CP beslissingen maken Flashcards

1
Q

Normatief model

A

hoe zou je een beslissing moeten nemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

descriptief model

A

hoe nemen mensen echt de keuze

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Utility

A

subjectieve waarde van keuzeoptie (20 min lopen voor 12 eu)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Prospecttheory

A

hoe maken mensen keuzes in onzekere situaties, relatie utility met winst. (die grafiek)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Loss aversion

A

verschil in blijdschap bij zelfde aantal winst als verlies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Two-system approach

A

we denken op twee manieren
1. snelle denk, intuitief, snel,
2. langzaam, weloverwogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is heuristiek en wat is zijn twee onderdelen hiervan

A

heuristiek zijn vuistregels;
representativiteit heuristiek: kenmerken van een standaard boer, dus eerder boer. man in pak is eerder advocaat
Beschikbaarheid heuristiek: dat wat makkelijker beschikbaar is, wordt sneller gekozen. (woorden met een k)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Framing

A

de formulering heeft effect op de beslissing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Base rate (neglect)

A

base rate: algemene waarschijnlijkheid van gebeurtenis in populatie Neglect: negeren van base rate en teveel letten op specifieke info

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Sunk cost fallacy

A

doorgaan met iets omdat het al veel heeft gekost

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly