IBPZ AFP 8 Ademhalingsstelsel Flashcards

1
Q

Luchtwegen; Wat is ventilatie?

A

Ventilatie is het verversen van de lucht in de luchtwegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Luchtwegen; Hoe komt de inspiratie tot stand?

A

Komt tot stand door delen van de borstwand actief te laten samenwerken
- Diafragam afplatten
- Optillen van de ribben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Luchtwegen; Hoe komt de expiratie tot stand.

A

Komt door stand door verkleining van het thoraxvolume
- Ademhalingsspieren ontspannen -> ribben zakken terug door zwaartekracht
- Diafragma neem rust positie in

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Luchtwegen; Hoe vind de regulatie van de ademhaling plaats?

A

Halsslagaders daar zitten sensoren in die de CO2 bloed meten, te veel dan prikkel naar het ademhalingscentrum.
* Verlengde merg en de pons bevinden zich concentraties zenuwcellen die zodanig samenwerken dat ze het functionele centrum voor de ademregulatie vormen.
* N. phrenicus = impulsen naar de spieren van het diafragma
* Nervi intercostalis = impulsen naar de tussenribspieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Ademminuutvolume; Hoe wordt de AMV berekend?

A

Frequentie x Teug volume = AMV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Samenstelling; Wat is de samenstelling (globaal) van de buitgenlucht die we inademen

A

Stikstof 78,5%
Zuurstof 21%
Koolstofdioxide 0,04%
Waterdamp 0,5%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Samenstelling; Wat is de samenstelling (globaal) van de ingeademde lucht in de alveoli?

A

Stikstof 74%
Zuurstof 15%
Koolstofdioxide 5%
Waterdamp 5%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Samenstelling; Wat is de samenstelling (globaal) van de uitgedademende lucht ?

A

Stokstof 74%
Zuurstof 16%
Koolstofdioxide 4%
Waterdamp 6%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Samenstelling; Waarom is er een verschil tussen de alveolaire lucht en de uitgeademde lucht?

A

Anatomische dode ruimte waar geen gaswisseling plaatsvind, het volume bedraagt ongeveer 150ml.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Verstoringen ademhaling; Welke 7 verstoringen zijn er?

A
  1. Dyspneu
  2. (bij)geluiden
  3. Tachypneu
  4. Hyperpneu
  5. Hoesten
  6. Tachycardie
  7. Cyanose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Verstoringen ademhaling; Wat houdt saturatie in?

A

Erytrocyten bevatten hemoglobine, 1 Hb kan 4 O2 moleculen binden, dan is de saturatie 100%
Normale saturatie is ± 98%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Verstoringen ademhaling; Wat is perifere cyanose?

A

Onder verzadiging van het perifere bloed, door vertraagde passage van bloed door het vaatbed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Verstoringen ademhaling; Wat is centrale cyanose?

A

Arteriële zuurstof onder verzadiging (al het arteriële bloed heeft te weinig zuurstof).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Verstoringen ademhaling; Wat is het hyperventilatiesyndroom?

A

Onverwacht optreden van hyper-tachypneu door emoties nervositeit of spanningen.
Te veel kooldioxide wordt uitgeademd; er ontstaat hypocapnie (te lage CO2) en alkalose (pH te hoog/basisch)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Verstoringen ademhaling; Wat is Kussmaul-ademhaling?

A

Snelle en diepe (snurkende), ononderbroken en regelmatige ademhaling (hyper-tachypneu)
Compensatiemechanisme om poging om te veel zuur kwijt te raken door CO2 uit te ademen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Verstoringen ademhaling; Wat is Cheyne-Stokes ademhaling?

A
  • Hypo-bradypneu -> apneu -> hypo-bradypneu -> hyper-tachypneu
  • Langzaam/niet zo diepe ademhaling -> bijna geen ademhaling -> langzaam/niet zo diepe ademhaling -> heel diep en heel snel
  • Ademhalingscentrum functioneert onvoldoende
17
Q

Spirometrie; Wat is de vitale capaciteit?

