Hoorcollege 3 + 4 Flashcards
Pluripotent
is in staat om alle cellen te vormen die een individu bezit, dus zonder het extra-embryonaal weefsel zoals placenta.
Unipotent
is in staat één soort cel te vormen, buiten haar eigen type. Ze kan dus delen en differentiëren.
Oct4
Transcriptie factor identificeert toti/plutipotente cellen in het vroege embryo.
(identificeert de primordiale geslachtscellen)
Uit Oct4-negatieve cellen ontstaan …
kiembladen en alle weefsels
Epigenetische veranderingen
Invloed van de omkeerbare erfelijke veranderingen in de genexpressie die optreden zonder wijzigingen in de sequentie van het DNA.
(methylering, ethylering, X chromosoom inactivatie)
Diffrentiatie
Proces waardoor cellen structureel en functioneel van elkaar verschillen
(moleculair: proces waardoor cellen en celgeneraties het vermogen verwerven tot een uniek progamma van genexpressie)
Twee manieren van celdevisie
- Asymmetric division
> Cellen worden verschillend geboren - Symmetric division
> Dochtercellen worden anders door
omgevingsfactoren na geboorte
herprogammering
(on)toegankelijk maken van sets van genen
Maturatie
vermogen tot “volwassen” expressieniveau
Modulatie
Niveau van genexpressie
> fysiologische signalen
Transcrtiptionele regulatie
interactie tussen transcriptiefactoren en regulatoire elementen stuurt differentiatie
Regulatoire DNA bepaalt …
ontwikkelingsprogramma
dus niet coderende genen
Morfogenen
- Receptor tyrosine kinase (RTK)
- TGFß superfamily
- Wnt
- Hedgehog
- Notch
Mechanismen om verschillen te creeren:
- Laterale inhibitie
> cel inhibeert zijn buurcel door receptoren - Inductie
> Een groep cellen begint met dezelfde groei
potentie, dan verandert een signaal dit gedrag
> Het effect kan verschillend zijn per celtype
ookal is het signaal hetzelfde
= sequentiele inductie strategie
Patroonvorming
Het genereren van complexe organisaties van cel “fates” in ruimte en tijd (=informatie)