Hygiëne/Infectie Flashcards

1
Q

Wat omschrijft een besmetting?

A

Het in contact komen met een micro-organisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een Enterale besmetting?

A

Een besmetting via het maag/darmstelsel (bijv. faecaal / oraal, via ontlasting naar de mond, hepatitis A)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een Parentale besmetting?

A

Een besmetting via:
Lucht
(aerogeen, norovirus)
Huidcontact
(cutaan, impetigo vulgaris)
Bloed
(hematogeen, malariamug)
Geslachtsorganen
(genitaal, SOA’s)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke typen Micro-organismen zijn er?

A

Schimmels,
Gisten,
Protozoën
(eencellige organisme die zich voedt met organisch materiaal van andere micro-organismen),
Bacteriën,
Virussen,
Prionen
(eiwitcomplexen die ziekten kunnen veroorzaken),

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Maken alle micro-organismen ziek?

A

Alleen de Pathogenen. Sommige micro-organismen hebben we zelfs nodig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn pathogenen?

A

Ziekteverwekkers die in het lichaam kunnen vermenigvuldigen, een onstekingsreactie kunnen geven en symptomen kunnen veroorzaken die horen bij de betreffende infectieziekten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe ontstaat een schimmelinfectie?

A

Door schimmels. Dit balans kan worden verstoord door antibiotica.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn kenmerken van een virus?

A

Antibiotica helpt niet,
Hebben gastheercel nodig om te vermenigvuldigen,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat omschrijft een infectie?

A

Een besmetting van micro-organisme die zich vermenigvuldigd in het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het verloop van een infectie?

A

Bij een wond komt de Pathogeen in het lichaam.
Je lichaam reageert met een ontsteking.
Immuuncellen signaleren dit en geven signaalstoffen af aan andere cellen.
Er komt een ontstekingsprocces op gang.
Er gaat meer bloed naartoe, het wordt dik omdat er dan meer vocht in zit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een sepsis?

A

Een bloedvergiftiging die wordt veroorzaakt door een bacteriële infectie in de bloedbaan. Je lichaam reageert hier zo heftig op dat het gezond weefsel kan beschadigen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een bacteriëmie?

A

Aanwezigheid van bacteriën in de bloedbaan, dat niet hoeft te leiden tot een sepsis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een steriele ontsteking?

A

Een reactie van het lichaam als onderdeel van herstel. Dit kan voorkomen bij schade aan weefsel zoals een spierruptuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat maakt het verschil tussen een besmetting en een infectie?

A

Een besmetting krijg je bij praktisch iedere wond.
Een infectie hangt af van:
Is het micro-organismen pathogeen?
Wat is de virulentie van het micro-organisme?
Wat is een aantal micro-organismen?
Hoe goed is het afweersysteem?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat valt onder de Aspecifieke afweer?
(1e/2e verdedigingslinie)

A

Huid/slijmvliezen,
Commensale flora (soort tapijtje waar micro-organismen doorheen moeten),
Ph (maag, vagina. Micro-organismen kunnen niet tegen zuur),
Speeksel en traanvocht bevatten enzymen die micro-organismen stuk maken,
Ontstekingsreactie,
Granulocyten/macrofagen cellen die andere deeltjes opeten,
Natural killer cellen (kunnen cellen beetpakken en direct aanvallen die niet lichaams eigen zijn)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat valt onder Specifieke afweer?
(verworven, 3e verdedigingslinie)

A

Afweer die zich richt op specifieke indringers en die de onschadelijk kan maken. Het richt op specifieke antigenen die in staat zijn om een reactie van het afweersysteem op te wekken.

17
Q

Wat is cellulaire afweer?

A

Valt onder de 3e verdedigingslinie.
Het richt zich op antigenen die gebonden zijn aan cellen. Daar spelen vooral T-lymfocyten een rol.

18
Q

Wat is humorale afweer?

A

Het richt zich op antigenen die zich vrij bewegen in bloed, vocht en lymfen.
Hier spelen de B-lymfocyten een rol