Immunologie Flashcards
Hoe werkt de immuunrespons?
3 fasen, naar volgende als onvoldoende
1. Innate immunity: aspecifieke effectoren herkennen en verwijderen
2. Early induced innate response: rekrutering effecttoren, herkenning PAMP en activatie + inflammatie -> verwijdering
3. Adaptive immunity: antigeen naar lymfoid orgaan -> herkenning door naive lymfocyten -> klonale expansie en differentiatie -> verwijdering
Meteen geïnitieerd, maar effect pas na 4d zichtbaar
Wat zijn kenmerken van acute inflammatie? Hoe werkt het?
- roodheid
- zwelling
- pijn
- warmte
- functieverlies
Cascade van processen(5R’s): recognition, recruitment, removal, regulation en restoration
Welke cellen horen bij het innate immuunsysteem en wat is de functie?
innate/aangeboren: genome encoded receptoren(altijd zelfde), aspecifiek
- granulocyten
- eosinofielen: parasieten
- neutrofielen(meeste): fagocyteren bacterien, schimmels en virussen, activatie bactericide mechanismen
- basofielen: parasieten, allergie
- monocyt
- macrofaag: fagocytose, activeren bactericide mechanismen, APC
- Dendritische cel: schakel innate - addaptive, fagocytose antigenen en APC
- mestcel: afgifte granulas met histamine en actieve stoffen
- natural killer cel: afgifte granulas die virus-geïnfecteerde cellen doden mbv lysis
Hoe werkt de interactie tussen APC en naive T-cel?
Alle 3 stappen nodig voor vorming actieve T-cel
1. Activatie: APC met antigeenpeptide aan HLA molecuul presenteert CD4+ T-cel met TCR
2. Survival: co-stimulatoire moleculen(CD28)
3. Differentiatie: oiv cytokines tot effectorcel
Waaruit bestaat een lymfeklier?
- afferent lymfevat
- buitenste cortex: follikels met B-cellen en folliculaire dendritische cellen
- paracortex: T-cellen, dendritische cellen
- medulla: plasmacellen, medullaire koorden en sinussen met macrofagen
- efferent lymfevat
Organisatie door chemokinen
Reticulum cellen vormen transportkanalen voor snel vervoer vloeibare antigenen(30 min)
Celgebonden antigen(18-24h), via trabeculaire sinus
Hoe werkt de immuunrespons in de huid?
- dermale dendritische cellen/macrofagen
- Langerhanscellen: backup also innate onvoldoende
Fagocytose -> naar lymfeklier -> APC
Wat is het verschil tussen de primaire en secundaire immuunrespons?
De secundaire immuunrespons
- komt sneller op gang
- houdt langer aan
- antistoffen met hogere affiniteit
- meer IgG dan IgM(vooral primair)
-> door geheugen, onderdeel adaptive immunity.
Wat is immuuntolerantie?
Niet alle antigenen moeten respons geven.
- functioneel
- centraal: klonale deletie= verwijdering zelfreactieve lymfocyten in primaire lymfoide organen(thymus en beenmerg)
- perifeer: activatie-geïnduceerde celdood, immuun ignorance(zonder co-stimulatie houdt het op, suppressie en mutual inhibition
Welke barrières zijn er tegen invaders?
- mechanisch: thight junctions, flow vloeistof/lucht, ciliën
- chemisch: laag pH maag, enzymen, surfectant long, anti-microbiële peptiden
- microbiologisch: normaal microbioom concurreert met pathogene bacteriën
Welke cellen horen bij de adaptive immunity? Wat is de functie?
- adaptive/verworven: rearranged receptoren, specifiek
- B-cel(MHC-II): humorale afweer(met antistoffen)
- plasmacel: maakt antilichamen
- geheugencel: herkenning
- T-cel: cellulaire afweer
- T-helpercel(CD4+ & MHC-II): helpt B-cel, macrofagen en Tc
- cytotoxische T-cel(CD8+ & MHC-I): herkenning specifiek antigeen met CTL, induceert apoptose in virus-geïnfecteerde cellen
- B-cel(MHC-II): humorale afweer(met antistoffen)
Hoe werkt het complementsysteem?
- onderdeel aangeboren immuniteit: complementfactoren veroorzaken lysis, chemotaxis en afgifte histamine en lysosomale enzymen
- 3 pathways: C3 convertase actief
- C3A: chemokine, aantrekken fagocyten mbv chemotaxis
- C3B: bind receptor op pathogeen → macrofaag/neutrofiel kan beter opnemen
- Membrane attack complex(MAC): gat in membraan → lysis
Hoe werkt de inductie van ontsteking?
- macrofagen in weefsel hebben verschillende receptoren om pathogenen te binden
- activatie: productie cytokines(TNFa, IL-1b/6) en chemokines
- vasodilatatie en verhoogde vaatwandoorlaatbaarheid -> roodheid, zwelling en warmte
- chemokines: aantrekken immuuncellen door vaatwad(welke verschilt per klasse), afgifte mediatoren
Wat is diapedesis?
Diapedesis= cel treed uit na adherentie aan geactiveerd endotheel oiv cytokines(IL8)
- rolling adhesion: bij ontsteking mediatoren op endotheelcel waarvoor circulerende immuuncel die contact maakt receptor heeft
- tight binding: via integrines
- diapedesis
- migratie naar plek ontsteking
Wat zijn innate lymphoid cells?
Cellen(waaronder NKCs) die lijken op T-helpercellen maar veel sneller reageren zoals bij het innate immuunsysteem(horen daar ook bij).
Hoe werkt de ontwikkeling van B-cellen? Wat is isotype switching?
- geactiveerd door helper T-cel
- klonale expansie en selectie(variatie in antilichaam receptor door genherschikking)
- differentiatie tot plasmacel of geheugencel
Isotype switching= IgG ipv IgM gemaakt, Th nodig
Soorten Ig’s hebben verschillende functies, sommige diffusie over placenta en andere normale plasmaconcentraite