hoofdstuk5 Flashcards
1
Q
huidig
A
current
2
Q
verhouding/perspectief
A
perspective
3
Q
grafiek
A
graph
4
Q
groeicurve
A
groeicurve
5
Q
fase
A
phase
6
Q
verflauwen
A
to flatten
7
Q
beschermen, dekken
A
to protect
8
Q
patent
A
patent
9
Q
van vitaal belang
A
vital
10
Q
rechtstreekse verkoop
A
direct-selling
11
Q
overnemen
A
to take over
12
Q
fusie
A
merger
13
Q
concurrent
A
competitor
14
Q
op de markt komen
A
to enter the market
15
Q
hevig, zwaar
A
severe
16
Q
beleid
A
policy
17
Q
winstgevendheid
A
profitablity
18
Q
inzakken, plotseling dalen
A
slump
19
Q
vestigen
A
to establish
20
Q
onoverwinnelijk, niet te verslaan
A
unbeatable
21
Q
onderzoek en ontwikkeling
A
R & D, research & development
22
Q
hoofdkantoor
A
head office
23
Q
onderneming
A
enterprise
24
Q
naamloze vennootschap
A
public limited company