Hoofdstuk 8 Flashcards

1
Q

Welke kernconcepten worden er gebruikt bij de analyse van revoluties?

A

gezag, representatie en representativiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Gezag

A

De macht die als legitiem (wettig en aanvaardbaar) word beschouwt. In hoe verre iemand zijn macht kan gebruiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Op microniveau krijgen mensen gezag op basis van…

A
  • persoonlijke kwaliteiten (overwicht, charisma)
  • geleverde prestaties (gewonnen oorlogen)
  • positie of functie (directeur of paus)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Representatie

A

Mensen vertegenwoordigen een groep

dit houdt in dat mensen een bepaalde groep vertegenwoordigen (leerlingenraad, aanvoerder van een team). Op verschillende niveaus en in verschillende situaties kunnen we representatie herkennen, steeds is er dan een groep gevormd (groepsvorming) waarvoor 1 of een aantal leden optreden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Representativiteit

A

de mate waarin (politieke) besluiten de standpunten van vertegenwoordigers overeenkomen met die van de groep die zij vertegenwoordigen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Representatie in het politieke systeem kan op verschillende punten betrekking hebben, zoals…

A
  • achtergrondkenmerken (geslacht, leeftijd, woonplaats en opleidingsniveau)
  • standpunten (vinden mensen in de politieke partij waarop ze stemmen wel hun standpunten terug?)
  • besluiten (komen de besluiten van een kabinet wel overeen met de standpunten van de partijen die in het kabinet zitten?)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Politieke participatie

A

in hoeverre mensen participeren in de politiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Ontwikkelingsvisie

A

Politieke participatie is zeer belangrijk (het is een doel op zichzelf) hoe meer burgers betrokken zijn bij de politiek hoe beter het is voor de politiek (democratie) en de burger zelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Instrumentele visie

A

Politieke participatie is gewoon/vooral een middel om te weten wat de mensen willen, burgers hoeven niet zozeer te participeren als ze goed (representatief) vertegenwoordigd zijn en als het politiek systeem maar stabiel is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De 2 politieke participatie visies

A

ontwikkelingsvisie en instrumentele visie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Onstaan democratisering

A

gebrek aan inspraak > behoefte aan representatie > maken van democratische rechtsstaat > democratisering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De 2 politieke instituties van de democratische rechtsstaat

A

democratie: mensen hebben het recht om te mogen kiezen wie het land bestuurt.
rechtsstaat: de burger wordt beschermd tegen willekeur van de overheid (regering + ambtenaren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Definitie van democratisering

A

Het proces van verandering in macht en gezag door een grotere inspraak en medezeggenschap van degene met minder macht dan zij (het volk)

Het volk bepaalt (actief/passief kiesrecht) door wie het land geregeerd wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

De 3 rechten in een rechtsstaat (bescherming van de burger)

A
  • klassieke grondrechten (vrijheids/burgerrechten)
  • politieke rechten (kiesrecht)
  • sociale rechten (recht op onderwijs, werk en uitkeringen)

Ook vind er handhaving van de openbare orde plaats (je wordt beschermt tegen criminaliteit, terreut, etc)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Definitie van conflict

A

Je gaat voor eigen/groepsbelang en werkt andere groepen tegen. Als de macht van een regering niet meer geaccepteerd word kan er een revolutie ontstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Dilemma van de Rechtsstaat

A

Rechtsbescherming van het individu vs handhaving van de rechtsorde (soms kunnen deze niet tegelijkertijd uitgevoerd worden)