Hoofdstuk 10: Bestuursrecht Flashcards

1
Q

Bestuursrecht:

A

Relatie tussen particulier en overheid staat centraal
Het bestuursrecht is gericht op het ordenen van de samenleving; het nemen
van beslissingen op allerlei gebieden (verzorgingsstaat)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Feitelijke handelingen:

A

handelingen zonder dat een bepaald
rechtsgevolg beoogd is. (onderhoud parken, aanleggen kanalen of
wegen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Rechtshandelingen:

A

heeft betrekking op juridisch-relevante feiten

waarbij het rechtsgevolg door partijen gewild is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Privaatrechtelijke rechtshandelingen:

A

het rechtsgevolg is
uitdrukkelijk gewild. Bijvoorbeeld kopen van auto’s waarmee het
huisvuil kan worden opgehaald of bladerblazers om parken schoon
te maken. (aankoop meubilair)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Publiekrechtelijke rechtshandeling:

A

rechtshandelingen die door een
bestuursorgaan worden verricht om een publieke taak uit te
oefenen. Dat kan alleen maar omdat er een wet is die deze
bevoegdheid aan dat bestuursorgaan toekent. (besluiten)
 Eenzijdige publiekrechtelijke rechtshandeling: geldt voor een
klein groepje mensen (beleidsregels)
 Meerzijdige publiekrechtelijke rechtshandeling: geldt voor een
grote groep mensen (verdragen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Iets is een besluit als:

A
  1. Het schriftelijk is
  2. Het afkomstig is van een bestuursorgaan
  3. Het een publiekrechtelijke rechtshandeling is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Besluit van algemene strekking:

A

beleidsregels, plannen en algemeen

verbindende voorschriften.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een beschikking?

A

een regel die voor iedereen geldt is geïndividualiseerd. Is

dus gericht op één bepaald persoon.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Constitutieve beschikkingen

A

is een rechtscheppende beschikking. Er
worden rechten en verplichtingen in het leven geroepen die nog niet
eerder bestonden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Declaratoire beschikkingen

A

rechtvaststellende beschikking. Met het
even van zo’n beschikking wordt nog eens nadrukkelijk vastgesteld hoe
de situatie juridisch gezien is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Begunstigende beschikkingen

A

geeft een recht of ten minste iets
voordeligs aan degene, voor wie deze beschikking bestemd is.
bijvoorbeeld iemand die een vergunning krijgt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Belastende beschikkingen

A

schept een verplichting of heeft ten minste

een negatieve lading. Bijvoorbeeld een belastingaanslag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Vrije beschikkingen

A

bepaalde beleidsvrijheid die wordt aangeduid met

het woord discretionair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Gebonden beschikkingen

A

geen beoordelingsvrijheid. In de wet, regeling
of verordening staat precies aangegeven wanneer wel of geen
beschikking mag worden verstrekt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een attributie?

A

de rechtstreekse toekenning van bestuursbevoegdheden van

het ene naar het andere bestuursorgaan. Opdracht van bevoegdheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een delegatie?

A

de overdracht van een bestuursbevoegdheid en

verantwoordelijkheid van het ene naar het andere bestuursorgaan

17
Q

Wat is een mandaat?

A

overdracht met behoud van verantwoordelijkheid door

mandans ( bestuursorgaan)

18
Q

ABBB staat voor

A

Algemene Beginselen van Behoorlijk Bestuur

19
Q

Bestuursdwang:

A

het bestuursorgaan treedt feitelijk op tegen hetgeen in
strijd met het voorschrift is gedaan. Het bestuursorgaan zorgt er dus voor
dat de situatie in de oude toestand terugkeert

20
Q

last onder dwangsom:

A

de burger in kwestie wordt opdracht gegeven de
overtreding ongedaan te maken, onder het betalen van een dwangsom voor
iedere dag dat de burger daarin nalatig is.

21
Q

bestuurlijke boete:

A

de boete is strafrechtelijk van karakter en is op

leedtoevoeging gericht.

22
Q

Gedogen:

A

is besluiten om af te zien van handhaven. (mag alleen in overgangs- en overmacht-situaties)

23
Q

Gedoogbeschikking:

A

is niet voor bezwaar en beroep vatbaar