Identiteit NF Flashcards
1
Q
Wat zijn de drie onderdelen van persoonlijke identiteit?
A
- Numerieke identiteit: wanneer ben je door de tijd heen dezelfde persoon
- Authenciteit: Wanneer is iets mijn handeling? wat maakt mij uniek?
- Autonomie: Wat is zelfstandig handelen? en wat is verantwoordelijkheid?
2
Q
Wat zijn de drie soorten criteria van Numerike identiteit?
A
- criterium fysieke continuïteit:
- Criterium psychologische continuïteit: Dezelfde persoon bij dezelfde herinneringen
- Overlappende ketens van psychologische binding.
3
Q
Wat zijn bezwaren tegen de eerste twee criteria?
A
- Lichaam veranderd door het leven heen, Hoeveel verandering totdat iemand iemand anders is, Welk deel van het lichaam is belangrijk
- Je kunt valse herinneringen hebben, door veroudering kun je herinneringen verliezen.
4
Q
Wat zijn 3 kritische vragen over identiteit
A
- waarom moeten kiezen uit lichaam, brein en geest?
- Past je brein wel in een ander lichaam, is dat dan niet een nieuw persoon.
- Waarom mensen anders beoordelen dan alle andere dieren en objecten?
5
Q
Noem 3 vragen vanuit de verschillende onderdelen van identiteit die gaan over de DBS-casus
A
Num.iden: Ben ik na DBS nog wel dezelfde als ervoor?
Authen: Ben ik meer mijzelf voor of na DBS?
Autono: Wie is verantwoordelijk voor mijn daden.