Hoofdstuk 7: Het etiket wetenschappelijk Flashcards
Anomalie
Fenomeen dat niet past in de gebruikelijke theorie, onregelmatigheid, afwijking.
Confirmatie
Bevestiging van een theorie door empirische waarneming.
Falsificatie
Proces om een hypothese of wetenschappelijke theorie met bv. experimenten of observaties te weerleggen.
Falsificatiecriterium
Maatstaf om met tegenvoorbeelden te bepalen of een uitspraak (of theorie) te weerleggen is.
Falsifiëren
Aangeven onder welke voorwaarden een uitspraak weerlegd is.
Inductieprobleem
Probleem waarbij uit talloze bijzondere gevallen of waarnemingen geen absolutie zekerheid af te leiden is.
Kritisch rationalisme
Filosofische opvatting van wetenschap, waarbij fouten door kritisch na te denken worden opgespoord en er via trial-and-error uit gemaakt fouten wordt geleerd (Popper).
Logisch empirist
(logisch positivist), iemand die alleen empirisch en mathematisch logische uitspraken als wetenschappelijk erkent.
Methodologisch anarchisme
Afwezigheid van één gezaghebbende wetenschappelijke methode.
Normale wetenschap
Periode waarin het paradigma niet op proef wordt gesteld en wetenschap die problemen kan oplossen binnen het bestaande paradigma (Kuhn).
Paradigma
Manier van denken en spreken over de wereld, tijdsgeest, netwerk van methoden, theorieën en strategieën om problemen op te lossen.
Pluriforme methode
Combinatie van veel verschillende methoden, ie samen tot inzicht leiden.