Hoorcollege 3 Flashcards

1
Q
  1. Het begrip “trauma”
A

Twee betekenissen:
(1)Geneeskunde: fysiek letsel (2)Traumapsychologie: psychisch letsel

“””Op de foto zie je een Vietnamsoldaat bij (lichamelijk) gewond geraakte of overleden kameraden. Zoals ik in week 1 vertelde, heeft de Vietnamoorlog (uiteindelijk) een belangrijke bijdrage geleverd aan de emancipatie van het psychisch letsel dat door dergelijke ervaringen kan ontstaan. “””
Trauma van oorsprong een medische/fysieke betekenis. In de loop der tijd psychisch component daaraan toegevoegd. Trauma door psychisch letsel. Oorsprong oorlog Vietnam PTSS zoals besproken in HC2.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Fysiek letsel

A

Oneindig veel mogelijkheden:
- Letsel dat onmiddellijk intreedt (bijv. fracturen)
- Letsel dat na verloop van tijd intreedt (bijv. bijzondere ziekte
door blootstelling aan bepaalde stoffen)
- “Medically unexplained symptoms”: lichamelijke klachten die
een uiting zijn van psychisch letsel (bijv. prikkelbaar darmsyndroom)

Bij 2e variant interessanter voor juridische procedures. Voorbeeld James Zodroga.
Bij 3e variant niet zeker wat de oorzaak is, kan psychisch zijn. Problematisch bij juridische procedure. Want op moment dat je schadevergoeding voor letsel aan wil vragen moet je je wel kunnen baseren op een erkende classificatie door de medische/psychologische beroepsgroep.
“””Foto: James Zodroga
Toelichting: Zodroga was een politieman die een bijzondere longaandoening ontwikkelde ten gevolge van zijn werkzaamheden op de plek van de aanslagen van 9/11. Naar aanleiding van de aanslagen werd door de Amerikaanse regering al snel een compensatiefonds ingesteld. Slachtoffers die een beroep op het fonds wilden doen moesten dat snel doen, omdat dit slechts tot 2003 kon. In 2011 heeft president Obama het fonds opnieuw opengesteld voor aanvragen, omdat inmiddels duidelijk was geworden dat sommige klachten zich pas jaren na de aanslagen manifesteerden. Dit gebeurde middels de “James Zadroga Act”. (Terzijde: Hier zie je wederom de “Law of the Few” aan het werk.)”””

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Fysiek letsel

A

Oneindig veel mogelijkheden:
- Letsel dat onmiddellijk intreedt (bijv. fracturen)
- Letsel dat na verloop van tijd intreedt (bijv. bijzondere ziekte
door blootstelling aan bepaalde stoffen)
- “Medically unexplained symptoms”: lichamelijke klachten die
een uiting zijn van psychisch letsel (bijv. prikkelbaar darmsyndroom)

Bij 2e variant interessanter voor juridische procedures. Voorbeeld James Zodroga.
Bij 3e variant niet zeker wat de oorzaak is, kan psychisch zijn. Problematisch bij juridische procedure. Want op moment dat je schadevergoeding voor letsel aan wil vragen moet je je wel kunnen baseren op een erkende classificatie door de medische/psychologische beroepsgroep.
“””Foto: James Zodroga
Toelichting: Zodroga was een politieman die een bijzondere longaandoening ontwikkelde ten gevolge van zijn werkzaamheden op de plek van de aanslagen van 9/11. Naar aanleiding van de aanslagen werd door de Amerikaanse regering al snel een compensatiefonds ingesteld. Slachtoffers die een beroep op het fonds wilden doen moesten dat snel doen, omdat dit slechts tot 2003 kon. In 2011 heeft president Obama het fonds opnieuw opengesteld voor aanvragen, omdat inmiddels duidelijk was geworden dat sommige klachten zich pas jaren na de aanslagen manifesteerden. Dit gebeurde middels de “James Zadroga Act”. (Terzijde: Hier zie je wederom de “Law of the Few” aan het werk.)”””

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Psychisch letsel

A

Focus op PTSS
Ø Acht criteria (volgens DSM 5):
A. Blootstellingaantraumatischegebeurtenis
B. Herbeleving(1/5)
C. Vermijding(1/2)
D.Negatieve veranderingenin gedachten en gevoelens(2/7)
E. Veranderingen in prikkelbaarheid en reactiviteit (2/6)
F. Klachten duren langer dan een maand
G.Ernstig lijden of beperkingen in functioneren
H. Geen middelenmisbruik of andere medische conditie

””PTSS = posttraumatische stressstoornis
Het D-criterium maakt pas sinds 2013 deel uit van de diagnostische criteria van PTSS. Overigens kan een onderscheid worden gemaakt tussen een acute (die optreedt na een maand) en een uitgestelde variant (die optreedt na zes maanden).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Psychisch letsel

