Hoorcollege 6: Mediatization Flashcards

1
Q
  1. Wat is de definitie van mediatization?

2. Welke twee tradities heb je van mediatization?

A
  1. Definitie mediatization= de media als een institutie met eigen nieuwslogica, wordt integreert in de logica van een organisatie. Andere organisaties zijn integrated in de logica van nieuwsmedia.
  2. Mediatization: twee tradities:
    a) Social-constructivist tradition= je wil weten hoe de media een rol spelen in een social geconstrueerde samenleving. We geven betekenis aan realiteit, we construeren realiteit. En deze traditie bestudeert welke rol media heeft in het construeren van de maatschappij onder mensen. (niet heel belangrijk voor deze course)
    b) Institutional tradition= ziet media (sociale media, internet, kranten) als een onafhankelijke institutie, hierdoor hebben media haar eigen set of rules (logica om bepaalde dingen uit te voeren): media logica. Als je een bepaald medium wil gebruiken, moet je de logica van dat medium begrijpen (hoe uitoefenen). Mediatization= als jij als een institutie aanpast aan de media logica, ben je aan het mediatizen. Dus de adaption van verschillende sociale fields of systems aan de institutionalized regels. Iedereen is aangepast aan de media, ze zijn mediatized, bepaalde dingen uitvoeren zodat het in de media komt. Als jij als organisatie iets wil doen met media, moet je rekening houden met de regels van de media.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
  1. Wat is de medialogica?
  2. Wat is de kritiek van medialogica?
  3. Wat is de nieuwslogica?
  4. Waarom boeit organisaties media?
A
  1. De media productie process vereist bepaalde formaten en vormen > impact op interpreterende issues. Die formaten hebben invloed hoe je issues interpreteert. Als je maar 30 minuten hebt, dan ga je het bericht of filmpje inkorten.
  2. Kritiek: Van media logica naar news logica= simplistisch (je kan niet spreken van DE logica van de media, het houdt niet rekening met de diversiteit van media), linear (niet zo linear als het lijkt (x>y)), deterministisch (het is altijd nodig to fit the news) (nadruk media format over sociale interacties).
  3. News logica= beperkt de definitie van media instituties aan de nieuwsmedia, contentproduced is voor een large publiek, edited according to journalistisc principles.
    = news logic heeft te maken met ritme en een bepaalde relatie met tijd en timeliness. Fit the criteria om in het nieuws te komen, of don’t fit the criteria om niet in het nieuws te komen.
  4. Waarom boeit het organisaties? > organisaties willen stakeholders contacteren, dat er nieuwsdekking is over events, media hebben een belangrijke rol in het contacteren met stakeholders. Organisaties denken dat nieuws belangrijk voor ze zijn. Mediatization kan alleen gebeuren als iemand denkt dat de nieuwsmedia belangrijk is, want anders zou je je niet aanpassen aan de media logica (mediatized). ‘’De macht van nieuwslogica is gebaseerd op de assumptie dat de media een beschrijving van de realiteit geeft dat van belang is en consequenties heeft voor diegene die beschreven worden (organisatie?)’’
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
  1. Hoe adapteren organisaties/mensen mediatization?
  2. Wat zijn de stages van mediatization?
  3. Wat is beaucratic logica?
A
  1. Hoe zie je dat in de praktijk? Mediatization: adaptation > Het proces van mediatization (adaptation process van organisaties, dus aanpassen aan de nieuwsmedia). Als er issues zijn, dan komen media op je af. Adaptation to the ritme betekent dat je snel antwoord kan geven (voorbereid), en dat je weet hoe je de vragen goed moet beantwoorden. Als je mediatized bent dan reageer je hoe de media wilt dat je reageert > dus gewone taal, commonsense moraliteit, wel alles uitleggen maar niet te lang. Als je niet mediatized bent, dan geef je wettelijke regels en zeg je ja de vluchtelingkind moet terug op grond van law.
  2. Stages van mediatization:
  3. Organisaties, reorganisatie van personeel gaan zich herverdelen/reorganiseren. > hogere belangrijkheid voor media management.
  4. Veranderingen prioriteiten, meer aandacht en tijd spenderen aan issues die gerelateerd zijn aan de massamedia.
  5. Veranderingen in policies of keuzes. Bv. als mensen onmenselijk worden behandeld, moeten we dat veranderen.
  6. Beaucratic logica= (conflicterend aan media logica): Hoe publieke sector werken. Keuzes moeten gebaseerd zijn op prioriteit en gelijke behandeling, precies zijn, correct en begrijpelijk zijn = dit verwachten we van de publieke sector organisaties. Media werkt op een andere manier.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
  1. Wat zijn de vier subdimensies van mediatization?

