hoofdstuk 9+13 Flashcards
grens
border
in de rij staan
to queue
tekort komen
to run out of
druk, vol
crowded
luchtruim
air space
verkeer
traffice
toenemen
to increase
rijbaan
lane
verkeersopstopping, file
traffic jam
spoorweg
railway
hogesnelheids-
high-speed
functioneren, werken
to operate
vermogen, potentieel
potential
reizen
to travel
verbinden
to connect
verbinden(2)
to link
vlucht
flight
(dwars) door
across
verzenden
despatch
verschepen
to ship
vervoersinstructies
forwarding instructions
doorvoerhandel
transit-trade
vrachttarieven
freight rates
ophalen
to collect
zending,partij
consignment
beschadigd
damaged
tijdens het vervoer
in transit
laden
to load
bestelauto
van
transportbedrijf
haulage company
cargadoor
ship broker
vervoermiddel
means of conveyance
overladen
to transfer
veerboot
to ferry
koerier(sdienst)transportwegen
courier
expeditiekosten
carrier’s charges
per container
containerised
bestemming
destination
openbaar vervoer
public transport
opslag
storage
besteldienst
delivery service
massavervoer
bulk transport
distributiepunt
distribution point
vaststellen van verzendroute
routing
vervoeren
to move
onderhoud
maintenance
bedrijfskosten
operating costs
routeschema
route chart
transport per spoor
rail transport
betrouwbaarheid
dependability
overslagplaatsen
terminal
netwerk
network
douane
costums
luchtvracht
air cargo
luchtvrachtkosten
air-freight charges