A

Focus op PTSS
Ø Acht criteria (volgens DSM 5):
A. Blootstellingaantraumatischegebeurtenis
B. Herbeleving(1/5)
C. Vermijding(1/2)
D.Negatieve veranderingenin gedachten en gevoelens(2/7)
E. Veranderingen in prikkelbaarheid en reactiviteit (2/6)
F. Klachten duren langer dan een maand
G.Ernstig lijden of beperkingen in functioneren
H. Geen middelenmisbruik of andere medische conditie

””PTSS = posttraumatische stressstoornis
Het D-criterium maakt pas sinds 2013 deel uit van de diagnostische criteria van PTSS. Overigens kan een onderscheid worden gemaakt tussen een acute (die optreedt na een maand) en een uitgestelde variant (die optreedt na zes maanden).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

PTSS in DSM: Een historisch overzicht

A

Wat je telkens ziet is dat trauma-criterium door de tijd heen telkens werd uitgebreid.
Bijvoorbeeld ervaringen onderzoek zedenrechercheurs als traumatische gebeurtenis. Eerst voornamelijk primaire slachtoffers, vervolgens ook mensen om het slachtoffer (getuigen bijvoorbeeld) erbij gekomen. En dus bepaalde beroepsgroepen onder traumacriterium.
Laatste uitbreiding in termen van symptomen. D-criterium.
“””Vorige week heb ik verteld dat PTSS in 1980 voor het eerst in DSM is opgenomen. Een voorloper van PTSS maakte deel uit van DSM-I (de zogenaamde “gross stress reaction”), maar deze is in DSM-II weer geschrapt en vervangen door de “adjustment reaction” (die kan optreden na allerlei vervelende omstandigheden/situaties). In week 1 hebben we gezien dat de herintroductie in 1980 het gevolg was van een intensieve lobby van Vietnamveteranen en psychiaters die opkwamen voor hun belangen. Typerend voor de geschiedenis van PTSS is dat de definitie, onder invloed van deze zelfde lobby, de afgelopen decennia telkens een beetje is opgerekt (met uitzondering van de laatste keer). Daarmee is ook de forensisch-victimologische relevantie uitgebreid. Ik kom daar zodadelijk op terug.”””

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

PTSS als containerbegrip

A

636 duizend combinaties van types traumatische gebeurtenissen en type symptomen. Stoornis of paraplubegrip?
Conceptual bracket creep: McNally noemt de ontwikkeling op de vorige slide ‘Conceptual bracket creep’. Op het moment dat je traumacriterium en symptoomclusters oprekt en dat blijft oprekken, waar heb je het dan over?
Partiele PTSS: Term wordt niet alleen gebruikt om iemand aan te duiden die aan alle criteria voldoet, ook mensen die niet aan al die criteria voldoen.
PTSS-symptomen: Zijn inderdaad symptomen die horen bij PTSS, maar om symptomen als PTSS aan te merken zou je eigenlijk zeggen dat iemand aan al die criteria moet voldoen.
Secundaire PTSS-symptomen: Mensen, vaak therapeuten, die dan zo vaak verhaal van slachtoffers hebben aangehoord dat zij zelf de symptomen van hun patiënten gaan ervaren.
“”Met enige skepsis zou je kunnen zeggen dat PTSS is verworden tot een verzamelnaam van allerlei verschillende klachtenpatronen die het gevolg kunnen zijn
7
van zeer uiteenlopende gebeurtenissen. De vraag kan daarom worden opgeworpen wat het eigenlijk betekent dat iemand is gediagnosticeerd met PTSS. DSM heeft de bedoeling klachtenpatronen te classificeren met het oog op het stellen van een eventuele behandelindicatie, maar dat laatste kan uiteraard alleen indien klachten onder een DSM-label ook een zekere uniciteit hebben. Bij de classificatie PTSS is daar in het geheel geen sprake van. Enigszins cynisch zou je zelfs kunnen beweren dat de diagnostische criteria aanleiding geven om allerlei relatief normale klachten te medicaliseren. Een voordeel van deze medicalisering is dat dit, zoals we ook in week 1 hebben gezien, de weg naar compensatie vergemakkelijkt.”””

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
  1. Juridische relevantie
A

Belangrijke thema’s:
(1)Schadevergoeding
(2)Causaliteit
(3)Risicotaxatie
(4)Strafrechtelijke aansprakelijkheid
(5)Verloop en uitkomsten juridische procedures

1) Belangrijk thema, volgende week uitgebreid aan bod. De betrouwbaarheid van slachtoffers die verklaren over de schade die ze door hun slachtofferervaring hebben opgelopen.
2) Zijn de psychische klachten veroorzaakt door slachtofferervaring of is er iets anders aan de hand, bepaalde persoonlijkheidskenmerken bijvoorbeeld.
3) PTSS en trauma relevant voor risicotaxatie. We weten bijvoorbeeld dat PTSS een risicofactor is van herhaling van slachtofferschap.
4) Niet zozeer over slachtoffers, maar over verdachten/daders die verantwoordelijk moeten afleggen over gepleegd misdrijf. Dan zou iemand zich bij PTSS misschien kunnen speken op toerekeningsvatbaarheid.
5) Niet zozeer over trauma en PTSS die effect heeft op juridische procedures, kan zo zijn dat de juridische procedures een effect hebben op de slachtoffers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Schadevergoeding

