Hoofdstuk 8: Engtes, bruggen en sluizen Flashcards

1
Q

Voorrangsregels engtes, bruggen en sluizen

A
  1. Schip dat stroom mee heeft gaat voor
  2. Zonder stroming hoofdregels
  3. Twee dezelfde schepen:
    a. motorschepen: Hindernis stuurboordzijde heeft voorrang
    b. Roeiboten: Hindernis stuurboordzijde heeft voorrang
    c. Zeilschepen: Bakboord zeilt heeft voorrang
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Borden en lichten bij bruggen en sluizen

A
  • Doorvaren aanbevolen voor jou richting alleen: gele (ruit - ruit) / (bol - bol)
  • Doorvaart beide richtingen aanbevolen: gele (ruit - bol)
  • Doorvaart deze richting verboden: rechthoek (rood - wit - rood)
  • Brug gesloten en geen bediening: stoplicht (rood - rood)
  • Brug gesloten wel bediening: stoplicht (rood)
  • Doorvaart verboden maar schipper gereed maken: stoplicht (rood - geel)
  • Doorvaart toegestaan wel bediening: stoplicht (geel)
  • Doorvaart toegestaan geen bediening: stoplicht (geel - geel)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly