Hoorcollege 11: Item-responstheorie (IRT) Flashcards
Waarop is de KTT gericht?
Het betrouwbaar meten, betrouwbare score T schatten met testscore X
Item-responstheorie
statistisch model om (verschillen in) item- en testscores te kunnen verklaren aan de hand van de te meten eigenschap, we willen de kans op item goed gegeven jouw exacte vaardigheidsniveau
Wat is Thèta? (0 met horizontale streep)
Vaardigheidsniveau, iedereen heeft dus een eigen waarde hierop.
Aanname dat thèta normaal verdeeld is en dus te interpreteren als z-score.
De IRT draait dus om het bepalen van de kans op goedmaken vraag gegeven vaardigheidsniveau thèta (P (Xi=1/0)
Wat is een item-karakteristieke functie (IKF)
De itemkans als functie van thèta.
Laat zien hoezeer je vaardigheid uitmaakt voor kans op goedmaken vraag. Ieder item heeft een eigen item-karakteristieke functie!
Als je IKF en thèta weet –> kans op goedmaken vraag bepalen.
Iemand zijn thèta weet je in het echt nooit.
Hoe zie je aan de curve van een item-karakteristieke functie hoe goed een item discrimineert?
Hoe steiler de curve, hoe beter het item discrimineert!
Op het steilse punt levert het item ook de meeste informatie op
Rasch model
One parameter logistic model; 1 item-parameter: Bi = moeilijkheidsparameter.
Items verschillen alleen in moeilijkheid Bi, IKF ziet er hetzelfde uit voor ieder item, ze verschillen alleen in locatie!
Op de locatie waar Bi gelijk is aan thèta is de kans op het goedmaken van de vraag 0.5
Item informatie?
Items leveren véél informatie over thèta waarden in de buurt van de item-locatie Bi
Items leveren weinig informatie over thèta waarden ver van de item-locatie Bi
Item-informatie functie
Geeft voor alle mogelijke waardes van thèta aan, hoeveel informatie deze vraag oplevert over iemands vaardigheidsniveau.
Wanneer is item-informatie maximaal?
Wanneer het vaardigheidsniveau gelijk is aan de moeilijkheidsparameter Bi. Hier is de top van de item-informatie functie en die plek komt overeen met het steilste stukje van de IKF
Wat zijn kenmerken van het Rasch-model?
Populatie-onafhankelijkheid van personen en items: je kan vaardigheidsniveaus van verschillende mensen met elkaar vergelijken, ook als ze een andere test hebben gemaakt.
Streng: gaat ervan uit dat alle functies discrimineren in dezelfde mate (zelfde s-functie maar verschillende locaties)
Maar één parameter
Birnbaums twee-parameter (logistisch) model (2PLM)
Uitgebreid met de item-discriminatieparameter a: geeft aan hoe goed item i mensen onderscheidt op latente trek.
De curves kunnen elkaar snijden!
Wat gebeurt er met een hogere discriminatie parameter?
Hogere a = steilere IKF = meer informatie
Kenmerken informatie 2PLM
- Items verschillen onderling zowel in B moeilijkheid als in discriminatie a
- Items leveren meest informatie over thèta in de buurt van Bi
- Items verschillen in hoe goed ze discrimineren.
Hogere a = meer informatie!