Infecties van het CZS Flashcards

1
Q

Meningisme, ook bij …

A

SAH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke cellen vindt je in CSV?

A

Monocyten of lymfocyten. GEEN polynucleairen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Encefalitis: tekens? (3)

A

Focale neurologische uitval, E-aanvallen, verminderd bewustzijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Encefalitis gaat altijd gepaard met …

A

Meningitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

5 bacteriële infecties van het CZS

A
  1. Acute bacteriële meningitis
  2. Tuberculeuze meningitis
  3. Hersenabces
  4. Neurosyfilis
  5. Neuroborreliose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bacteriële meningitis: 4 spreidingswegen?

A
  1. Hematogeen: vnl uit nasofarynx
  2. Uitbreiding vanuit omgeving: NKO (OMA, sinusitis, mastoïditis)
  3. Schedelfracturen: rechtstreeks buitenwereld
  4. Iatrogeen: na neurochirurgie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bacteriële meningitis: 3 meest frequente en lft?

A
  1. H. influenza: kleine kinderen
  2. Neisseria meningitidis: 2-20j, kan epidemies geven.
  3. Streptococcus pneumoniae: vooral > 20 jaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bacteriële meningitis: 3 zeldzame verwekkers?

A
  1. Listeria monocytogenes: neonati (<1m), zwangeren, ouderen (> 60j) en IC
  2. GBS (S. agalactiae): neonati
  3. Stafylokokken en gramnegatieve bacillen: vooral bij iatrogeen of schedelfracturen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bacteriële meningitis: kliniek? Bij wie opletten?

A
  • Prodromale fase van enkele dagen: grieperig, lichte koorts en lichte hoofdpijn
  • Na enkele uren tot een dag: hoge koorts (38,5-40,5), hevige hoofdpijn, nekstijfheid, braken, verwardheid; ernstig: bwzdaling en coma.
  • Soms focaal zo encefalitis
  • Neonati, bejaarden en IC: minder duidelijk (lagere koorts, minder duidelijk meningisme)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Meningokokkensepsis: kliniek?

A
  • Cfr. gewone
  • Korte tijd: rash -> petechieën en purpura op romp en benen
  • Shock tot Waterhouse-Friderichsen syndroom (acute bijnierinsufficiëntie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bacteriële meningitis: diagnose?

A
  • LP:
    . Sterke pleiocytose (100-1000 WBC) van polynucleairen (troebel vocht!)
    . Gestegen eiwit
    . Glycemie: CSF/serum < 0,4 in 60%
    . Vaak gestegen openingsdruk
    . Gramkleuring: + in > 60%
    . Culturen positief in > 80% van de gevallen
  • Eerst een CT bij focale uitval, bwz daling, papiloedeem of IC -> uitsluiten RIP.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bacteriële meningitis: wanneer geen polynucleaire pleocytose?

A
  1. Gemaskeerde of onderbehandelde bact meningitis: lymfocytair
  2. Listeria: vaak lymfocytair
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Acute bacteriële meningitis: behandeling

A
  • Derde generatie cefalosporine IV ged 10-14d (bv. Rocephine 2x2gr/d)
  • Associatie van ampicilline bij verhoogd risico op Listeria bv.
  • Bij CT: AB starten na afname HC, voor CT en LP
  • Adjuvant dexamethason 10mg om de 6 uur gedurende de eerste vier dagen, liefst 15 min voor eerste dosis AB.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Profylaxe meningokokkenmeningitis

A

Rifampicine:

  • 600mg om de 12u ged 2 dagen (volwassenen)
  • 10 mg/kg om de 12u ged 2 dagen (kinderen >1m)
  • 5 mg/kg om de 12u ged 2 dagen (<1m)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Mortaliteit meningitis?

A

20%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Complicaties meningitis? (6)

A
  1. Intracraniële overdruk in acute fase
  2. Empyeem (vnl kinderen)
  3. Hersenabces
  4. Vasculitis: uitval craniale zenuwen (n. VIII, blijvende doofheid), art of ven trombose!
  5. Epilepsie door letsels obv abces/CVA
  6. Hydrocefalie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hersenabces: etiologie? (6)

A
  • Complicatie meningitis
  • Hematogeen: vaak multipel (risicofactor is omzeillen pulmonair capillair bed)
  • Directe uitbreiding naburige infectie
  • Penetrerend schedeltrauma
  • Iatrogeen na neurochirurgie
  • Cryptogeen (25%)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hersenabces: kliniek?

A

~ RIP

  • Hoofdpijn
  • Focale neurologische tekens
  • Epilepsie
  • Koorts slechts 50%
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Hersenabces: meningisme?

A

Meestal niet

20
Q

Hersenabces: diagnose?

A
  • CT/MRI: ringvormig contrastcapterend proces

- Microbiologisch: stereotactische aspiratie -> Gramkleuring en cultuur

21
Q

Hersenabces: R/?

A
  • 6-8 weken IV antibiotica
  • Neurochirurgisch vaak: drainage of incisie
  • AED zo nodig
22
Q

Tuberculeuze meningitis: RF?

A

Drugsgebruikers, migranten, IC

23
Q

Tuberculeuze meningitis: presentatie?

A
  • Subacute tot chronische meningitis waarbij pt al weken hoofdpijn, vermagering, nachtzweten, subfebriel is.
  • Later wordt meningisme duidelijk
  • Basale meningitis: uitval craniale zenuwen
  • Evt encefalitis: focale tekenen en uiteindelijk coma
24
Q

Tuberculeuze meningitis: D/?

A
  • LP: lymfocytaire pleocytose (10-500), gestegen eiwit en zeer lage glucose
  • Ziehlkleuring is weinig sensitief.
  • Löwensteinculturen duren 4-8 weken en slechts in 50% positief.
25
Q

Lage glucose op LP: DD?

