Implicaties van een totale laryngectomie Flashcards
Wat verandert er na een totale laryngectomie?
De anatomie en fysiologie van het hoofd-halsgebied, specifiek de trachea en oesophagus:
- de lucht- en voedselweg zijn blijvend van elkaar gescheiden.
- er wordt altijd een eindstandig tracheostoma laag in de jugulo in de hals aangelegd wat de enige toegang tot de longen is.
- een “tracheotomie” is wat anders, namelijk een opening van de trachea.
Wat is de epidemiologie van larynxcarcinoom?
700 patiënten per jaar
In een vroegstadium orgaansparend te behandelen met therapeutische microlaryngoscopie, chemo- of radiotherapie. Anderzijds een laryngectomie.
Waar dient men alert op te zijn op de SEH/afdeling bij “gelaryngectomeerden”
Zuurstofbril, mond-op-mondbeademing etc. is allemaal niet nodig aangezien deze patiënten ademen via de tracheostoma in de hals.
Hoe verandert de fysiologie na een totale laryngectomie?
- ademen:
- slijmvlies van de lagere luchtwegen wordt direct blootgesteld aan ongefilterde, koude en droge lucht
- sputumproductie neemt toe door verlies van trilharen/mucociliaire klaring
- “heat and moisture exchanger” ; beschermt teven de ingang van het tracheostoma - spreken:
- middels stemprothese (eenrichtingsventiel wat passage van lucht van trachea naar oesophagus mogelijk maakt)
- na inademing tracheostoma afsluiten
- bij uitademing stroomt lucht via stemprothese naar oesophagus
- wanden van oesophagus en keelholte worden in trilling gebracht - slikken:
- vanwege de scheiding van lucht- en voedselweg kunnen gelaryngectomeerden zich niet verslikken
- er is echter wel risico op aspiratie als er lekkage optreedt door of langs de stemprothese - ruiken:
- geen luchtstroom meer door de neus
- revalidatie van reuk mogelijk via de “polite yawning” -techniek
- bij gesloten mond de kaak naar beneden bewegen, hierdoor ontstaan onderdruk in de mond- en keelholte
- NB: reuk heeft naast een aangename functie ook een alarmerende functie!
Wat zijn specifieke complicaties na een totale laryngectomie?
- sputumpluggen, korsten en tracheïtis bij uitdrogen van het slijmvlies van de trachea (een sputumplug of korst kan levensbedreigend zijn bij volledige obstructie)
- huidirritatie en -dehiscentie rondom het tracheostoma (vatbaar door stomapleister, adequate zelfzorg essentieel)
- Stenose van het tracheostoma (bij ca. 22% van patiënten door radiotherapie)
- stenose van de keelholte (verminderde voedselpassage en soms ook slechtere stemgeving; ca. 25% ondergaat minaal één dilatatie)
- lekkage of dislocatie van de stemprothese (stemprothese heeft een levensduur, in beide gevallen risico op aspiratiepneumonie)
- acute dyspneu door obstructie
Voor spoedsituaties bij gelaryngectomeerden zie www.tracheostoma.nl
Bij te water raken zal direct verdrinking optreden gezien het niveau van het tracheostoma, zwemmen is wel mogelijk via een “larkel” (een speciale snorkel speciaal voor mesnen met een tracheostoma).