hoofdstuk 9-10: python objectoriëntatie (klassen) Flashcards

1
Q

wat is het verschil met objectoriëntatie en wat we tot nu toe hebben gebruikt

A

tot nu toe hebben we een systeem bekeken als een aantal functies die door functieoproepen en het doorgeven van argumenten tot oplossingen bekomen, objectoriëntatie bekijkt een systeem als een aantal objecten die met elkaar samenwerken om tot oplossingen te komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke 4 eigenschappen moeten aanwezig zijn om over een objectgeoriënteerd systeem te kunnen spreken

A

abstractie

inkapseling

overerving

polymorfie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat bedoelen ze met abstractie

A

dat we voor de objecten alleen de relevante informatie gaan verwerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat bedoelen ze met inkapseling

A

dat de informatie over een object verborgen zit en alleen kan geraadpleegd of gewijzigd kan worden m.b.v. methods

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat bedoelen ze met overerving

A

je kan daarmee een hiërarchie van klassen opbouwen (subklassen en superklassen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat bedoelen ze met polymorfie

A

dat er in de hiërarchie verschillende methods kunne zijn in de subklassen dus dat ze eerst kijken over welke subklasse het gaat en dan pas de juiste bijhorende methods toepassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

zijn de get en set methods met return of niet

A

de get methods hebben een return en de set methods niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat doet self.__x

A

het object x wordt dan verborgen gehouden (inkapseling) en met de get en set methods alleen toegankelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat doet __init__

A

dat is de constructor voor een nieuw object

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat doet __str__

A

geeft terug als string

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat doet __repr__

A

geeft terug als string, nodig als bv. lay-out van een list/dict/…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat doet __add__

A

dat is voor transformaties mee te kunnen doen (+ - / * enz)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat doet __eq__

A

dat is voor gelijkheden mee te doen (==)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat doet __lt__

A

dat is voor ongelijkheden mee te doen (< > of ≥ ≤ of !=)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

hoe check je of iets van een (sub)klasse is + vb

A

isinstance(var. , klasse)

bij subklasse: issubclass(…, …)

vb. isinstance(25, int)

geeft true terug

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat moet je typen voor de def main(): uit te voeren

A

vanonder op dezelfde insprong als de def main():

if __name__ == ‘__main__’:

main()