Homeostase Flashcards
Hormonen die glucose homeostase reguleren
Insuline en glucagon
Normale glucoseconcentratie
90 mg glucose per 100 me bloed
Hoe werkt de glucosehomeostase (diagram)?
Als het bloedglucose level boven de 90 mg/100 me uitstijgt, dan wordt de pancreas gestimuleerd om insuline te produceren -> glucose wordt opgenomen in spiercellen en omgezet in glycogeen voor opslag in lever. Bij te lage niveau’s produceert de pancreas glucagon en zet dit hormoon glycogeen weer om in glucose.
Hoe ziet de vloeistof inname eruit?
Ongeveer 2,5 L per dag. 1,3 L van drankjes, 0,9 L van eten en 0,3 L van oxidatie.
Hoe ziet de vloeistof output eruit?
1,5 L urine, 0,9 L zweet en respiratie en 0,1 L uitscheiding in uitwerpselen
Definitie intracellulair lichaamsvocht
De vloeistoffen binnen cellen met een hoog K+ gehalte
Definitie extracellulaire vloeistof
Vloeistof buiten de cellen met een hoog Na+ gehalte
Uit wat bestaat de ECF?
Plasma en interstitiële vloeistof (vloeistof tussen weefsel). De compositie van ECF is niet constant.
Wat doet plasma?
Plasma is verantwoordelijk voor de toevoer en afvoer van nutriënten. De voedingsstoffen bewegen vanuit het plasma naar de ISF en gaan vanaf daar de cel in en uit.
Welke factoren hebben invloed op homeostase?
- Fysische indrukken (hitte, gebrek aan zuurstof)
- Verandering in interne omgeving (te laag glucosegehalte)
- Fysiologische stress
Hoe werkt verandering in homeostase?
Onbalans wordt gedetecteerd door een receptor. De receptor stuurt informatie naar controle centrum. Dit stuurt de informatie door naar een effector. Deze effector heeft invloed op de balans en verwijdert de onbalans.
Wat is een variabele?
Alles wat verandert en gemeten kan worden
Wat is een set-point?
De optimale waarde
Wat is deviatie?
Afwijking van het set-point
Wat is correctie?
De effector compenseert de afwijking.
Wat is negatieve feedback?
Negatieve feedback geeft correctie in de tegenovergestelde richting als de afwijking.
Wat is positieve feedback? + bevalling voorbeeld
Positieve feedback promoot de verandering in de richting van de afwijking om verder van het set-point af te liggen. Dit gebeurt vaak alleen bij ziekte, maar er zijn ook situaties waarbij dit een gezond mechanisme is, zoals bevalling. Hoofd drukt tegen baarmoederwand aan -> hersenen stimuleren productie oxytocine -> wand trekt samen -> hoofd van baby meer samengedrukt -> meer oxytocine -> baby wordt geboren -> negatieve feedback kickt in.
Communicatie via hormonen versus neuronen
Snelheid: Neuronen (1-10 ms) > hormonen (sec -> dagen)
Via: Neuronen = neurotransmitters, hormonen = klieren
Soort signaal: Neuronen = elektrisch, hormonen niet.
Specificiteit: Hormonen komen in het hele lichaam terecht, soms algemeen soms specifiek.
Duur: Neuronen = kort, hormonen = lang
Definitie receptoren
Receptoren zijn lichaamsstructuren die veranderingen in een gecontroleerde situatie monitoren. De receptoren zenden input naar het controlecentrum.
Synergistische werking
Wanneer feedbackmechanismen samenwerken
Antagonistische werking
Wanneer feedbackmechanismen tegen elkaar werken
Poikilotherm
Koudbloedig. Deze dieren investeren geen energie in het constant houden van de lichaamstemperatuur.
Homeotherm
Warmbloedig. Deze dieren investeren wel energie in het constant houden van de lichaamstemperatuur.
Welke factoren beïnvloeden de lichaamstemperatuur?
- Tijd van de dag
- Fysieke inspanning
- Menstruatiecyclus
- Leeftijd
Hoe raakt warmte verloren?
- Uitstralen (60%)
- Conductief = voorwerp aanraken
- Conventief = contact met vloeistof
- Verdamping van zweet
Wat produceert onze lichaamswarmte?
- Spieren (25%)
- Lever en andere buikkrampen (50%)
- Hersenen (15%)
Hypothermie
Te lage temperatuur (bv. Lange blootstelling aan koud water)
Hyperthermie
Te hoge temperatuur (bv. Bij lange blootstelling aan hitte)
Hoe wordt temperatuur gemeten?
- Periferale thermische receptoren (aan de huid)
- Centrale thermische sensoren (in de kern)
Vasoconstrictie
Vernauwing van de bloedvaten. Dit zorgt ervoor dat warmte beter wordt vastgehouden zodat je niet onderkoeld raakt.
Vasodilatatie
Vaatverwijding. Zorgt dat je hitte kwijtraakt en je lichaam gaat zweten waardoor je afkoelt en niet oververhit raakt.
Lichaamstemperatuur chart
27-29 graden = hartfibrillaties 30-34 = beperking in temperatuur regulatie 34-36 = milde hypothermie 36-38 = normaal 38-40 = hyperthermie 40-44 = hitte beroerte/breinschade
Hyperpyrexia
Hyperthermie geïnduceerd door koorts
Pyrogenen
Pyrogenen zijn moleculen in (endogeen) of buiten (exogeen, zoals LPS in celwand van bacterie) het lichaam die de BBB kunnen overschrijden. Pyrogenen kunnen hyperpyrexia induceren.
COX-inhibitors
Koorts kan verminderd worden door het innemen van deze inhibitors. COX is verantwoordelijk voor de productie van de factoren die het set-point veranderen (PGE2). Hierdoor gaat de set-point weer meer naar de standaard setpoint toe.