2. Welke factor beïnvloedt het mediatization proces?

A
  1. Vier subdimensies van mediatization:
    a) Extension= media helpt om de natuurlijke limitaties van ruimte en tijd te overwinnen. Bv. ik zend een e-mail ipv persoonlijk zeggen tegen 100 studenten.
    b) Substitution= informatie via de nieuwsmedia vervangt andere bronnen/communicatie van informatie om publiek te informeren.
    c) Amalgation= activiteiten gerelateerd aan de media worden integrated of toegevoegt met/aan non-media activiteiten, ensuring dat media-related concerns have a direct impact on non-media activities.
    d) Accomodation= de adaptation van activiteiten en structuren aan media logica door investments in de organisatie’s vermogen om de media te handelen. Bv. het trainen en voorbereiden van mensen, door middel van media professionals aannemen, zodat ze met de media op een goede manier kunnen praten.
  2. Factoren dat het mediatization proces beïnvloed: Management structuur:
    = organisaties managed door career managers investeren meer in media management dan degenen die geleid worden door veld-professionals (grew up in the organisatie leidt niet tot mediatization). ‘De realiteit is in the eye of the beholder’. Als je niet het nieuws valued, waarom zou je je aanpassen aan de media?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
  1. Welke effecten hebben media op het gedrag, gedachtes en well-being van mensen? Via traditionele model?
  2. Wat is de kritiek op deze traditionele model?
  3. Met welk model komt Kepling?
A
  1.  Traditionele effecten van media > zijn linear. = Events (protagonist: kan ook organisatie zijn) > reports over de events > bystanders= mensen die het nieuws lezen, maar als het gaat over UvA, ben je involved want je gaat naar die universiteit (bepaalde emoties, gedachtes of gedrag als gevolg) > decision makers: politici, businssman.
  2. Kritiek traditionele model=
    a) Ten eerste het gedrag van subjects kan ook als oorzaak gezien worden van journalistic gedrag en op nieuws reports.
    b) Ten tweede de subject’s verwachtingen van motieven, doelen en gedrag van journalisten en andersom (journalisten verwachtingen over motieven, doelen en gedrag van subjects) kan invloed hebben op hun eigen gedrag, wat weer invloed heeft op de anders gedrag. > niet linear, er zijn motieven voorbepaalde acties om in de media te zijn.
    c) Ten derde directe en indirecte effecten van nieuws reports kan door zichzelf nieuwe nieuws reports veroorzaken.
  3. Reciprocal effects >(directe effecten op subjects van nieuws).
    Van linear model van media effecten > naar feedback model van media relaties:
    = Verschillende outlets > content > kunnen invloed uitoefenen op (in de minds van mensen) awareness (geen awareness raise? Dan geen effect), cognities en emoties (dislike: negative, like: positive) > directe (anticiperen als je negatieve berichtgeving hebt, counterframe geven) en indirecte effecten. Feedback > omdat het steeds rond gaat in het proces, als je dus die counterframe geeft, dan kan weer een effect ontstaan door die frame.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
  1. Wat gebeurd er als er negatif bericht wordt over jouw organisatie?
  2. Wat zijn de reciprocal effecten?
  3. Consequenties?
A
  1. Negatieve nieuws over je organisatie > organisational identification belangrijk om effecten op werknemers te verklaren. Als werknemers heb je een eigen beeld wat je hebt over de organisatie en er is een beeldvan buitenaf over de organisatie. Vergelijken > waardoor je beeld aanpast op het beeld wat anderen vinden.
  2. Jij voelt je persoonlijk identificeert met de organisatie. Als de organsatie in het nieuws wordt aangevallen, lijkt het net alsof jij wordt aangevallen.
  3. Consequenties= De organisatie in de media zijn, kan jou als werknemer beïnvloeden. Maar je kan ook de effecten controle. Interne communicatie kan dat verminderen. Deels ontroleren door: als organisatie informatie geven aan werknemers (leidt tot minder negatieve reacties). Laat je werknemers niet afhangen van externe bronnen. Laat media-aandacht niet de enige source van informatie zijn voor je werknemers. Make sure om altijd informatie te geven, jij als organisatie kan de events framen hoe jij wilt, naar wat jij belangrijk vindt ipv de media logica dominantie.

> > > De rol van organisational identification= Als je je niet als organisatie identificeert, dan ben je neutraal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly