Hoofdstuk 8 Flashcards
Wanneer ben je liquide als bedrijf?
Wanneer je op korte termijn je schulden kan afbetalen
Hoe bereken je het werkkapitaal?
Vlottende activa - vlottende passiva ( kort vreemd vermogen)
Hoe bereken je de current ratio?
Vlottende activa inclusief liquide middelen / schulden op korte termijn
Welk kengetal is juist bij de current ratio?
Tussen de 1,5 en de 2
Hoe bereken je de quick ratio
Vlottende activa - voorraad + liquide middelen / schulden op korte termijn
Welk kengetal wordt gezien als positief bij de quick ratio?
Alles boven de 1
Hoe bereken je het werkkapitaalratio?
Current ratio - 1
Aan de hand van welke 3 geldstromen wordt liquiditeit beoordeeld?
- cashflow op winstbasis
- Raming toekomstige ontvangsten en uitgaven
- Kasstroomoverzicht
Hoe bereken je de cashflow op winstbasis?
Winst + afschrijving + dotatie voorzieningen
Wanneer ben je solvabel?
Wanneer een onderneming in staat is om bij opheffing al haar schulden te betalen.
Hoe bereken je de debt ratio?
Vreemd vermogen / totaal vermogen
Hoe bereken je de interest coverage ratio?
(Winst voor belastingen + interest) / rentelasten
Wat is rentabiliteit?
Dit geeft aan waarin de onderneming in staat is op een opbrengst te geven aan de verschaffers van het vermogen.
Hoe bereken je de RTV
Nettowinst + Interest / Gemiddeld totaal vermogen x 100%
Hoe bereken je de REV?
Nettowinst / Gemiddeld eigen vermogen x 100%