HS 9 - De werkwijze van HGW 2.0 Flashcards
1
Q
HGW 2.0 is een manier om [1] en meer [2] ?
A
[1] Om meer eigenaarschap bij kinderen te bevorderen
[2] Meer nadruk te leggen op het leren van kinderen.
2
Q
Waar staat HGW 2.0 voor?
A
Doelgericht leren van alle leerlingen binnen een gevarieerd en krachtig basisaanbod waarbij leerlingen hun eigen optimale leerweg volgen.
3
Q
De leraar is het leren doelbewust aan het uitlokken, bevorderen, volgen en beïnvloeden. Dit betekent dat leraar en leerlingen op elk moment goed weten:
A
- Wat zijn we aan het leren?
- Wat is de volgende stap?
- Hoe kan dat leren het beste vorm krijgen?
- Wanneer weet of kan een leerling iets goed?
4
Q
- Wat zijn we aan het leren, dan wel: wat leren we er de komende periode bij? (3 punten)
A
- De leraar weet wat een leerling op dit moment al wel en niet weet.
- Zowel leraar als leerlingen weten waar ze op uit zijn.
- Leraar en leerlingen kunnen dit op elk moment in hun eigen woorden vertellen.
5
Q
- Wat is de volgende stap in de ontwikkeling van de leerling? Wat kan zij na deze periode wat zij nu nog niet kan? (3 punten)
A
- De leraar deelt de doelen met de leerlingen.
- Elke leerling weet wat haar volgende stap is.
- De leerlingen kunnen meebepalen wat zij nodig hebben om die doelen te halen. Wat gaat hen helpen? Wat hebben ze nodig – zelf, van klasgenoten of van de leraar? Dit zijn de onderwijsbehoeften.
6
Q
- Hoe kan dat leren het beste vorm krijgen? (4 punten)
A
- Als besproken is op welke manier(en) de leerlingen het leren het beste kunnen aanpakken, volt de vraag: hoe gaan we dat organiseren?
- De leraar bespreekt met de leerlingen zijn groepsplan en laat de leerlingen meedenken, zodat de betrokkenheid groot is.
- Leerlingen kunnen verschillende leerroutes volgen.
- Zo mogelijk worden ook de ouders hierbij betrokken, zodat zij hun kind op een goede manier kunnen ondersteunen.
7
Q
- Wanneer weet of kan een leerling iets goed? (1 punt)
A
- De leraar bespreekt met de leerlingen hoe een goede prestatie eruitziet. Wat kan de leerling laten zien? Wat zijn de succescriteria wat betreft de snelheid, de vormgeving of het aantal fouten?