A
  • TBC
  • Acute bacteriële meningitis
  • Meningitis carcinomatosa
  • Fungale meningitis
26
Q

3 neurologische complicaties TBC?

A
  1. TBC meningitis
  2. TBC spondylitis (ziekte van Pott) met secundaire ruggemergcompressie
  3. Cerebraal tuberculoom: klinisch zoals cerebraal RIP
27
Q

Stadia van Ziekte van Lyme

A
  1. Stadium 1 (d-w na beet): griepachtig syndroom, erythema chronicum migrans
  2. Stadium 2 (w-m) zo onbehandeld: lymfocytaire meningitis, soms ook asymptomatisch. Verwikkeld met:
    . Uitval craniale zenuwen (n. VII, vaak bilateraal)
    . Pijnlijke radiculitis (dd compressie)
    . Polyneuroradiculitis (dd GB)
    . Hartritmestoornissen en gewrichtsproblemen
  3. Stadium 3 (m-j): chronische encefalitis met o.a. cognitieve achteruitgang
28
Q

Neuroborreliose: D/?

A

LP: lymfocytaire pleocytose + antistoffen Borrelia

29
Q

Neuroborreliose: R/?

A

3e generatie cefalosporine IV

30
Q

Symptomen neurosyfilis? (3)

A

Grote variëteit, o.a.:

  1. Subacute/chronische meningitis
  2. Tabes dorsalis: sensorische ataxie en hevige, schietende pijnen
  3. Dementia paralytica: chronische encefalitis met allerlei neuropsychiatrische symptomen (auto-immuun, jaren later, dus niet bact zelf)
31
Q

Neurosyfilis: D/?

A
  • LP: lymfocytaire pleocytose

- Treponema pallidum test op bloed en CSV

32
Q

Virale meningitis en encefalitis: verwekker bij ons?

A

Enterovirussen (coxsackievirus, echovirus, …)

33
Q

Virale meningitis: S/?

A

Hoofdpijn, koorts en nekstijfheid maar minder uitgesproken dan bij acute bacteriële meningitis.
Geen complicaties.

34
Q

Virale meningitis: D/?

A

LP ter DD bacteriële

  • Lymfocytaire pleocytose: 25-1000
  • Normaal of licht verhoogd eiwit
  • Normale glucose
  • Gram en culturen negatief.
  • PCR’s op CSV
35
Q

Virale meningitis: R/?

A

Spontaan gunstig. Soms pijnstillers.

Enkel HSV-2: acyclovir, geeft recurrente virale meningitis.

36
Q

Virale encefalitis: kliniek? D/?

A
  • Bewustzijnsdaling + focaal + E bovenop klassieke meningitistekens (hoofdpijn, koorts, meningisme).
  • LP toont lymfocytaire pleocytose.
  • EEG: verstoord
  • Beeldvorming: enkel bij herpes-encefalitis verstoord.
37
Q

Virale encefalitis: 5 verwekkers?

A
  1. Herpes (1, 2 enkel bij neonati)
  2. PML door JC virus
  3. HIV
  4. Rabiës
  5. Polio
38
Q

HSV-1 encefalitis: enkel primo-infectie of niet?

A

Nee

39
Q

HSV-1 encefalitis: kliniek?

A
  • Erge hoofdpijn, koorts, meningisme en bwz stoornissen

- Focaal: hemianopsie, hemiparese, fatische stoornissen en temporale epilepsie

40
Q

HSV-1 encefalitis: welke delen?

A

Mediale temporale en, minder, de frontale.

41
Q

HSV-1 encefalitis: D/?

A
  • LP: lymfocytaire pleocytose (+ RBC tgv necrose), normaal of gestegen eiwit en normaal glc
  • EEG: focaal gestoord
  • PCR: DNA op te sporen
  • CT en MRI: letsels temporaal en frontaal (MR: 90% sens)
42
Q

HSV-1 encefalitis: beleid? Prognose?

A

Acyclovir IV - 10 mg/kg om de 8u ged 14d
Mortaliteit: 30%
Prognose slechter zo later gestart met behandeling. Overlevenden hebben vaak restverschijnselen (vb. geheugenstoornissen)

43
Q

PML: oorzaak? kliniek? bij wie? behandeling?

A

JC virus -> trage (maanden tot paar jaar) demyelinisatie van de witte stof in hersenen en RM. Enkel bij IC.
S/: visusstoornissen (homonieme hemianopsie), cognitieve achteruitgang (dementie), … tot de dood.
Geen behandeling.

44
Q

PML: D/?

A
  • Context
  • MR: typisch beeld; multifocale, asymmetrische aantasting periventriculair en subcorticaal (predilectie: parieto-occipitaal)
  • PCR JC virus op CSV posiitef. Verder is LP normaal.
45
Q

HIV: complicaties (4 categorieën)

A

a. Door HIV zelf
- Lymfocytaire meningitis (soms bij primo)
- Myelitis
- Polyradiculoneuritis
- HIV-polymyositis (dd idiopathische)
- Sensorische polyneuropathie
- AIDS-dementie complex (HIV-geassocieerde dementie)

b. Maligniteiten: primair lymfoom CZS
c. Opportunistische infecties: cryptococcus neoformans, Toxoplasmose, CMV, PML, …
d. Neveneffecten HAART: myopathie of polyneuropathie

46
Q

Fungale infecties CZS: verwekkers? Beeld?

A

Cryptococcus neoformans, Aspergillus, Candida, … enkel bij IC.
Chronische lymfocytaire meningitis

47
Q

Mucormycosis: bij wie? uitbreiding?

A

Diabetici, vanuit (para)nasale holten naar hersenen