Identiteit NF Flashcards

1
Q

Wat zijn de drie onderdelen van persoonlijke identiteit?

A
  1. Numerieke identiteit: wanneer ben je door de tijd heen dezelfde persoon
  2. Authenciteit: Wanneer is iets mijn handeling? wat maakt mij uniek?
  3. Autonomie: Wat is zelfstandig handelen? en wat is verantwoordelijkheid?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de drie soorten criteria van Numerike identiteit?

A
  1. criterium fysieke continuïteit:
  2. Criterium psychologische continuïteit: Dezelfde persoon bij dezelfde herinneringen
  3. Overlappende ketens van psychologische binding.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn bezwaren tegen de eerste twee criteria?

A
  1. Lichaam veranderd door het leven heen, Hoeveel verandering totdat iemand iemand anders is, Welk deel van het lichaam is belangrijk
  2. Je kunt valse herinneringen hebben, door veroudering kun je herinneringen verliezen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn 3 kritische vragen over identiteit

A
  1. waarom moeten kiezen uit lichaam, brein en geest?
  2. Past je brein wel in een ander lichaam, is dat dan niet een nieuw persoon.
  3. Waarom mensen anders beoordelen dan alle andere dieren en objecten?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Noem 3 vragen vanuit de verschillende onderdelen van identiteit die gaan over de DBS-casus

A

Num.iden: Ben ik na DBS nog wel dezelfde als ervoor?
Authen: Ben ik meer mijzelf voor of na DBS?
Autono: Wie is verantwoordelijk voor mijn daden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly