Hoofdstuk 7 Flashcards

1
Q

Ad-hoconderzoek

A

Een onderzoek dat éénmalig wordt uitgevoerd. Een voorbeeld is de gemeente Utrecht, die met een specifieke gezondheidsprobleem wordt geconfronteerd en voor dat probleem een onderzoek laat uitvoeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Beeldvragen

A

Hierbij laat de onderzoek plaatsjes zien en vraagt bijvoorbeeld welk plaatje het best bij de respondent past.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bias

A

Dit houdt in dat de interviewer een telefonisch of face-to-face-vragenlijst afneemt, bewust of onbewust antwoorden van een respondent kan sturen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Continu-onderzoek

A

Onderzoek waarbij continu (dagelijks, wekelijks of maandelijks) gegevens worden verzameld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Dichotoom

A

Bij een dichotoom antwoord kan de respondent slechts uit twee antwoorden kiezen. Dit zijn vaak ja/nee vragen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Indicatoren

A

Variabelen die een aanwijzing kunnen geven over de waarde van een andere variabele. Zo kan de variabele autobezit een indicator zijn voor de variabele welstand.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Interval

A

Meetniveau die aan de volgende eisen voldoet:

  1. De categorieën verschillen van elkaar;
  2. Er is verschil van meer of minder;
  3. Het verschil is uit te drukken in een getal.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Nominaal

A

Meetniveau die aan de volgende eigenschappen voldoet:

  1. De categorieën verschillen van elkaar;
  2. Er is geen verschil van meer of minder.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Operationaliseren

A

Meetbaar maken van de gegevens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Ordinaal

A

Meetniveau die aan de volgende eigenschappen voldoet:

  1. De categorieën verschillen van elkaar;
  2. Er is een verschil van meer of minder.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Periodiek onderzoek

A

Een onderzoek die je meerdere malen of regelmatig uitvoert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Ratio

A

Meetniveau die aan de volgende eigenschappen voldoet:

  1. De categorieën verschillen van elkaar;
  2. Er is een verschil van meer en minder;
  3. Het verschil is uit te drukken in een getal;
  4. Het verschil is uit te drukken in een verhouding tot elkaar (tweemaal zo veel);
  5. Er is een absoluut nulpunt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Validiteit

A

De mate waarin het onderzoek gevrijwaard is van systematische fouten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly