Hoorcollege 1: Wat is politieke communicatie Flashcards

1
Q
  1. Definieer politieke communicatie.

2. Leg uit hoe politieke communicatie evolueert.

A
  1. Politieke communicatie is de interactie tussen politici, media en het publiek. Ze beïnvloeden onderling elkaar. Politici willen de media en het publiek beïnvloeden, en de media wil ook de politici en het publiek beïnvloeden en natuurlijk ook het publiek, de media en politici. De interactie kan het best weergegeven worden in een triangel.
  2. Politieke communicatie evolueert omdat vroeger de media bv bij machthebbende (bv president - politici) op bezoek kwamen om verslag te doen, en journalisten luisterden en schreven woord voor woord op wat die machthebbers zeiden, zonder kritiek. Nu bericht de media letterlijk 1 zin van die machthebbers (politici). De politiek had meer macht dan de media. Maar de media wordt steeds onafhankelijker en bericht zelf wat ze willen. Vroeger hoefde politieke communicatie niet zo persuasief te zijn, je had vaste groep mensen die trouw aan jou waren. Nu moet je als politici/partij iedereen proberen over te halen om op jou te stemmen bij de volgende verkiezingen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Leg MEDIATIZATION uit. En de daar bijhorende fases.

A

MEDIATIZATION= Het is een proces waarbij de media steeds onafhankelijker wordt en meer invloed heeft.

 Vier fases van mediatization: (proces) (hoe verder je gaat in de fase, van politieke logica naar media logica)