A

Vorigeweek: Letsel moet medisch objectiveerbaar zijn om als grondslag schadevergoeding te kunnen fungeren (diagnose gebaseerd op ICD of DSM en gesteld door geregistreerd arts/psycholoog)
ØUitzondering: immateriële schade wordt soms “voorondersteld”

Moet zo zijn dat medische beroepsgroep eens is over de echtheid van het letsel (ICD of DSM door arts/psycholoog). Uitzondering hierop is immateriële schade en sommige gevallen wordt dat voorondersteld (zoals besproken bij HC2).
“””ICD = International Classification of Diseases
DSM = Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders
Opmerking: Het criterium van “medische objectiveerbaarheid” kan problematisch zijn, indien op het moment van het letsel nog niets of weinig bekend is over de betreffende aandoening (denk aan het voorbeeld van James Zadroga). “””

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Schadevergoeding

A

Vorigeweek: Letsel moet medisch objectiveerbaar zijn om als grondslag schadevergoeding te kunnen fungeren (diagnose gebaseerd op ICD of DSM en gesteld door geregistreerd arts/psycholoog)
ØUitzondering: immateriële schade wordt soms “voorondersteld”

Moet zo zijn dat medische beroepsgroep eens is over de echtheid van het letsel (ICD of DSM door arts/psycholoog). Uitzondering hierop is immateriële schade en sommige gevallen wordt dat voorondersteld (zoals besproken bij HC2).
“””ICD = International Classification of Diseases
DSM = Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders
Opmerking: Het criterium van “medische objectiveerbaarheid” kan problematisch zijn, indien op het moment van het letsel nog niets of weinig bekend is over de betreffende aandoening (denk aan het voorbeeld van James Zadroga). “””

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Criminalistiek:

A
  • Criminalistiek:“Criminalistiekis
    terugredeneren”
    ØDeze cursus: vaststellen slachtofferschap op basis aanwezig letsel

Op basis van letsel waar we informatie over hebben gaan vaststellen of er bepaalde slachtofferervaring heeft plaatsgevonden. Terugredeneren op basis van het letsel. SG doet dit ook, op basis van de bronnen terugredeneren of het aannemelijk is dat iemand een geweldsmisdrijf heeft meegemaakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Verbale weergave bewijskracht in FMO-rapportage

A

NFI
* Ongeveer even waarschijnlijk
* Iets waarschijnlijker
* Waarschijnlijker
* Veel waarschijnlijker
* Zeer veel waarschijnlijker
* Extreem veel
waarschijnlijker

IMMO
* Niet consistent
* Consistent
* Zeer consistent
* Typerend
* Kenmerkend

Stilstaan bij asielprocedures. Belangrijk verschil tussen beoordeling NFI en bijvoorbeeld instantie als IMMO.
NFI: maakt gebruikt van termen om aan te geven wat de bewijskracht is, kracht van het bewijs is wat men heeft onderzocht/beoordeeld. Soortgelijke schaal ook gebruikt door IMMO. Wel 1 groot verschil tussen beide schalen. De schaal van het NFI is gebaseerd op numerieke waarden, IMMO niet. NFI gebruikt formuleringen die gebaseerd zijn op de likelihood ratio is.
“””Een groot verschil tussen de kwalificaties die door het NFI en het IMMO worden gebruikt is dat de eerste zijn gebaseerd op numerieke waarden. De kwalificatie “ongeveer even waarschijnlijk” komt bijvoorbeeld overeen met een bewijskracht van LR = 1-2. (“LR” staat voor “likelihood ratio”, zie volgende slides)”””

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Verbale weergave bewijskracht in FMO-rapportage

A

NFI
* Ongeveer even waarschijnlijk
* Iets waarschijnlijker
* Waarschijnlijker
* Veel waarschijnlijker
* Zeer veel waarschijnlijker
* Extreem veel
waarschijnlijker

IMMO
* Niet consistent
* Consistent
* Zeer consistent
* Typerend
* Kenmerkend

Stilstaan bij asielprocedures. Belangrijk verschil tussen beoordeling NFI en bijvoorbeeld instantie als IMMO.
NFI: maakt gebruikt van termen om aan te geven wat de bewijskracht is, kracht van het bewijs is wat men heeft onderzocht/beoordeeld. Soortgelijke schaal ook gebruikt door IMMO. Wel 1 groot verschil tussen beide schalen. De schaal van het NFI is gebaseerd op numerieke waarden, IMMO niet. NFI gebruikt formuleringen die gebaseerd zijn op de likelihood ratio is.
“””Een groot verschil tussen de kwalificaties die door het NFI en het IMMO worden gebruikt is dat de eerste zijn gebaseerd op numerieke waarden. De kwalificatie “ongeveer even waarschijnlijk” komt bijvoorbeeld overeen met een bewijskracht van LR = 1-2. (“LR” staat voor “likelihood ratio”, zie volgende slides)”””

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly