Hoofdstuk 6: Lichten en dagtekens Flashcards
Lichten op schepen
Toplicht: wit licht naar voren (1m hoger boordlichten)
Heklicht: Wit licht achter
Boordlichten: stuurboord groen / bakboord rood
Kleine motorschepen
- 1 rondom toplicht + boordlichten op boeg in een lantaarn
- Toplichten verdeeld een naar voor en een naar achter + boordlichten op boeg in een lantaarn
- 1 toplicht naar voren op boeg + 1 heklicht naar achter + 2 opzij zijkanten
Kleine zeilschepen
- 1 wit heklicht naar achter + Boordlichten op boeg in een lantaarn
- 1 rondom schijnend lantaarn op mast (Driekleurenlicht)
Groot zeilschip
- 1 wit heklicht naar achter + boordlichten links en rechts + 2 rondom boordlichten in de mast (rood - groen)
Bijzondere lichten en dagtekens
* Beperkt manoeuvreerbaarschip
* Onmanoeuvreerbaarschip (schip niet meer kan varen)
* Duwbak (Combinatie duwboot en duwbak)
- Beperkt manoeuvreerbaar schip (rood - wit - rood) / (bol - ruit - bol)
a. Zijde vrij (groen - groen) / ( ruit - ruit)
b. Zijde niet vrij (rood - rood) / (bol - bol) - Onmanoeuvreerbaar schip
a. Naast gewone lichten (rood - rood) / hangende (bol - bol) 1m tussen - Duwstel
a. Drie witte lichten rondom voor en achter
b. Boordlichten bij zijdes
c. rechterbak extra toplicht (bij meerdere bakken)
Passagiersschepen
Lengte kleiner 20 meter en meer dan 12 passagiers
* Overdag een gele ruit voeren
Schepen met gevaarlijke stoffen
- 1 blauw licht / 1 blauwe kegel: houd 10m afstand
- 2 blauwe lichten / 2 blauwe kegels: houd 50m afstand
- 3 blauwe lichten / 3 blauwe kegels: houd 100m afstand
Slepen
Lichten bij slepen in kiellinie
* Slepende schip: 2 witte toplichten, geel heklicht, boordlichten
* Elke schip erachter rondom toplicht + laatste ook wit heklicht
Lichten bij slepen niet in kielllinie
* Elk slepend schip drie rondom witte toplichten en geel heklicht
* Gesleepte schip gewoon normale verlichting
Dagtekens
* Slepende schip: gele cilinder met wit zwart
* Gesleepte schip: gele bol
Visserschepen
- 2 rondom schijnende lichten (groen - wit) hoog
- 1 naar achter schijnend heklicht
- Boordlichten
Dagtekens:
Twee kegels (zandloper vorm)
Veerponten
Twee rondom schijnende lichten (groen - wit)
* Niet vrijvarend: geen basisverlichting
* Vrijvarend: wel basisverlichting
Werktuig
Alle lichten zijn hier rondom
* Vaarwater zijde vrij (groen - groen) / (groen kegel - groen kegel)
* Vaarwater zijde niet vrij (rood) / (rechthoekig rood bord)
* Vaarwater vrij maar geen waterbeweging (rood - wit) / (rechthoekig bord rood - wit)
Schepen die werkzaamheden verrichten
Geel knipperlicht
snel schip: twee gele knipperlichten
Toezichthoudende schepen
Blauw knipperlicht
Duikers
Wit - blauw bord
Zeilschip met kegel naar beneden: vaart op motor
Tekens stilliggende schepen
- Groot schip oever: rondom wit licht hoogte 3 meter
- Groot schip niet oever: Twee witte lichten (2 / 4 meter) (zwarte bol)
- Klein schip: Rondom wit licht / zwarte bol