Hoofdstuk 2 & 3 Flashcards
Wat is het onderscheid tussen materiële en immateriële inverstering?
Tot materiële investeringen rekenen we de aanschaf van duurzame en vlottende productiemiddelen
Wat zijn immateriële investeringen?
Uitgaven voor de nieuwe ontwikkeling van nieuwe producten en de exploratie van nieuwe afzetmarkten.
Hoe noem je een investering voor basisverbreding?
Diversificatie
Wat is joint venture?
Wanneer 2 ondernemingen samen een nieuwe onderneming sticht voor de ontwikkeling van een bepaalde activiteit. Ze bundelen hier samen de kennis.
Waar bestaat cashflow uit?
De som van nettowinst en afschrijving
Wat is samengestelde interest?
Hier wordt rente vergoed over het startkapitaal maar ook over de rente van de voorgaande perioden.
Hoe noem je de verschillende momenten waarop je rente ontvangt.
Post- en prenumerando rente
Welke 4 methode zijn er om een prioriteitsvolgorde van investeringsprojecten te maken?
- Terugverdienperiode
- Gemiddelde boekhoudkundige rentabiliteit
- Netto contante waarde
- Interne-rentevoetmethode
Wat maakt de beste investering bij de methode terugverdienperiode?
Laagste terugverdientijd is de beste
Noem 2 bezwaren voor de terugverdientijd
- Er wordt geen rekening gehouden met de factor interest
2. Bedragen die na de terugverdientijd vervallen, worden in de beoordeling volledig buiten beschouwing gelaten.
Hoe bereken je de gemiddelde boekhoudkundige rentabiliteit?
(Gemiddelde cashflow - gemiddelde afschrijvingen) / gemiddeld geïnvesteerd vermogen x 100%
Noem 2 bezwaren voor de Gemiddelde boekhoudkundige rentabiliteit
- Volgorde van cashflows wordt niet meegerekend
2. Investeringsbedrag wordt buiten beschouwing gelaten.
Hoe bereken je de Netto contante waarde?
NCW = contante waarde cashflows - investeringsbedrag.
Noem 2 nadelen van de netto contante waardemethode
- De netto contante waarde methode meet niet de rentabiliteit van een project want de uitkomst wordt niet gerelateerd aan de hoogte van het te investeren bedrag
- Houdt geen rekening met de looptijd van de verschillende projecten.
Hoe bepaald de onderneming de vermogensbehoefte?
- De aard van de bedrijvigheid, zijn er veel vaste activa nodig?
- De seizoen gevoeligheid van de productie en de afzet