hoofdstuk 8 Flashcards

1
Q

enculturatie

A

socialiseren in je eigen cultuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

acculturatie

A

socialiseren in een andere cultuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

levensstijl

A

een geheel van de manier waarop mensen zich in het sociale leven presenteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

generatie

A

(leef)tijdsgenoten die met elkaar verbonden zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

gedeelde levensgeschiedenis

A

zelfde gebeurtenissen meegemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

gedeelde bestemming

A

zelfde willen uitzien, eigen taal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

gedeelde reactie op tijdsgeest

A

versterken van de samenleving, nieuwe samenleving maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

tertiaire socialisatie

A

door de media

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

web 1

A

WWW: traditionele media

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

media

A

alle communicatiemiddelen die het mogelijk maken boodschappen uit te zenden naar een ruim publiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

sociale media

A

horen bij nieuwe media, zijn digitale media waarbij gebruikers info op het medium interactief bepalen, zonder tussenkomst van een redactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

web 2

A

lezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

web 3

A

alles linken met elkaar, interpretatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

traditionele media

A

kranten, tijdschrifeten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

landelijke oproep

A

eigen land

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

commerciële omroep

A

reclame

15
Q

openbare omroep

A

geen reclame

16
Q

regionale omroep

A

in de regio

17
Q

hype

A

heeft ff heel veel aandacht gekregen, verdwijnt snel, weinigen kunnen eraan weerstaan

17
Q

influencers

A

personen die worden ingezet via sociale media om koopgedrag of meningen, gedrag, levensstijl te beïnvloeden

17
Q

doelgroep

A

een subgroep consumenten binnen een grote groep consumenten

17
Q

trend

A

gaat om een blijvende verandering in de samenleving, bepalen waarden en normen die voor langere tijd meegaan, met blijvende gevolgen

18
Q

conversie

A

de mensen die overgaan van reclame naar kopen

19
Q

rage

A

fenomeen dat tijdelijk populair is

20
Q

mode

A

mooi nu, door veel gedragen

21
Q

continued influence- effect

A

als je iets leest sla je dat op, later blijkt het niet waar te zijn, maar blijft plakken in het brein

22
Q

disinformatie

A

bewust onjuiste informatie geven, nepnieuw

22
Q

misinformatie

A

onbewust onjuiste informatie geven, onbedoeld, iets klein