  1. Media zijn ondergeschikt aan de politiek. Mediation: media is een communicator/mediator van/tussen politici naar het publiek. Je komt in fase 1, als media belangrijk is als medium. Deze fase is een voorwaarde voor de volgende fases.
  2. Media zijn onafhankelijker, ze gaan zich niet leiden door wat de politici zeggen of stellen (als boodschapper, maar echt vragen stellen). Politiek is nog wel dominant, heeft nog steeds de upper hand. Media communiceert boodschappen niet mer op een onvoorwaardelijke manier.
  3. Eerste twee fases: was media meer een informatiebron, de derde fase > kan de politiek niet meer negeren. En media worden belangrijker. Als politici niet in de media komt en geen publiciteit krijgt, zal niemand op hem stemmen. Dus heeft media meer macht. Politici moeten zich aanpassen aan de media(logica), omdat media zo onafhankelijk is geworden. Politici moet rekening houden dat de media meer belangrijker wordt en hun strategieën en plannen aanpassen aan de media. Als je niet in de media komt dan weet niemand over je plannen. Media heeft nu de upper hand, maar zijn nog steeds extern van het politieke systeem.
  4. Medialogica. Er is geen onderscheid tussen verkiezingstijd en geen verkiezingstijd. Politici moeten steeds nadenken over wat ze doen op media, om steeds posten van hun ideeën om mensen steeds te overtuigen. Politici passen zich niet alleen aan op de media, maar adopteren daarbij ook de medialogica. Politici denken steeds ‘hoe zou dit uitpakken in de media’?’ Als het in het nieuws is gekomen, is het waar. Als het niet in het nieuws komt, who cares? Pas als het over een gebeurtenis bericht dan wordt het relevant. Je kan niet meer om de media heen. Media is niet meer external (van het politieke systeem - mee bemoeien).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
  1. Is de maatschappij van nu in de 4e fase van mediatization?
  2. Welke problemen ontstaan er door stijgende mediatization?
A
  1. Mediatization ja, maar niet dat de hele society in de 4e fase zit. Media zou nooit de politieke acties overnemen of als politici functioneren. Het is niet een globale trend (in Rusland nog steeds censor op media). Het is ook afhankelijk van het politieke systeem, media systeem en de macht van de partijen.
  2. Problemen bij stijgende mediatization=
    a) Negativiteit (mensen zijn negatief over de media en politici)
    b) Focus op mensen / personalization (bv machthebbers), ipv issues (wie is de leider en wat doet hij, ipv gebeurtenissen). familie van Trump, weing over issues. Het gaat over Wilders over persoon en minder over het klimaat.
    c) Focus op short term problemen
    d) Focus op conflicten= ‘wat verkoopt er’ denken media. Wanneer een artikel sensationeel wordt bericht dan willen mensen sneller het artikel lezen. Dit kan problematisch zijn, mensen worden alleen maar pessimistischer als ze alleen maar negatieve berichten leest. Het kan een impact hebben op hoe mensen denken (over personen bv.)
    e) Focus op horse race= meer focus op de verbanden tussen politieke. Focus op populistische uitspraken: Geert Wilders die populistische uitspraken doet.
    f) Te veel macht voor de media
    g) Informatie is niet duidelijk of begrijpelijk voor het publiek.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
  1. Welke vijf functies hebben de media in een democratische maatschappij?
  2. Wat zijn de rollen van journalisten?
A
  1. Vijf functies van media=
    a) informatie (monitoring, media informeren)
    b) education (het verklaren en interpreteren van events en feiten (onderwerpen))
    c) platform function (exhange of ideas > public sphere: ideeen/meningen komen bij elkaar en mensen kunnen met elkaar discussieren, zodat oplossingen kunnen ontstaan) (thema onder de aandacht brengen, stimuleren van het debat)
    d) watchdog function (waakhond) (politiek in de gaten houden/controleren) (controle van politics, publiciteit voor wat politics verkeerd doen, politici kunnen niks verstoppen als er iets verkeerd gaat, en media verzend dit naar het publiek)
    e) channel function (politieke, ideologisch meningen van poltici moeten een weg vinden naar mensen, media als kanaal gebruiken om je mening over te sturen). (media is een platform/channel voor politici om hun gedachtegangen te verspreiden)
  2. Rollen van journalisten?
    a) Disseminator of information (getting out facts, niet educate)
    b) interpreter (explain de facts, they disseminate en explain)
    c) adversarial (versus politici en business) (dig out dirty cases)
    d) populist mobilizer (mobilizing people) (je wil mensen involven, je wil mensen includen in politiek)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
  1. Welke bedreigen van het functioneren van de rollen van de journalisten zijn er? (bespreek ook burglar alarm en full news standard)
  2. En waarom is het niet evident dat journalisten deze rollen kunnen uitvoeren?
A
  1. Bedreigingen om rollen/functies te doen van journalisten=
    - Politieke actors (politici) hebben CONTROLE OVER DE MEDIA INHOUD (gebrek van pluralisme en onafhankelijkheid) (overheid zegt schrijf dit)= censorship, in china heeft de overheid controle over wat naar buiten komt via de media, anders straffen. Politici beslist dus wat in de media komt. Een lack van onafhankelijkheid van media, ze kunen niet schrijven wat ze willen. Lack of pluralisme: niet veel verschillende soorten media.
    - KWALITEIT VAN HET NIEUWS= Commercialisation, leidt tot daling van de kwaliteit van nieuws = about commercialization: het is meer om een zo groot publiek aan te trekken: sensatie nieuws. Full news VS burglar alarm. Full news standard= alles wat gebeurd wat relevant is, moet de media over berichten. We verwachten dat de media ons verteld wat er allemaal in de wereld gebeurd. Maar dit is niet realistisch, want er gebeurd zoveel in de wereld. Als je alles in een overzicht zet, is het heel lang en saai. Burglur alarm: we verwachten niet dat de media ons vertelt wat er allemaal gebeurd, maar het is oke dat de media ons nieuws geeft wat we willen zien, en wanneer iets echt heel belangrijks gebeurd (echt erge gebeurtenis zoals terroristische aanval), dan berichten ze met duidelijke signalen zodat mensen weten wat echt belangrijk is. > maar die alarms werken niet meer als je alles in een sensatie-achtige manier schrijft, overal is er een burglar alarm (bennet), nu is het een burglar alarm standard. Het is zo normaal geworden dat we er niet meer van opkijken (van een burglar alarm) Een heel gedetailleerd overzicht van iets wat helemaal niet belangrijk is (full news standard), alles wordt nu in een sensationeel licht gepresenteerd (burglar alarm), waardoor het belangrijk lijkt terwijl het niet zo is.
    »> probleem: journalisten willen de full news standard volgen, ze denken dat ze het ook volgen, maar eigenlijk volgen ze de burglar alarm (standard).
    - HET PUBLIEK HEEFT HET VERMOGEN NIET OM DE INFORMATIE TE VERWERKEN= videomalaise: kijken van telelvisie heeft negatieve effecten op het publiek. Cycnisme, lage vertrouwen in politieke instutities, low sens of ‘political efficacy’ = het gevoel dat je politics begrijpt en ook iets kan doen, deel van politics zijn. Dumbing down: getting less informed, mensen kunnen politieke informatie niet meer verwerken.
    »> Later: kritiek op video-malaise theorie: positieve effecten van media content is mogelijk & sommige sensationele elementen kunnen soms goed zijn, om meer mensen aan te trekken.
    »> Public quality: Ze wil niet dat je denkt in categorieën ‘dichtomoy’ : hard nieuws of soft nieuws. = journalisten moeten het publiek als burgers zien en proberen te tailoren naar de behoeftes van het publiek. Burgers betrekken en duidelijk maken waarom de thema’s belangrijk zijn. We moeten weg van de twee uitersten, juist een middenweg vinden (tussen kwaliteit en populair) Proportional relevantie= alle groepen in society moeten relevante nieuws in de nieuwscoverage vinden. Dus er moet alles zijn voor iedereen. Voor mensen met minderheden, zodat nieuws voor iedereen kan aanspreken.
  2. Het klinkt logisch dat media de rollen van journalisten zouden moeten uitvoeren, maar het is niet altijd evident dat de media op deze manier functioneren, bv door censor op berichten, kunnen journalisten geen dirty cases boven het water brengen en exposen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly