Immuunstelsel Flashcards
Immuniteit
De weerstand tegen een bepaalde aandoening, ziekte of ziekteverwerkker.
2 vormen van immuniteit + eigenschappen
- Innate immuniteit = aangeboren (snel, aspecifiek, geen geheugen, altijd zelfde reactie)
- Adaptive = verworven (langzaam, specifiek, geheugen, reactie wordt beter)
Ziektes waarbij immuunsysteem een rol spelen
Infectieziektes Kanker Auto-immuunziektes Metabole syndromen (IKAM)
Hoe werkt vaccinatie?
Verzwakte ziekteverwekkers worden ingebracht, waardoor de eigen afweer wordt getraind tegen de echte dreiging.
Monoklonale antilichamen
Grote eiwitten die worden geproduceerd door immuuncellen, maar ook gesynthetiseerd kunnen worden. Deze eiwitten kunnen worden ingezet bij bijv kanker om immuuncellen te activeren en de afweer te versterken tegen kankercellen. Bij AI ziektes kunnen deze antilichamen immuuncellen blokkeren waardoor ontsteking verminderd wordt. Ook bij metabole ziektes kunnen worden ingezet om bijvoorbeeld het cholesterolgehalte te verlagen.
DKTP-vaccinatie
Difterie, kinkhoest, tetanus en polio
BMR-vaccinatie
Bof, mazelen, rodehond.
Epidemie uitsluiting
90% van de mensen gevaccineerd
Hoofdfunctie van lymfesysteem en lymfoïde organen
Overdaad aan interstitieel vocht afvoeren uit weefsels terug in de bloedcirculatie. Als het overtollig vocht niet afgevoerd zou worden dan zou het weefsel opzwellen.
Bloedvatstelsel op volgorde
Hart pompt bloed -> zuurstofarm bloed in longen -> wordt zuurstofrijk -> via het hart in aorta -> via slagaders door het hele lichaam naar kleinere aders -> arteriolen -> capillairen -> venulen -> grote venen -> longen (ACVG).
Functie van slagaders
Vervoeren van glucose, zuurstof en vocht naar cellen
Functie van aders
Afvoeren van CO2 en vocht
Osmotische druk
De natuurlijke druk van vocht op de celwand. Als de bloeddruk hoger is dan de osmotische druk wordt er interstitieel vocht naar buiten geduwd.
Vochtverdeling
70% van het lichaam is vocht. 2/3 daarvan zit in cellen, 1/3 erbuiten. Van het vocht buiten de cellen is 3/4 interstitieel vocht en 1/4 in het plasma.
Lymfevaten
Lymfevaten zijn buizen met een heel erg lage druk die het vele vocht in het lichaam afvoeren. Het stroomt de vaten binnen via lymfe capillairen. Bestaat uit een dunne laag met gladde spiercellen. Deze cellen geven vorm aan de vaten.
Kleppen (lymfen)
Een lymfevat bevat kleppen zodat vocht niet terug kan stromen naar het weefsel.
Lymfeknopen
Hier bevinden zich veel witte bloedcellen.
Thoracic duct
De plek vanaf waar het vocht naar het bloed wordt gepompt. Wanneer er een beschadiging van het lymfevatstelsel is, hoopt vocht op en zwelt dat deel van het lichaam op.
Taken lymfesysteem
- Vochtregulatie
- Absorptie van lipiden uit darmen en transport naar het bloed
- Filtratie van cel debris, pathogenen en kankercellen door de lymfeknopen
- Circulatie van immuuncellen realiseren
- Transport van antigen-presenterende cellen naar lymfeknopen toe
Lipide absorptie lymfesysteem
Vet wordt vanuit de darmen naar portale venen en lymfevaten getransporteerd, waardoor het door het hele lichaam kan worden vervoerd.
Cel debris
Resten van cellen
Lymfocyten
Witte bloedcellen
Hoeveel lymfocyten zitten in de lymfeknopen?
190 miljard
Hoeveel lymfocyten zitten in de milt?
70 miljard
Wat doen antigen-presenterende cellen?
Eten bacteriën bij infecties op en migreren naar de lymfeknopen met eiwitonderdelen van de bacteriën en deze worden gepresenteerd aan de B en T-cellen voor verworven immuniteit.
Peyer’s patches
Bijzondere lymfeknopen die op de darmwand zitten waardoor een snelle respons op kan treden.
Immuundeficiëntie syndroom + oorzaak
Een aandoening waarbij het immuunsysteem niet meer goed werkt. Dit kan primair zijn door een erfelijk defect. Er zijn ook secundaire immuundeficiënties, zoals bij HIV, ondervoeding of orgaantransplantatie.
Levensduur rode bloedcellen
120 dagen (door mechanische stress)
Waar worden nieuwe bloedcellen aangemaakt?
Het beenmerg
Self vs. non-self
Self is iets lichaamseigen, non-self is niet lichaamseigen
Auto-immuunziekte
Wanneer het immuunsysteem stoffen en cellen gaat aanvallen die lichaamseigen zijn.
1e verdedigingslinie
Natuurlijke barrières zoals de huid. Er wordt voorkomen dat een pathogeen het lichaam binnenkomt.
2e verdedigingslinie
Aangeboren immuniteit
3e verdedigingslinie
Verworven immuniteit