstekingsstoffen vrij (histamine, prostaglandine, bradykinine).
Het effect op bloedvaten = vasodilatatie en toegenomen permeabiliteit
Benaming bloedvatverwijding =
Vasodilatatie
Doorlaatbaarheid =
Permeabiliteit
Welke effecten hebben de ontstekingsmediatoren/stoffen op de leukocyten?
Wat houdt dit in?
Chemotaxis (stof die voor migratie zorgt)
= het proces dat leukocyten ontstekingsmediatoren herkennen en naar de plaats van de ontsteking migreren
Wat is het gevolg van vasodilatatie en wat kan je hiermee verklaren?
Hyperemie, versterkte doorbloeding.
Meer bloedtoevoer verklaard roodheid en warmte