A

De hoeveelheid lucht die na een maximale uitademing maximaal kan worden ingeademd.

18
Q

Spirometrie; Wat is de IRV?

A

Inspiratoir reservevolume (IRV)
o De hoeveelheid lucht die na een normale inademing nog extra ingeademd kan worden.

19
Q

Spirometrie; Wat is de ERV?

A

Expiratoir reservevolume (ERV)
o De hoeveelheid lucht die na een gewone uitademing nog extra uitgeademd kan worden (1 liter)

20
Q

Spirometrie; Wat is de FEV1?

A

Eensecondelongcapaciteit (FEV1) Forced experitry volume
o De hoeveelheid lucht die in een seconde uitgeademd kan worden

21
Q

Spirometrie; Wat is TLC?

A

Totale longcapaciteit (TLC)
o De hoeveelheid lucht die de longen bevatten na maximale inademing

22
Q

Spirometrie; Wat is FRC?

A

Functionele residulongcapaciteit (FRC)
o De hoeveelheid reserve lucht die na een rustige uitademing nog in de longen aanwezig is

23
Q

Luchtwegen; Neusholte, naam en functie?

A

Cavum Nasi
- Zuiveren met de neusharen en het trilhaarepitheel. Ook plakken stofdeeltjes vast op het slijm aan de wand.
- Verwarmen met de capillairen vlak onder het slijmvlies
- Bevochtiging met het slijm
- Keuren met het reukepitheel boven in de neusholte.

24
Q

Luchtwegen; Mondholte, naam en functie?

A

Cavum oris
Stevig ademen, hoesten enz
Klankvorming

25
Q

Luchtwegen; Keelholte, naam en bouw?

A

Pharynx
Bouw; slijmvlies met eromheen spieren

26
Q

Luchtwegen; Stottenklepje, naam en functie?

A

Epiglotis
Afsluiten luchtpijp bij eten

27
Q

Luchtwegen; Strottenhoofd, naam, bouw en functie?

A

Larynx
Bouw; kraakbeenstukken bekleed met slijmvlies
Functie; Stemvorming door de stembanden

28
Q

Luchtwegen; Luchtpijp, naam, functie en bouw?

A

Trachea
Transport van lucht en zuivering
Bouw; kraakbeenringen (hoefijzervorming) achterzijde open, binnenbekleding is slijmvlies en trilhaarepitheel

29
Q

Luchtwegen; Hoofdtakken van de luchtweg?

A

Bifurcatio
Splitsing in 2 takken

30
Q

Luchtwegen; Kleinere luchtwegen, naam en bouw?

A

Bronchiën
Het kraakbeen wordt bij aftakkingen steeds minder; eerst nog hoefijzers, dan schilfers en dan nog kleinere stukjes kraakbeen in de wand.

31
Q

Luchtwegen; Kleinste luchtwegen, naam en bouw?

A

Bronchioli
Bouw; geen kraakbeen meer alleen glad spierweefsel

32
Q

Luchtwegen; Longblaasjes, naam en bouw?

A

Alveoli
Bouw; heel dun epitheel, omgeven door longcapilairen

33
Q

Luchtwegen; Welke 2 longvliezen zijn er en waar zitten die?

A

Pleura visceralis; zit geplakt tegen de long.
Pleura pariatalis; geplakt tegen de thoraxwand, het diafragma en het hartzakje

34
Q

Luchtwegen; Wat is de functie van de longvliezen?

A

Dat de long lekker glad kan schuiven / glijden in de thorax bij de adembeweging

35
Q

Luchtwegen; Bij de longvliezen is nog een ruimte, naam en functie?

A

Pleura sinus; holte onderzijde tussen de pleura pariatalis & visceralis
Geeft mogelijkheid voor de long om groter te worden (inademing)