hoorcollege 1 (integriteitsstukje toevoegen). Flashcards
Wat is een construct
Een concept dat niet direct waarneembaar is. Dit kan iets zijn als schrijfvaardigheid, maar ok iets als lichaamslengte.
Welke 4 meetniveaus zijn er op volgorde van sterkte.
.1 Ratio
.2 interval
.3 ordinaal
.4 nominaal
Wat is het verschil tussen interval en ratio?
Bij ratio is er een 0 punt en bij interval niet.
Wat is het verschil tussen ordinaal en nominaal?
Beide zijn “categorieën” (vaak uitgedrukt in woorden of begrippen) maar bij ordinaal slaat deze nog wel op een bepaalde schaal of volgorde (bv. van helemaal niet mee eens tot helemaal mee eens).
Wat onderscheidt de onafhankelijke variabele van de afhankelijke variabele?
De onafhankelijke variabele is de variabele die je wil manipuleren, en die de afhankelijke variabele beïnvloedt.
Welke conditie wordt meestal de experimentele conditie genoemd?
Degene die bedacht is op basis van theoretische gespecificeerde inzichten. Degenen die vaak de aanleiding boden tot het onderzoek.
Wat houdt het vraagstuk van generaliseerbaarheid in ?
Een uitkomst kan significant zijn in bepaalde omstandigheden, maar wat zegt dit en op welke groepen is dit toe te passen?
Waaruit bestaat de empirische cyclus?
.1 observatiefase
.2 inductiefase
.3 deductiefase
.4 toetsingsfase
.5 evaluatiefase
Wat houdt de observatiefase in?
Dit is eigenlijk het vrij willekeurige en creatieve proces dat leidt tot een onderzoeksvraag
Wat houdt de inductiefase in?
Hierin wordt de hypothese geformuleerd op basis van de veronderstelling die gedaan is in de observatiefase.
Wat houdt de deductiefase in?
Hierin houd je je eigenlijk bezig met de implicaties van je hypothese: Je doet de voorspellingen en kijkt hoe je je constructen meetbaar maakt.
Wat houdt de toetsingsfase in?
Hierin interpreteer je de resultaten om te kijken of je hypothese klopt.
Wat houdt de evaluatiefase in?
dit is het evaluatietraject waarin wordt gekeken of je daadwerkelijk iets met de uitslagen kunt, en hoe sterk de uitslagen zijn.
Aan welke drie voorwaarden moet een hypothese voldoen?
.1 hij moet logisch consistent zijn.
.2 Hij moet zuinig en economisch zijn
.3 Een hypothese moet een duidelijke empirische referentie hebben.
Wat betekent “.3 Een hypothese moet een duidelijke empirische referentie hebben.”
Dat het een toetsbare hypothese is, zonder begrippen die niet toetsbaar zijn en dat de begrippen een empirische grondslag hebben en dus ergens op slaan.