Hoorcollege 9: Criteriumvaliditeit Flashcards

1
Q

Criteriumvaliditeit

A

Kunnen we de test gebruiken om voorspellingen te doen over of de onderzochte personen aan een relevant criterium (zullen) voldoen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Predictieve validiteit

A

= Criterium validiteit
correlatie tussen testscore X en criterium Y: rXY
Correlatie = 1 : test is perfecte stand-in voor criterium
Correlatie = 0 : test staat compleet los van criterium, voegt niets toe aan het beslissingsproces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waardoor wordt de geschatte correlatie beïnvloedt?

A
  1. Restriction of range bij testscore X
  2. Restriction of range bij criterium Y
  3. Niet-lineaire samenhang testscore en criterium
  4. Heteroscedasticiteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat gebeurt er bij restriction of range?

A

Bij restriction of range bij testscore X wordt de toegelaten groep veel homogener dan de groep in zijn geheel, de correlatie is daar dus veel lager.
Bij restriction of range bij criteriumscore Y wordt er nog een extra voorwaarde aan toegevoegd waardoor de geselecteerde groep nog homogener wordt en de geschatte correlatie praktisch 0 is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Niet lineaire samenhang

A

Criteriumvaliditeit gaat over lineaire samenhang! Correlatie tussen testscore X en criterium Y is hier vrijwel 0 : smiley

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Heteroscedasticiteit

A

Spreiding op het criterium hangt af van de testscore ; spreiding is groter wanneer de testscore groter is; criterium moeilijker te bepalen
Sterkte samenhang tussen testscore en criterium hangt af van de testscore

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat kunnen we zeggen over predictieve validiteit?

A

Ook als deze 4 problemen niet spelen is de predictieve validiteit vaak laag. Mogelijke redenen:
- Meting criterium Y is onbetrouwbaar
- Meting criterium Y is niet valide
De betrouwbaarheid van de meting is erg belangrijk rXY

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat staat er in vakje ABCD?

A

A: Positieve missers/false negatives: mensen ten onrechte afgewezen
B: Positieve treffers / true positives: mensen terecht toegelaten
C: Negatieve treffers / true negatives: mensen terecht afgewezen
D: Negatieve missers / false positives: mensen ten onrechte toegelaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Selectieratio

A

Proportie toegelaten mensen (proportie met testscore hoger dan de cutoff
Selectieratio = (B+D) : Totaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Base rate

A

(toevalskans) = proportie mensen die aan criterium voldoen (proportie met criteriumscore hoger dan cutoff)
Base rate = (A+B) : Totaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Succesratio

A

Van de toegelaten mensen, porportie die terecht is toegelaten (je wilt je succesratio hoger dan je base rate)
Succesratio = B : (B+D)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Sensitiviteit

A

van de mensen die aan het criterium voldoen, proportie die is toegelaten.
Sensitiviteit = B : (A+B)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Specificiteit

A

Van de mensen die aan het criterium voldoen, proportie die is afgewezen
Specificiteit = C : (C+D)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Validiteit

A

Correlatie tussen gedichotomiseerde test- en criteriumscore (=phi)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Taylor-Russel tabellen

A

Relatie succesratio / validiteit / base rate en selectieratio
Validiteit en selectieratio bepalen succesratio!
Als selectieratio toeneemt komt succesratio dichter bij base rate –> dit willen we dus niet!
Als validiteit = 0 –> succesratio = base rate

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly