Hoofdstuk 8 Flashcards
1
Q
Rechterlijke macht bestaat uit:
A
- rechtbanken (11 in NL)
- gerechtshoven (4 in NL)
- Hoge raad (1 in NL)
2
Q
De sector civiel kent 2 rechters:
A
Kantonrechter (unusrechtspraak): Strafrecht, Civielrecht, Arbeidsovereenkomst, Huurovereenkomst.
De gewone civiele rechter (unusrechtspraak): Burgerlijke zaken (alle vorderingen die niet bij kantonrechter kunnen)
3
Q
Unusrechtspraak:
A
is een rechtszitting met één rechter die rechtspreekt.
4
Q
Absolute bevoegdheid:
A
Welke rechtbank mag welk geschil behandelen
5
Q
Relatieve bevoegdheid:
A
Waar moet een procedure worden gestart. Hoofdregel luidt dat je altijd
moet procederen in de plaats waar de persoon die je ‘voor het gerecht wilt
slepen’ woont.
6
Q
Volgorde van strafrecht (laag naar hoog)
A
Rechtbank (eerste aanleg) → Gerechtshof (hoger beroep) → Hoge Raad (cassatie)
